Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon genaamd [slachtoffer 1]
opzettelijk van het leven te beroven, immers hebbende verdachte die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (hard) in het gezicht en/of tegen het hoofd gestompt en/of geslagen tengevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond is gevallen en/of (vervolgens) - toen die [slachtoffer 1] op de grond lag - meermalen, althans eenmaal (hard) met geschoeide voet tegen het hoofd en/of in het gezicht en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen immers hebbende verdachte die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal (hard) in het gezicht gestompt en/of geslagen tengevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond is gevallen en/of (vervolgens)
- toen die [slachtoffer 1] op de grond lag - meermalen, althans eenmaal (hard) met geschoeide voet tegen het hoofd en/of in het gezicht en/of tegen het lichaam getrapt en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- toen die [slachtoffer 1] nog op de grond lag- meermalen, althans eenmaal (hard) met geschoeide voet tegen het hoofd en/of in het gezicht en/of tegen het lichaam geschopt en/of getrapt;
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân, een persoon genaamd [slachtoffer 2] heeft mishandeld door deze meermalen, althans eenmaal (hard) in het gezicht en/of tegen de kaak te stompen en/of te slaan.
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 22 juli 2021 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân, een persoon genaamd [slachtoffer 2] heeft mishandeld door deze meermalen, in het gezicht en tegen de kaak te stompen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden.
een gedeelte, groot drie maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaar, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.