Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1., 2., 3. en 4. Hij heeft daartoe aangevoerd dat op grond van het onderzoek van de politie en de verklaringen van getuigen kan worden bewezen dat verdachte gedurende de hele ten laste gelegde periode in cocaïne heeft gehandeld en op 13 juli 2021 cocaïne aanwezig had. Voorts lag op de slaapkamer van verdachte een omgebouwd gaspistool waarvan verdachte heeft verklaard dat hij dat wapen aanwezig had omdat hij zich onveilig voelde. Ten aanzien van het vierde feit op de tenlastelegging acht de officier van justitie de primair ten laste gelegde opzetheling te bewijzen. Verdachte heeft een gestolen elektrische fiets in zijn bezit en hij wenst niets over de herkomst van deze fiets te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 2. en 4.
De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft niet gedeald. De getuigen zijn drugsgebruikers. Hun verklaringen zijn onvoldoende feitelijk, wisselend en wijken van elkaar af. Ook is hen slechts één foto, te weten die van verdachte, getoond. Ten aanzien van de ten laste gelegde heling van de elektrische fiets bepleit de raadsman een vrijspraak, omdat verdachte de fiets, die op dat moment onbruikbaar was, heeft gevonden en deze heeft opgeknapt voor eigen gebruik. Hij wist niet dat het een gestolen fiets betrof. Met betrekking tot feit 1. - het voorhanden van hebben van een omgebouwd gaspistool - heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet wist dat deze omgebouwd was en alleen voor afdreiging geschikt was.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 3. wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2021;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021187608/2021164710/2021162458/2021187/7596 d.d. 20 augustus 2021, inhoudende het relaas van verbalisanten;
3. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 10 van voornoemd dossier;
4. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 11 van voornoemd dossier;
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 22 juli 2021, opgenomen op pagina 82 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.07.21.029 (aanvraag 001), d.d. 21 juli 2021, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd dossier en opgemaakt door N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.07.21.029 (aanvraag 002), d.d. 21 juli 2021, opgenomen op pagina 86 e.v. van voornoemd dossier en opgemaakt door N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
De rechtbank past ten aanzien van de feit 1. 2. en 4. de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 8 oktober 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 13 juli 2021 in Leeuwarden had ik een gaspistool voorhanden op mijn slaapkamer. Ook had ik iets minder dan 1 gram cocaïne aanwezig. De elektrische fiets van het merk Stella was van mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op dinsdag 13 juli 2021 betraden wij de woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Het was ons bekend dat [verdachte] zou verblijven op een slaapkamer gesitueerd op de eerste etage van deze woning. Ik zag dat er tussen dit matras en het bed een zwart voorwerp lag. Hierop liftte ik het matras en zag dat het daadwerkelijk een vuurwapen betrof dan wel gelijkend was op. Verder trof ik in het zicht onder het bed een boterhamzakje aan met daarin wit poederresidu. Tevens zag ik in de vensterbank een zakje met wit poeder residu liggen. Wij hoorden [verdachte] zeggen dat deze drugs crack betrof. Tevens trof ik een fietssleutel aan in de vensterbank. Ik zag op de begane grond een vrij nieuwe elektrische fiets staan. Ik zag dat deze fiets op slot stond. Middels de aangetroffen fietssleutel kon ik deze fiets ontdoen van het slot. Ik zag middels het bevragen van het framenummer dat deze fiets van diefstal afkomstig is.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Ook vonden we tussen je matrassen in een vuurwapen, wat is dit voor wapen?
A: Het is geen vuurwapen. Het is een alarmpistool van het merk Zoraki 917 of 906 het is een omgebouwd alarmpistool.
V: Waarom heb jij een vuurwapen?
A: Omdat ik bang ben. 4 jaar geleden werd er op het traject tussen Groningen en Friesland een fiets voor de trein gegooid. Ik dacht dat het voor mij bedoeld was. Ik dacht dacht dat het een aanslag op mij was. Ik ben rapper en ik heb een hater. Ik ben hierdoor bang geworden. Ik was die dag zelf niet met de trein, maar ik denk dat deze aanslag voor mij bedoeld is.
4. Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2021.
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1999
Goednummer : PL0100-2021164710-1402703
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Patroonhouder)
Merk/type : Zoraki
Bijzonderheden : Patroonhouder inclusief patroon in houder
5. Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2021.
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1999
Goednummer : PL0100-2021164710-1402701
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Gaspistool)
Merk/type : Zoraki
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Wapenomschrijving:
Goednummer : PL0100-2021164710-1402701
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Gaspistool)
Merk/type : Zoraki 917
Land : Nederland
Spoor identificatienr. : AANI9064NL
Kaliber : 7,65 mm
Bijzonderheden : Omgebouwd
Dit is een gaspistool, een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de WWM.
Munitieomschrijving
Goednummer : PL0100-2021164710-1405606
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Munitie (Kogelpatroon)
Merk/type : SsB
Spoor identificatienr. : AAOV7325NL
Kaliber : 7.65br
Bijzonderheden : Afkomstig uit magazijn AANI9039NL
Het betreft een kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7.65 Browning.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III
van de Wet wapens en munitie.
Het wapen was van origine een gaspistool voorzien van een loop met een sper bestemd
voor het verschieten van centraal vuur gas- en knalpatronen. Het wapen is geschikt
gemaakt voor het verschieten van centraal vuur kogelpatronen, door het plaatsen van een
andere geheel open loop. Bij het wapen was een passend patroonmagazijn aanwezig met een
kogelpatroon kaliber 7,65 mm Browning. Met het wapen zijn proefschoten gemaakt. Hier bleek het wapen geschikt om één kogelpatroon van het kaliber 7,65 mm Browning (7,65 x 17 mm) vanuit het bijbehorende patroonmagazijn te laden en om één kogelpatroon te verschieten
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 45 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De afgelopen tijd, vanaf februari 2021, krijg ik regelmatig klachten en zorgen van melders over de [straatnaam] in Leeuwarden. De melders geven aan dat zij niet met name genoemd willen worden, omdat zij bang zijn voor de bewoner van de [straatnaam] nummer 14. Daar woont [verdachte] . Ik ken hem al geruime tijd. De klachten luiden als volgt: Vermoeden van drugshandel. Meerdere meldingen bij mij binnengekomen van mogelijke drugshandel. Melders zien dat er veel junks aanbellen bij [verdachte] . Ze zien dat hij de deur open doet en de junks naar binnen laat. Even later verlaten de junks de woning. Dit gebeurt volgens de melders regelmatig. Melders herkennen sommige personen en weten dat deze verslaafd zijn aan drugs. Op de [straatnaam] vinden regelmatig feestjes plaats. Ze geven aan dat [verdachte] de drugs daar aflevert tijdens deze feestjes.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juli 2021, opgenomen op pagina 56 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Nadat verdachte [verdachte] werd aangehouden werden er drie telefoons in beslaggenomen. Ik deed onderzoek op deze telefoons. Ik heb hierop de in beslaggenomen NOKIA telefoon onderzocht. Ik ben vanuit mijn functie ambtshalve bekend met het feit dat vergelijkbare toestellen zoals de NOKIA welke onder [verdachte] in beslag werd genomen in de drugswereld veelvuldig wordt gebruikt als communicatiemiddel voor de handel in
harddrugs. Ik zag nadat de Nokia was uitgelezen dat er tenminste drie maal een zogeheten
SMS Bom is verstuurd.
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 9 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben weer actieff". Ik zag dat dit bericht naar 6 personen in de opgeslagen adressenlijst van [verdachte] werd gestuurd.
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 8 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben der weer".
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 2 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben weer actieff" en/of "Ik ben deer weer".
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 5 januari 2021 een bericht met de tekst: " [bijnaam 1] is weer actieff,100% DYNA,Snelle levering".
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2021, opgenomen op pagina 70 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Uit de "dealtelefoon" van verdachte [verdachte] kon worden opgemaakt dat hij een smsje
had verzonden naar de ons ambtshalve bekende [naam 1] . [naam 1] is bekend als
zijnde gebruiker. Hij maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] had op 5 januari 2021 een sms ontvangen van [verdachte] met de volgende tekst " [bijnaam 1] is weer actieff, 100% DYNA, Snelle levering".
Hierop heb ik foto 1 aan [naam 1] getoond. Waarna wij [naam 1] hoorden zeggen dat hij deze persoon herkent, hij zei dat deze jongen opvallende ogen heeft en dat hij hem daardoor kon herinneren. Ik vroeg aan [naam 1] of deze man ook geleverd heeft bij [naam 1] thuis. Hierop antwoordde [naam 1] dat dat inderdaad het geval was. Hij wist geen naam van deze man. Er was een aantal keren geleverd door deze persoon, hoe lang is onbekend. De kwaliteit is onbekend, dit omdat [naam 1] nauwelijks zelf gebruikt. Het smsje met DYNA kwaliteit wist [naam 1] zich nog te herinneren. De kosten voor een bolletje, zijn net als bij de rest, 10 euro per bolletje.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juli 2021, opgenomen op pagina 72 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Uit de gegevens van deze telefoon bleek dat de verdachte een zogeheten SMS bom' had verstuurd naar een aantal telefoonnummers, waarin hij aangaf dat hij weer actief was. Dit bericht werd verstuurd op 9 juli 2021 en bevatte de volgende tekst: " Ik ben weer actieff".
Wij zagen dat dit bericht onder andere gestuurd was naar een contact met de naam ' [bijnaam 2] '. Het telefoonnummer dat bij dit contact stond was [telefoonnummer] .
Wij zagen in het politiesysteem 'Blueview' dat dit telefoonnummer in gebruik was bij [naam 2] . Wij kennen [naam 2] ambtshalve als harddrugsgebruiker. Wij hoorden hem verder zeggen dat hij zijn cocaïne kocht bij verschillende dealers. Wij hoorden hem desgevraagd zeggen dat hij ook wel eens cocaïne bij een jonge Antilliaanse man kocht.
Hierop toonden wij de getuige een foto van de verdachte, [verdachte] . Wij hoorden de getuige toen direct zeggen: "Ja! die noem ik [bijnaam 3] ! Ik noem hem zo omdat ik zijn echte naam niet ken." Wij hoorden getuige [naam 2] desgevraagd zeggen dat hij nu ongeveer 3 of 4 keer bij de man op de foto gekocht had en dat de laatste keer ongeveer een week geleden was. Wij hoorden getuige [naam 2] zeggen dat hij alleen cocaïne van hem kocht en dat hij een SMS bericht had ontvangen waarin stond dat hij weer kon bestellen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2021, opgenomen op pagina 78 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [naam 2] ( [naam 2] ) stond ook in de telefoon van [verdachte] . Ik vroeg hem of hij bekend is met een Antilliaanse jonge dealer uit Leeuwarder. Hierop hoorde ik dat [naam 2] zei dat hij een Antilliaanse dealer kent welke [bijnaam 1] genoemd wordt. Ik weet dat [bijnaam 1] de bijnaam is welke gebruikt wordt door [verdachte] . Dit staat ook in de deal telefoon genoemd, bij de uitgaande sms-berichten welke door [verdachte] zijn verstuurd. Ik vroeg of [naam 2] deze [bijnaam 1] nader kon omschrijven, dit deed hij als volgt:
- Reed wel eens op een zwarte scooter
- Heeft een tijdje in de gevangenis gezeten het afgelopen jaar
Ik vroeg aan [naam 2] wat hij van deze [bijnaam 1] kocht. Ik hoorde dat hij één keer voor zichzelf een bolletje cocaïne gekocht had. De kwaliteit was niet denderend. Dit was overigens snuif cocaïne. Meestal verkoopt [bijnaam 1] , [verdachte] , gewoon crack. [naam 2] verklaarde meestal voor anderen op te halen. De prijs welke hij betaalde is 10 euro per bolletje en hij kocht alleen cocaïne of crack. De laatste keer dat [naam 2] gekocht heeft bij deze " [bijnaam 1] " is 2 maanden geleden. Hij kocht toen ook voor iemand anders. Bij nader onderzoek binnen het politiesysteem kon worden vastgesteld dat [verdachte] het afgelopen jaar nog bekeurd is terwijl hij op een Puch Zip scooter reed. Ook heeft [verdachte] het afgelopen jaar van 21 januari 2021 tot 15 februari 2021 vastgezeten in de [instelling] . Het is dan ook zeer aannemelijk dat de man welke zichzelf [bijnaam 1] noemt, onze verdachte [verdachte] is.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 juli 2021, opgenomen op pagina 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van aangever [benadeelde partij] :
Ik leg op verzoek van de politie een aanvullende verklaring af over de diefstal van mijn fiets, gepleegd op vrijdag 18 juni 2021 tussen 08:30 en 16:05 uur. Op vrijdag 18 juni 2021 om 8:30 uur zette ik mijn elektrische fiets op het station in Camminghaburen te Leeuwarden. Ik sloot de fiets af middels een zogeheten hoefijzerslot. Mijn fiets betreft een zilverkleurige elektrische fiets van het merk Stella, type LIVORNO. Op vrijdag 18 juni 2021 omstreeks 16:05 uur werd ik gebeld door mijn zoon. Ik hoorde mijn zoon zeggen dat de fiets niet meer in de fietsenstalling stond.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 20201, opgenomen op pagina 217 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op maandag 26 juli 2021 omstreeks 10:30 uur gaf ik de van diefstal afkomstige Stella fiets terug aan aangever [benadeelde partij] . Fiets (Elektrische), Stella Livorno Grey Fd, kleur grijs, Nederland, framenummer [nummer] , bouwjaar 2020.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van feit 1
Het vuurwapen is in de woning van verdachte aangetroffen. Verdachte heeft erkend dat hij het gaspistool had gekregen en dat hij het in huis had omdat hij bang was. Uit het wapenonderzoek is gebleken dat het gaspistool zodanig was omgebouwd dat het geschikt was om patronen af te vuren. De verklaring van verdachte dat hij niet wist dat het een omgebouwd gaspistool betrof, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Zo heeft de verdachte in het geheel niet willen verklaren over de herkomst van het (omgebouwde) gaspistool, zodat niet geverifieerd kan worden of op het moment van de verkrijging door verdachte het gaspistool reeds was omgebouwd. Daarnaast acht de rechtbank de omstandigheden waaronder het (omgebouwde) gaspistool in beslag is genomen van belang, namelijk in combinatie met het feit dat het voorhanden hebben gepaard ging met de handel in en het aanwezig hebben van harddrugs zijnde een milieu waar met regelmaat vuurwapens worden gehouden.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank feit 1. wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van feit 2.
In de periode voorafgaand aan de aanhouding van verdachte ontvangt de wijkagent meerdere meldingen van handel in drugs door verdachte vanuit zijn woning. In de woning van verdachte wordt onder meer cocaïne, twee weegschalen met resten van cocaïne en een dealerstelefoon aangetroffen. Uit onderzoek van de telefoon blijkt dat dat er in de ten laste gelegde periode (voor het eerst op 5 januari 2021) onder meer berichten naar de drugsgebruikers [naam 1] , [naam 2] en [naam 2] zijn verstuurd, die duiden op handel in harddrugs door verdachte. Zij verklaren allen dat verdachte aan hen cocaïne heeft geleverd én al deze personen herkennen verdachte van de politiefoto. [naam 2] geeft bovendien een signalement dat overeenkomt met het uiterlijk van verdachte. Ook weet hij te vertellen dat de dealer op een zwarte scooter rijdt en het afgelopen jaar in de gevangenis heeft gezeten. De politie relateert daarover dat verdachte het afgelopen jaar van een scooter gebruik maakte en begin 2021 heeft vastgezeten. Het verweer van de verdediging dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende feitelijk en wisselend zijn, schuift de rechtbank terzijde. De verklaringen vinden steun in het dossier en de rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. De rechtbank acht het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode in cocaïne heeft gehandeld.
Ten aanzien van feit 4.
Op 18 juni 2021 wordt de fiets van aangever [benadeelde partij] gestolen. Het betreft een bijna nieuwe elektrische fiets uit het jaar 2020. Op 13 juli 2021 wordt de fiets onder verdachte in beslag genomen. Verdachte heeft verklaard dat hij de fiets in de bosjes heeft gevonden, dat de fiets onbruikbaar was en dat hij hem heeft opgeknapt. Verbalisanten omschrijven de aangetroffen fiets echter als vrij nieuw. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte de fiets naar eigen zeggen heeft gevonden en het feit dat het een kostbare, bijna nieuwe, elektrische fiets betrof, had verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat de fiets van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling.