ECLI:NL:RBNNE:2021:4496

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
18/185979-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel, wapenbezit en schuldheling

Op 22 oktober 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De man was gedurende een periode van ruim zes maanden betrokken bij de handel in cocaïne en had daarnaast cocaïne in zijn woning. Tevens was hij in het bezit van een geladen vuurwapen en had hij zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een elektrische fiets. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten, waaronder het voorhanden hebben van een omgebouwd gaspistool en het opzettelijk verkopen en vervoeren van cocaïne. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat hij onder toezicht van de reclassering stond. De combinatie van drugshandel en wapenbezit werd als zorgelijk beschouwd, wat leidde tot de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn verstandelijke beperking, maar oordeelde dat hij voldoende kansen had gehad om zijn leven te beteren. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen, aangezien de verdachte opnieuw strafbare feiten had gepleegd tijdens de proeftijd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/185979-21
vorderingen na voorwaardelijke veroordeling parketnummers 18/017621-21 en 18/730044-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 oktober 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 oktober 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.A. de Boer, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 juli 2021 te Leeuwarden
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een tot pistool omgebouwd gaspistool van het merk Zoraki, type 917, kaliber 7,65 mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, en/of
- (bijbehorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 1 patroon van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 5 januari 2021 tot en met 13 juli 2021 te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden, althans in Nederland (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 13 juli 2021 te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 0,67 gram cocaïne en/of 0,27 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 13 juli 2021 te Leeuwarden, een (elektrische) fiets (merk Stella), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1., 2., 3. en 4. Hij heeft daartoe aangevoerd dat op grond van het onderzoek van de politie en de verklaringen van getuigen kan worden bewezen dat verdachte gedurende de hele ten laste gelegde periode in cocaïne heeft gehandeld en op 13 juli 2021 cocaïne aanwezig had. Voorts lag op de slaapkamer van verdachte een omgebouwd gaspistool waarvan verdachte heeft verklaard dat hij dat wapen aanwezig had omdat hij zich onveilig voelde. Ten aanzien van het vierde feit op de tenlastelegging acht de officier van justitie de primair ten laste gelegde opzetheling te bewijzen. Verdachte heeft een gestolen elektrische fiets in zijn bezit en hij wenst niets over de herkomst van deze fiets te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 2. en 4.
De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft niet gedeald. De getuigen zijn drugsgebruikers. Hun verklaringen zijn onvoldoende feitelijk, wisselend en wijken van elkaar af. Ook is hen slechts één foto, te weten die van verdachte, getoond. Ten aanzien van de ten laste gelegde heling van de elektrische fiets bepleit de raadsman een vrijspraak, omdat verdachte de fiets, die op dat moment onbruikbaar was, heeft gevonden en deze heeft opgeknapt voor eigen gebruik. Hij wist niet dat het een gestolen fiets betrof. Met betrekking tot feit 1. - het voorhanden van hebben van een omgebouwd gaspistool - heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet wist dat deze omgebouwd was en alleen voor afdreiging geschikt was.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 3. wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2021;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021187608/2021164710/2021162458/2021187/7596 d.d. 20 augustus 2021, inhoudende het relaas van verbalisanten;
3. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 10 van voornoemd dossier;
4. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 11 van voornoemd dossier;
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 22 juli 2021, opgenomen op pagina 82 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.07.21.029 (aanvraag 001), d.d. 21 juli 2021, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd dossier en opgemaakt door N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige;
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.07.21.029 (aanvraag 002), d.d. 21 juli 2021, opgenomen op pagina 86 e.v. van voornoemd dossier en opgemaakt door N. van Doorn, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
De rechtbank past ten aanzien van de feit 1. 2. en 4. de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 8 oktober 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 13 juli 2021 in Leeuwarden had ik een gaspistool voorhanden op mijn slaapkamer. Ook had ik iets minder dan 1 gram cocaïne aanwezig. De elektrische fiets van het merk Stella was van mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op dinsdag 13 juli 2021 betraden wij de woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Het was ons bekend dat [verdachte] zou verblijven op een slaapkamer gesitueerd op de eerste etage van deze woning. Ik zag dat er tussen dit matras en het bed een zwart voorwerp lag. Hierop liftte ik het matras en zag dat het daadwerkelijk een vuurwapen betrof dan wel gelijkend was op. Verder trof ik in het zicht onder het bed een boterhamzakje aan met daarin wit poederresidu. Tevens zag ik in de vensterbank een zakje met wit poeder residu liggen. Wij hoorden [verdachte] zeggen dat deze drugs crack betrof. Tevens trof ik een fietssleutel aan in de vensterbank. Ik zag op de begane grond een vrij nieuwe elektrische fiets staan. Ik zag dat deze fiets op slot stond. Middels de aangetroffen fietssleutel kon ik deze fiets ontdoen van het slot. Ik zag middels het bevragen van het framenummer dat deze fiets van diefstal afkomstig is.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Ook vonden we tussen je matrassen in een vuurwapen, wat is dit voor wapen?
A: Het is geen vuurwapen. Het is een alarmpistool van het merk Zoraki 917 of 906 het is een omgebouwd alarmpistool.
V: Waarom heb jij een vuurwapen?
A: Omdat ik bang ben. 4 jaar geleden werd er op het traject tussen Groningen en Friesland een fiets voor de trein gegooid. Ik dacht dat het voor mij bedoeld was. Ik dacht dacht dat het een aanslag op mij was. Ik ben rapper en ik heb een hater. Ik ben hierdoor bang geworden. Ik was die dag zelf niet met de trein, maar ik denk dat deze aanslag voor mij bedoeld is.
4. Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2021.
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1999
Goednummer : PL0100-2021164710-1402703
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Patroonhouder)
Merk/type : Zoraki
Bijzonderheden : Patroonhouder inclusief patroon in houder
5. Een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2021.
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1999
Goednummer : PL0100-2021164710-1402701
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Gaspistool)
Merk/type : Zoraki
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Wapenomschrijving:
Goednummer : PL0100-2021164710-1402701
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Vuurwapen (Gaspistool)
Merk/type : Zoraki 917
Land : Nederland
Spoor identificatienr. : AANI9064NL
Kaliber : 7,65 mm
Bijzonderheden : Omgebouwd
Dit is een gaspistool, een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de WWM.
Munitieomschrijving
Goednummer : PL0100-2021164710-1405606
Categorie omschrijving : Wapens/munitie/springstof
Object : Munitie (Kogelpatroon)
Merk/type : SsB
Spoor identificatienr. : AAOV7325NL
Kaliber : 7.65br
Bijzonderheden : Afkomstig uit magazijn AANI9039NL
Het betreft een kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7.65 Browning.
Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III
van de Wet wapens en munitie.
Het wapen was van origine een gaspistool voorzien van een loop met een sper bestemd
voor het verschieten van centraal vuur gas- en knalpatronen. Het wapen is geschikt
gemaakt voor het verschieten van centraal vuur kogelpatronen, door het plaatsen van een
andere geheel open loop. Bij het wapen was een passend patroonmagazijn aanwezig met een
kogelpatroon kaliber 7,65 mm Browning. Met het wapen zijn proefschoten gemaakt. Hier bleek het wapen geschikt om één kogelpatroon van het kaliber 7,65 mm Browning (7,65 x 17 mm) vanuit het bijbehorende patroonmagazijn te laden en om één kogelpatroon te verschieten
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2021, opgenomen op pagina 45 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De afgelopen tijd, vanaf februari 2021, krijg ik regelmatig klachten en zorgen van melders over de [straatnaam] in Leeuwarden. De melders geven aan dat zij niet met name genoemd willen worden, omdat zij bang zijn voor de bewoner van de [straatnaam] nummer 14. Daar woont [verdachte] . Ik ken hem al geruime tijd. De klachten luiden als volgt: Vermoeden van drugshandel. Meerdere meldingen bij mij binnengekomen van mogelijke drugshandel. Melders zien dat er veel junks aanbellen bij [verdachte] . Ze zien dat hij de deur open doet en de junks naar binnen laat. Even later verlaten de junks de woning. Dit gebeurt volgens de melders regelmatig. Melders herkennen sommige personen en weten dat deze verslaafd zijn aan drugs. Op de [straatnaam] vinden regelmatig feestjes plaats. Ze geven aan dat [verdachte] de drugs daar aflevert tijdens deze feestjes.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juli 2021, opgenomen op pagina 56 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Nadat verdachte [verdachte] werd aangehouden werden er drie telefoons in beslaggenomen. Ik deed onderzoek op deze telefoons. Ik heb hierop de in beslaggenomen NOKIA telefoon onderzocht. Ik ben vanuit mijn functie ambtshalve bekend met het feit dat vergelijkbare toestellen zoals de NOKIA welke onder [verdachte] in beslag werd genomen in de drugswereld veelvuldig wordt gebruikt als communicatiemiddel voor de handel in
harddrugs. Ik zag nadat de Nokia was uitgelezen dat er tenminste drie maal een zogeheten
SMS Bom is verstuurd.
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 9 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben weer actieff". Ik zag dat dit bericht naar 6 personen in de opgeslagen adressenlijst van [verdachte] werd gestuurd.
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 8 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben der weer".
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 2 juli 2021 een bericht met de tekst: "Ik ben weer actieff" en/of "Ik ben deer weer".
Ik zag in de berichtenbox van uitgaande SMS berichten op 5 januari 2021 een bericht met de tekst: " [bijnaam 1] is weer actieff,100% DYNA,Snelle levering".
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2021, opgenomen op pagina 70 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Uit de "dealtelefoon" van verdachte [verdachte] kon worden opgemaakt dat hij een smsje
had verzonden naar de ons ambtshalve bekende [naam 1] . [naam 1] is bekend als
zijnde gebruiker. Hij maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] had op 5 januari 2021 een sms ontvangen van [verdachte] met de volgende tekst " [bijnaam 1] is weer actieff, 100% DYNA, Snelle levering".
Hierop heb ik foto 1 aan [naam 1] getoond. Waarna wij [naam 1] hoorden zeggen dat hij deze persoon herkent, hij zei dat deze jongen opvallende ogen heeft en dat hij hem daardoor kon herinneren. Ik vroeg aan [naam 1] of deze man ook geleverd heeft bij [naam 1] thuis. Hierop antwoordde [naam 1] dat dat inderdaad het geval was. Hij wist geen naam van deze man. Er was een aantal keren geleverd door deze persoon, hoe lang is onbekend. De kwaliteit is onbekend, dit omdat [naam 1] nauwelijks zelf gebruikt. Het smsje met DYNA kwaliteit wist [naam 1] zich nog te herinneren. De kosten voor een bolletje, zijn net als bij de rest, 10 euro per bolletje.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juli 2021, opgenomen op pagina 72 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Uit de gegevens van deze telefoon bleek dat de verdachte een zogeheten SMS bom' had verstuurd naar een aantal telefoonnummers, waarin hij aangaf dat hij weer actief was. Dit bericht werd verstuurd op 9 juli 2021 en bevatte de volgende tekst: " Ik ben weer actieff".
Wij zagen dat dit bericht onder andere gestuurd was naar een contact met de naam ' [bijnaam 2] '. Het telefoonnummer dat bij dit contact stond was [telefoonnummer] .
Wij zagen in het politiesysteem 'Blueview' dat dit telefoonnummer in gebruik was bij [naam 2] . Wij kennen [naam 2] ambtshalve als harddrugsgebruiker. Wij hoorden hem verder zeggen dat hij zijn cocaïne kocht bij verschillende dealers. Wij hoorden hem desgevraagd zeggen dat hij ook wel eens cocaïne bij een jonge Antilliaanse man kocht.
Hierop toonden wij de getuige een foto van de verdachte, [verdachte] . Wij hoorden de getuige toen direct zeggen: "Ja! die noem ik [bijnaam 3] ! Ik noem hem zo omdat ik zijn echte naam niet ken." Wij hoorden getuige [naam 2] desgevraagd zeggen dat hij nu ongeveer 3 of 4 keer bij de man op de foto gekocht had en dat de laatste keer ongeveer een week geleden was. Wij hoorden getuige [naam 2] zeggen dat hij alleen cocaïne van hem kocht en dat hij een SMS bericht had ontvangen waarin stond dat hij weer kon bestellen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2021, opgenomen op pagina 78 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van [naam 2] ( [naam 2] ) stond ook in de telefoon van [verdachte] . Ik vroeg hem of hij bekend is met een Antilliaanse jonge dealer uit Leeuwarder. Hierop hoorde ik dat [naam 2] zei dat hij een Antilliaanse dealer kent welke [bijnaam 1] genoemd wordt. Ik weet dat [bijnaam 1] de bijnaam is welke gebruikt wordt door [verdachte] . Dit staat ook in de deal telefoon genoemd, bij de uitgaande sms-berichten welke door [verdachte] zijn verstuurd. Ik vroeg of [naam 2] deze [bijnaam 1] nader kon omschrijven, dit deed hij als volgt:
- Jonge man, begin 20
- Smal postuur
- Soms een brilletje
- Reed wel eens op een zwarte scooter
- Heeft een tijdje in de gevangenis gezeten het afgelopen jaar
- Netjes gekleed
Ik vroeg aan [naam 2] wat hij van deze [bijnaam 1] kocht. Ik hoorde dat hij één keer voor zichzelf een bolletje cocaïne gekocht had. De kwaliteit was niet denderend. Dit was overigens snuif cocaïne. Meestal verkoopt [bijnaam 1] , [verdachte] , gewoon crack. [naam 2] verklaarde meestal voor anderen op te halen. De prijs welke hij betaalde is 10 euro per bolletje en hij kocht alleen cocaïne of crack. De laatste keer dat [naam 2] gekocht heeft bij deze " [bijnaam 1] " is 2 maanden geleden. Hij kocht toen ook voor iemand anders. Bij nader onderzoek binnen het politiesysteem kon worden vastgesteld dat [verdachte] het afgelopen jaar nog bekeurd is terwijl hij op een Puch Zip scooter reed. Ook heeft [verdachte] het afgelopen jaar van 21 januari 2021 tot 15 februari 2021 vastgezeten in de [instelling] . Het is dan ook zeer aannemelijk dat de man welke zichzelf [bijnaam 1] noemt, onze verdachte [verdachte] is.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 juli 2021, opgenomen op pagina 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van aangever [benadeelde partij] :
Ik leg op verzoek van de politie een aanvullende verklaring af over de diefstal van mijn fiets, gepleegd op vrijdag 18 juni 2021 tussen 08:30 en 16:05 uur. Op vrijdag 18 juni 2021 om 8:30 uur zette ik mijn elektrische fiets op het station in Camminghaburen te Leeuwarden. Ik sloot de fiets af middels een zogeheten hoefijzerslot. Mijn fiets betreft een zilverkleurige elektrische fiets van het merk Stella, type LIVORNO. Op vrijdag 18 juni 2021 omstreeks 16:05 uur werd ik gebeld door mijn zoon. Ik hoorde mijn zoon zeggen dat de fiets niet meer in de fietsenstalling stond.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 20201, opgenomen op pagina 217 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op maandag 26 juli 2021 omstreeks 10:30 uur gaf ik de van diefstal afkomstige Stella fiets terug aan aangever [benadeelde partij] . Fiets (Elektrische), Stella Livorno Grey Fd, kleur grijs, Nederland, framenummer [nummer] , bouwjaar 2020.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Ten aanzien van feit 1
Het vuurwapen is in de woning van verdachte aangetroffen. Verdachte heeft erkend dat hij het gaspistool had gekregen en dat hij het in huis had omdat hij bang was. Uit het wapenonderzoek is gebleken dat het gaspistool zodanig was omgebouwd dat het geschikt was om patronen af te vuren. De verklaring van verdachte dat hij niet wist dat het een omgebouwd gaspistool betrof, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Zo heeft de verdachte in het geheel niet willen verklaren over de herkomst van het (omgebouwde) gaspistool, zodat niet geverifieerd kan worden of op het moment van de verkrijging door verdachte het gaspistool reeds was omgebouwd. Daarnaast acht de rechtbank de omstandigheden waaronder het (omgebouwde) gaspistool in beslag is genomen van belang, namelijk in combinatie met het feit dat het voorhanden hebben gepaard ging met de handel in en het aanwezig hebben van harddrugs zijnde een milieu waar met regelmaat vuurwapens worden gehouden.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank feit 1. wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van feit 2.
In de periode voorafgaand aan de aanhouding van verdachte ontvangt de wijkagent meerdere meldingen van handel in drugs door verdachte vanuit zijn woning. In de woning van verdachte wordt onder meer cocaïne, twee weegschalen met resten van cocaïne en een dealerstelefoon aangetroffen. Uit onderzoek van de telefoon blijkt dat dat er in de ten laste gelegde periode (voor het eerst op 5 januari 2021) onder meer berichten naar de drugsgebruikers [naam 1] , [naam 2] en [naam 2] zijn verstuurd, die duiden op handel in harddrugs door verdachte. Zij verklaren allen dat verdachte aan hen cocaïne heeft geleverd én al deze personen herkennen verdachte van de politiefoto. [naam 2] geeft bovendien een signalement dat overeenkomt met het uiterlijk van verdachte. Ook weet hij te vertellen dat de dealer op een zwarte scooter rijdt en het afgelopen jaar in de gevangenis heeft gezeten. De politie relateert daarover dat verdachte het afgelopen jaar van een scooter gebruik maakte en begin 2021 heeft vastgezeten. Het verweer van de verdediging dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende feitelijk en wisselend zijn, schuift de rechtbank terzijde. De verklaringen vinden steun in het dossier en de rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. De rechtbank acht het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode in cocaïne heeft gehandeld.
Ten aanzien van feit 4.
Op 18 juni 2021 wordt de fiets van aangever [benadeelde partij] gestolen. Het betreft een bijna nieuwe elektrische fiets uit het jaar 2020. Op 13 juli 2021 wordt de fiets onder verdachte in beslag genomen. Verdachte heeft verklaard dat hij de fiets in de bosjes heeft gevonden, dat de fiets onbruikbaar was en dat hij hem heeft opgeknapt. Verbalisanten omschrijven de aangetroffen fiets echter als vrij nieuw. Gelet op de omstandigheden waaronder verdachte de fiets naar eigen zeggen heeft gevonden en het feit dat het een kostbare, bijna nieuwe, elektrische fiets betrof, had verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat de fiets van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1., 2., 3. en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op of omstreeks 13 juli 2021 te Leeuwarden
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een tot pistool omgebouwd gaspistool van het merk Zoraki, type 917, kaliber 7,65 mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, en
- bijbehorende munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 1 patroon van het merk Sellier & Bellot, kaliber 7,65 mm voorhanden heeft gehad;
2.
hij in de periode van 5 januari 2021 tot en met 13 juli 2021 te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden, telkens opzettelijk verkocht en vervoerd, hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne, telkens, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 13 juli 2021 te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden opzettelijk aanwezig heeft gehad 0,67 gram cocaïne en 0,27 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op 13 juli 2021 te Leeuwarden, een elektrische fiets, merk Stella, verworven, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het
feit begaan met betrekking tot begaan met betrekking tot een vuurwapen van
categorie III, strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
2. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet
gegeven verbod, meermalen gepleegd;
3. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet
gegeven verbod;
4. Schuldheling.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een lage, deels voorwaardelijke, gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur van het voorarrest, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Verdachte is nog jong en hij verdient nog een kans om aan zichzelf te werken. Verdachte wil dan wel niet klinisch worden behandeld, maar hij wil meewerken aan een ambulant traject.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van Reclassering Nederland van 27 september 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdacht heeft gedurende een periode van ruim zes maanden gehandeld in cocaïne. Daarnaast had verdachte cocaïne in huis. De handel in harddrugs gaat vaak gepaard met andere vormen van verwervingscriminaliteit en overlast voor de samenleving. Dat verdachte tevens in het bezit was van een geladen vuurwapen acht de rechtbank zorgelijk. Deze combinatie van drugshandel en vuurwapenbezit leidt tot een nog groter risico op ernstige geweldsdelicten. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldheling van een elektrische fiets.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het bezit van een vuurwapen en heling. Tevens liep verdachte in twee verschillende proeftijden. Deze eerdere veroordelingen en straffen hebben hem er niet van weerhouden om opnieuw – vergelijkbare – strafbare feiten te plegen.
De rechtbank leidt uit het advies van de reclassering af dat er bij verdachte sprake is van een lichtverstandelijke beperking en mogelijk ook psychiatrische problematiek. Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft verdachte inmiddels een aanzienlijke hoeveelheid veroordelingen op zijn naam staan. Hij staat sinds 2018 onder reclasseringstoezicht en loopt - als aangegeven - in verschillende proeftijden. Er zijn problemen op verschillende leefgebieden en het risico op recidive wordt als hoog ingeschat. Een klinische behandeling is geïndiceerd, maar daar wil verdachte niet aan meewerken. De reclassering adviseert met enige aarzeling een voorwaardelijke gevangenisstraf met een ambulant traject. Tegelijkertijd geeft de reclassering aan dat, gelet op de hardleersheid van verdachte een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf, plaatsing op de veelplegerslijst en toewerken naar een ISD-maatregel, ook tot de mogelijkheden behoort.
De rechtbank constateert dat verdachte ondanks de hem aangeboden hulp en begeleiding telkens weer kiest voor het criminele pad. De rechtbank is van oordeel dat verdachte inmiddels voldoende kansen heeft gehad en dat nu niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen eventueel passende bijzondere voorwaarden worden geformuleerd. Verdachte kan alsdan laten zien of dat hij werkelijk gemotiveerd is om zijn leven een positieve wending te geven.
De rechtbank heeft voor de bepaling van de strafmaat gelet op landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. Voor het dealen van harddrugs gedurende een periode van zes maanden staat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden. Daarnaast heeft verdachte een vuurwapen in zijn huis voorhanden gehad. Volgens de oriëntatiepunten staat daar een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden voor. Ook is nog sprake van schuldheling.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden is. De rechtbank legt een lagere straf op dan geëist omdat de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS voor deze misdrijven verschillen van de richtlijnen van het openbaar ministerie. Gezien de jeugdige leeftijd van verdachte en gelet op diens verstandelijke beperking heeft de rechtbank een iets lagere straf opgelegd dan welke volgens het LOVS aan de orde zou zijn.

Inbeslaggenomen goederen

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten: 2 weegschalen, keukenartikel (juslepel), cocaïne, crack, telefoontoestel Nokia, telefoontoestel iPhone S, gaspistool Zoraki, patroonhouder inclusief patroon, zwarte jas, merk Canadian Moose Knuckles, telefoontoestel iPhone 11 verbeurd worden verklaard, dat de inbeslaggenomen namaak goederen, te weten: zwarte bodywarmer, merk Moncler, zwarte jas, merk Canadian Moose Knuckles, tas, merk Louis Vuitton worden onttrokken aan het verkeer, dat de onder verdachte in beslag genomen goederen, te weten een zwarte muts en een twee bankpassen zullen worden teruggegeven aan de verdachte en dat de andere onder verdachte in beslaggenomen bankpassen zullen worden teruggegeven aan de rechthebbenden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat de aan de drugshandel te linken voorwerpen vatbaar zijn voor verbeurdverklaring. De overige voorwerpen, kleding, tas en de iPhone 11, dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
Zwarte bodywarmer, merk Moncler, zwarte jas, merk Canadian Moose Knuckles, tas, merk Louis Vuitton
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het nepmerkkleding en een nepmerktas betreft. De rechtbank acht deze inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
2 weegschalen, keukenartikel (juslepel), cocaïne, crack, telefoontoestel Nokia, telefoontoestel iPhone S, gaspistool zoraki, patroonhouder inclusief patroon, zwarte jas, merk Canadian Moose Knuckles, telefoontoestel iPhone 11
De rechtbank acht deze inbeslaggenomen voorwerpen vatbaar voor verbeurdverklaring nu het onder 1., 2. en 3. bewezen verklaarde is begaan met deze voorwerpen en deze toebehoren aan verdachte of verdachte deze door middel van het onder 2. bewezen verklaarde heeft verkregen.
Zwarte muts,
bankpassen op naam van verdachte
De rechtbank is van oordeel dat deze inbeslaggenomen voorwerpen moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Bankpassen op naam van anderen
De rechtbank is van oordeel dat deze inbeslaggenomen voorwerpen moeten worden teruggegeven aan respectievelijk de rechthebbenden [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] .
Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
Bij onherroepelijk vonnis van 1 februari 2021 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met een proeftijd van drie jaren. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
Bij onherroepelijk vonnis van 19 juli 2018 van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 174 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft op 8 september 2021 de tenuitvoerlegging gevorderd van deze voorwaardelijke straffen. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie gepersisteerd bij zijn vorderingen.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen voor toewijzing vatbaar zijn.
Nu veroordeelde de bewezen verklaarde feiten 1., 2., 3. en 4. heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straffen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36c, 57, 63, 417bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen goederen:

- weegschaal (G1402203)
  • keukenartikel, juslepel (G1402161)
  • weegschaal (G1402178)
  • verdovende middelen, cocaïne (G1402162)
  • verdovende middelen cocaïne/crack (G1402172)
  • telefoontoestel, Nokia (G1402149)
  • telefoontoestel iPone S (G1402153)
  • gaspistool, Zoraki (G1402701)
  • munitie patroonhouder, Zoraki, inclusief patroon in houder (G1402703)
  • jas, Canadian Moose Knuckles (G1402147)
  • telefoontoestel iPhone 11 (G1402156)

Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de

  • bodywarmer, Moncler (G1402148)
  • jas, Canadian Moose Knuckles (G1402147)
  • tas, Louis Vuitton (G1402151)
Gelast de
teruggaveaan veroordeelde [verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven muts (G1402187), bankpas ABN Amro (G1402169), bankpas ING (G1402808).
Gelast de
teruggaveaan [naam 3] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven
2 bankpassen ABN Amro (G1402175)
Gelast de
teruggaveaan [naam 4] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven bankpas ABN Amro (G1402803)
Gelast de
teruggaveaan [naam 5] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven
bankpas Knab (G1402805)

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18/017621-21:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 1 februari 2021, te weten: 1 maand gevangenisstraf.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18/730044-18:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 19 juli 2018, te weten: 30 dagen gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Spooren, voorzitter, mr. M. Brinksma en
mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door K. de Ruiter, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2021.
Mr. C. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.