ECLI:NL:RBNNE:2021:4447

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 oktober 2021
Publicatiedatum
19 oktober 2021
Zaaknummer
18/270128-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplichtigheid aan de productie van crystal meth in drugslab

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 14 oktober 2021 een man veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan de overtreding van de Opiumwet. De zaak betreft de ontdekking van een drugslab voor de productie van crystal meth in een schuur in Lucaswolde op 27 oktober 2020. De verdachte heeft bouwmaterialen aangeleverd, de zogenaamde 'koks' vervoerd en de eigenaar van de schuur betaald. Tijdens de zitting op 16 september 2021 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.J.M. Kruizinga, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het opzettelijk bereiden en verwerken van methamfetamine, en het verschaffen van gelegenheid tot het misdrijf. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor directe betrokkenheid bij de productie, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan de voorbereidingen van het drugslab. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere ten laste gelegde feiten, waaronder het lozen van afvalstoffen en het vervaardigen van methamfetamine, omdat er geen bewijs was dat hij feitelijke beschikkingsmacht had over de geproduceerde stoffen.

De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak, gezien de schadelijke gevolgen van de productie van synthetische drugs voor de volksgezondheid en de georganiseerde criminaliteit die hiermee gepaard gaat. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar, met aftrek van voorarrest, en de in beslag genomen cryptotelefoons werden onttrokken aan het verkeer. De rechtbank besloot de bestelbus van de verdachte terug te geven, omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzette.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/270128-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 oktober 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats] ,
wonende te 1013 CH [geboorteplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
16 september 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.J.M. Kruizinga, advocaat te [geboorteplaats].
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a Wetboek van Strafvordering (Sv), waarbij de rechtbank het hierna onder 4 ten laste gelegde feit leest als feit 3, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 27 oktober 2020) te
Lucaswolde , in elk geval in de gemeente Westerkwartier, in een of meer pand(en) gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (telkens) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende methamfetamine (crystal meth) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde methamfetamine (crystal meth) en/of die een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair, zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
[naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] ,
in elk geval een ander dan verdachte, in of omstreeks de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 27 oktober 2020) te Lucaswolde , in elk geval in de gemeente Westerkwartier,
in een of meer pand(en) gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens)
aanwezig heeft/hebben gehad, (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende methamfetamine (crystal meth) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde methamfetamine (crystal meth) en/of die een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van bovengenoemd(e) misdrijven/misdrijf verdachte, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks bovenvermelde
periode te Lucaswolde , in elk geval in de gemeente Westerkwartier, meermalen, althans
eenmaal, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is
geweest, door (telkens) opzettelijk
- een of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) van en/of naar die een of meer
pand(en) gelegen aan of bij de [straatnaam] te vervoeren en/of
- werkzaamheden te verrichten aan en/of materialen aan te schaffen en/of te vervoeren
naar die een of meer pand(en) gelegen aan of bij de [straatnaam] om deze
geschikt te maken voor van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen
en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen, in elk geval
(telkens) aanwezig hebben van (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
methamfetamine (crystal meth) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I en/of
- een of meer van bovengenoemde perso(o)n(en) (telkens) een hoeveelheid geld te
betalen ten behoeve van verrichtte werkzaamheden en/of diensten ten behoeve van
voornoemde omschreven handelingen/activiteiten;
2.
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 in Lucaswolde , in elk geval in de gemeente Westerkwartier, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 3,5 kilogram, althans (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
methamfetamine (crystal meth) en/of
- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende methamfetamine
olie en/of methamfetamine kristallen en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde methamfetamine (crystal meth), (telkens) (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4. ( gelezen als 3.)
hij, op of omstreeks de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 27 oktober 2020) te
Lucaswolde , in elk geval in de gemeente Westerkwartier, (nabij een of meer pand(en)
gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar,) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, al dan niet opzettelijk een of meer stoffen, te weten een hoeveelheid methamfetamine en/of amfetamine en/of N-acetyl-amfetamine, in elk geval (telkens) een hoeveelheid afvalstoffen te relateren aan
methamfetamineproductie, heeft/hebben gebracht (gedumpt) in een sloot en/of watergang, zijnde een oppervlaktewaterlichaam, terwijl daartoe (telkens) geen strekkende vergunning was verleend door de Minister als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet en/of het bestuur van het betrokken waterschap, en/of daarvoor (telkens) geen vrijstelling was verleend bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, en/of artikel 6.3 van de Waterwet (telkens) niet van toepassing was.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd ter zake de onder 1. primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten en veroordeling gevorderd voor het onder 1. subsidiair ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd - zoals nader omschreven in zijn pleitnotitie - dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1. primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De raadsman heeft zich voor wat betreft het onder 1. subsidiair ten laste gelegde feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met - de officier van justitie en de raadsman - van oordeel dat het onder 1. primair ten laste gelegde feit niet bewezen is. In het dossier is onvoldoende wettig bewijs voorhanden dat verdachte direct betrokken is geweest bij het produceren van methamfetamine, of dat hij hieraan een zodanige substantiële bijdrage heeft geleverd dat van medeplegen kan worden gesproken. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1. primair ten laste gelegde.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat bij verdachte sprake is van de onder feit 1. subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid.
Voor een bewezenverklaring van het opzettelijk verschaffen van gelegenheid tot het misdrijf of het behulpzaam zijn bij - in het onderhavige geval de productie van methamfetamine - is dubbel opzet vereist, omdat het opzet niet alleen gericht moet zijn geweest op het verschaffen van die gelegenheid of het behulpzaam zijn, maar - al dan niet in voorwaardelijke vorm - ook op het gronddelict.
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte heeft in de periode voorafgaand aan de ontdekking van het drugslab op 27 oktober 2020 meermalen goederen naar het perceel [straatnaam] te Lucaswolde gebracht. Ook op de dag van de ontdekking van het drugslab is verdachte nog aanwezig geweest op het perceel in Lucaswoude . Daarnaast heeft verdachte de naderhand in het drugslab aangetroffen medeverdachten [naam 1] en [naam 2] meermalen vervoerd van en naar het perceel in Lucaswolde waar het drugslab is aangetroffen. Tevens heeft hij samen met medeverdachte [naam 3] bouwmaterialen opgehaald en heeft hij geklust in het op te richten drugslab. Verder heeft hij [naam 3] betaald voor zijn werkzaamheden en de onkosten die [naam 3] had gemaakt ter zake de oprichting van het drugslab. Bij een huiszoeking in het huis van verdachte werden meerdere cryptotelefoons aangetroffen. Ook heeft hij een cryptotelefoon ter beschikking gesteld aan [naam 3] .
Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist van het (op te richten) drugslab op het perceel in Lucaswoude en dat hij zich daar bewust mee inliet. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat verdachte zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn bij de oprichting van het drugslab als opzet heeft gehad op het tenlastegelegde gronddelict.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1. subsidiair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt.
Niet is gebleken dat verdachte enige feitelijke beschikkingsmacht had over de geproduceerde methamfetamine.
Een dergelijke beschikkingsmacht volgt ook niet uit de omstandigheid dat verdachte medeplichtig is geweest aan – kortgezegd – onder andere het vervaardigen van methamfetamine.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt.
Omdat niet bewijsbaar is dat verdachte zich bezig heeft gehouden met de productie van methamfetamine en evenmin gebleken is van enige betrokkenheid van verdachte bij de aanleg van de afvoerpijp, dient verdachte eveneens van het onder 3 ten laste gelegde feit, te weten het lozen van de afvalstoffen die vrijkomen bij de productie van methamfetamine, te worden vrijgesproken.
Nadere overweging
De raadsman heeft ter zitting zijn onderzoekswensen met betrekking tot de verkrijging van de Encrochat gegevens, afkomstig uit het onderzoek 26LEMONT en opgenomen in de onderhavige zaak, gehandhaafd, dit met als doel meer inzicht te krijgen in de rechtmatigheid van de verkrijging/gebruikmaking van deze communicatie in de onderhavige zaak.
Voor zover geen inzage wordt gegeven, zal bewijsuitsluiting moeten volgen van de encrochatgegevens vanwege onrechtmatig verkregen bewijs.
De rechtbank zal dit verzoek verder buiten bespreking laten, omdat de bewezenverklaring niet stoelt op de aan het dossier toegevoegde encrochatgegevens, noch deze gegevens van belang zijn voor enige andere vraag die de rechtbank op grond van artikel 348 tot en 350 Sv dient te beantwoorden.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een proces-verbaal, nr. PL0100-2019090217, d.d. 17 mei 2021, op ambtsbelofte opgemaakt door [naam 7], inspecteur werkzaam bij de Eenheid Noord-Nederland, bevat diverse processen-verbaal en verklaringen, waaronder:
1.1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2020, opgenomen op pagina 258 - 266 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten, dan wel één hunner:
Op 15 oktober 2020 heb ik een onderzoek ingesteld. Na toestemming is in de omgeving van het pand aan de [straatnaam] te Lucaswolde een camera geplaatst.
Deze camera was zodanig opgesteld dat de oprit/afrit zichtbaar was en het toegangshek in het zicht was. Deze toegang is de enige toegang tot het erf en de woning met schuren van bovengenoemd adres.
Uit vrijgekomen informatie en beelden, hebben wij, verbalisanten het volgende bevonden.
Donderdag 15 oktober 2020.
Op 15 oktober 2020 te 08:57 uur zag ik, verbalisant op de beelden dat op het tijdstip 10:45 uur er voor het hek van [straatnaam] te Lucaswolde een witte Opel Movano stopte. Als bestuurder stapt hier een manspersoon uit, deze was gekleed in grijze trui en blauwe broek. Uit eerdere waarnemingen van het observatieteam bleek de Opel Movano voorzien van het kenteken [kenteken 1] .
Volgens het RDW staat dit voertuig [kenteken 1] op naam van [verdachte] .
Middels de politiesystemen BVI-IB van [verdachte] hebben wij verbalisanten
de bestuurder van de Opel Movano, [kenteken 1] , kunnen identificeren als bovengenoemde
[verdachte] .
Na het openen van het hek reed voornoemd voertuig het terrein van [straatnaam] op.
Op het tijdstip 13:21 uur komt zowel de Opel Movano als de Toyota Landcruiser het erf weer oprijden. Waarbij de Opel Movano voor het hek gaat staan. De bestuurder, [verdachte] stapte uit het voertuig en liep naar het hek.
[verdachte] reed met zijn Opel Movano het erf van [straatnaam] op.
Op het tijdstip 14:39 uur reed de witte Opel Movano wederom vanaf de openbare weg tot aan het toegangshek van de [straatnaam] te staan. Bestuurder [verdachte] stapte uit, opende het hek en reed het terrein op.
Op het tijdstip 15:34 uur reed de Opel Movano weer terug bij het hek. De bestuurder, [verdachte] stapte wederom uit het voertuig en opende de poort. Vervolgens liep hij weer terug naar de Opel stapte in en reed het terrein weer op.
Vrijdag 16 oktober 2020.
Te 14:38 uur reed [verdachte] als bestuurder van de witte Opel Movano de oprit op en stopte voor het hek. [verdachte] stapte uit en deed het hek open. Hierna reed hij het terrein op. Omstreeks 15:00 uur reed de witte Opel Movano het terrein weer af en deed [verdachte] het hek weer dicht.
Maandag 19 oktober 2020.
Te 10:29 uur komt de witte Opel Movano [kenteken 1] de oprit op en reed vervolgens het terrein op.
Te 18:22 uur reed de witte Opel Movano van het terrein af en ging linksaf in de richting van de Hooiweg te Lucaswolde .
Dinsdag 20 oktober 2020.
Te 13:03 uur reed een grijze Volvo V60 de oprit op en stapte de bestuurder [verdachte] voornoemd uit de auto en opende vervolgens het hek. Hierna reed [verdachte] het terrein op.
Te 18:37 uur reed de grijze stationwagen merk Volvo het terrein af, rechtsaf in de richting van het [straatnaam] te Lucaswolde .
Donderdag 22 oktober 2020.
Te 12:53 uur reed een grijze Volvo met het kenteken [kenteken 2] de oprit op Volgens het RDW staat het voertuig op naam van [verdachte] . Bestuurder [verdachte] stapte zijn auto uit en opende het hek.
Te 15:50 uur reed Volvo weer van het terrein af en deed bestuurder [verdachte] het hek dicht. De Volvo reed weg en stopte naar een paar meter en reed vervolgens weer achteruit de oprit op. Bestuurder [verdachte] klom over het hek en kwam te 15:55 uur terug en reed vervolgens weg in de richting van de Hooiweg.
Vrijdag 23 oktober 2020.
Te 12:42 uur reed de Opel Movano vanaf het [straatnaam] de oprit op en stapte bestuurder [verdachte] uit het voertuig en deed het hek open.
Te 11:35 uur reed de Opel Movano het terrein op en werd het hek afgesloten.
Te 14:00 uur reed de Opel Movano, [kenteken 1] , het terrein weer af en werd dit voertuig gevolgd door de politie en werd de bestuurder/verdachte [verdachte] op de A7 aangehouden.
1.2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van observatie d.d. 13 oktober 2020, opgenomen op pagina 623 - 627 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten, dan wel één hunner:
Wij hebben op 7 oktober 2020, tussen 09.15 uur en 15.44 uur geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
9.15
Aanvang observatie.
09.27 965
Zag ik over de Rijksweg A-6 ter hoogte van hectometerpaaltje 45.0, vanuit de
richting Muiden in de richting van Almere een Peugeot 207, kleur grijs en voor­
zien van het kenteken [kenteken 3] rijden. Dit voertuig stond vermeld in onze info­
set en behoort toe aan [naam 2] . Ik zag dat er één (1) persoon in het voertuig zat.
09.43 817
Zag ik dat de Peugeot in de [straatnaam] te Almere werd gepar-
keerd ter hoogte van perceel [nummer] .
9.44 817
Zag ik dat [naam 2] uit de Peugeot stapte en liep naar de woning van [naam 1] .
9.52 817
Zag ik dat [naam 1] in een personenauto stapte van het merk Toyota, type Yaris,
kleur grijs en voorzien van het kenteken [kenteken 4] . Nader te noemen Toyota.
Ik zag dat de Toyota vertrok en stopte voor de woning van [naam 1] .
9.53 817
Zag ik dat de kofferbank van de Peugeot werd geopend en er een grote hoge
doos uit gehaald werd en op straat werd gezet. Ik zag dat [naam 2] en [naam 1] hier
mee bezig waren.
9.55 817
Ik zag dat de grote doos uit de Peugeot in de Toyota werd geplaatst door
[naam 2] en [naam 1] . Ik zag dat [naam 2] weer naar de kofferbak van de Peugeot liep
en daar een lichtgekleurde tas uit haalde. Ik zag dat ook deze tas in de koffer­
bak van de Toyota werd geplaatst.
9.56 817
Ik zag dat er wederom een tas door [naam 2] uit de Peugeot werd gehaald en
ook deze werd in de Toyota geplaatst.
9.58 817
Ik zag dat de Toyota vertrok.
10.06 821
Zag ik dat de Toyota parkeerde op de San Franciscostraat naast de Mc Donald
aldaar.
10.07 821
Zag ik dat de Toyota naast een bedrijfsbus stond van het merk Opel, type
Movano en voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Nader te noemen Opel. Ik zag
dat er goederen vanuit de Toyota over werden geladen in de Opel. Ik zag dat
hier drie personen mee bezig waren.
10.10 821
Zag ik, nadat de goederen waren ingeladen, de Opel vertrok.
10.11 821
Zag ik dat zowel de BMW als de Opel gezamenlijk vertrokken.
11.20 848
Zag ik dat de Opel de carpoolplaats opreed welke is gevestigd aan de Beetster-
weg ter hoogte van perceel 20 te Beetsterzwaag. Ik zag dat de Opel daar
parkeerde.
11.34 965
Zag ik dat de BMW ook de carpoolplaats opreed en parkeerde ter hoogte van
de Opel.
11.36 965
Zag ik dat de Opel weer vertrok. Ik zag dat de BWM bleef staan op de carpool­
plaats.
11.55 965
Zag ik dat de Opel op de [adres 1] te Lucaswolde , bij perceel [nummer] , het ter­
rein op reed.
13.55 843
Zag ik dat de Opel het terrein van [straatnaam] verliet.
14.03 965
Zag ik dat de Opel parkeerde bij [bedrijf] ” welke is gevestigd aan
de [adres 2] te Nuis .
14.10 821
Zag ik dat de Opel weer vertrok bij genoemde bouwmarkt.
14.42 817
Zag ik de Opel rijden over de Kooiweg te Lucaswolde in de richting van de
[adres 1] .
14.45 843
Zag ik dat de Opel weer het terrein op reed van perceel [straatnaam] te
Lucaswolde .
15.21 821
Zag ik op het terrein meerdere personen bij de Opel staan.
Ik 817 herkende, [naam 2] , geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] .
Ik 821 herkende, [naam 1] , geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] .
Ik 821 herkende, [naam 4] geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] .
1.3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2020, opgenomen op pagina 469, 470 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten, dan wel één hunner:
Op 7 oktober 2020 zag het observatieteam dat de Opel Movano, die zij die dag aan het volgen waren, het terrein aan de [straatnaam] te Lucaswolde verlaten. Gezien werd dat de Opel Movano omstreeks 14:03 uur de parkeerplaats van [bedrijf] oprijden. Omstreeks 14:10 uur reed de Opel Movano de parkeerplaats weer af en reed terug naar de [straatnaam] te Lucaswolde .
Om 14:10 uur wordt een propaan drukregelaar aangeschaft. Op 27 oktober 2020 werd op de [straatnaam] te Lucaswolde een actief drugslaboratorium aangetroffen. Soortgelijke propaan drukregelaar werd in het drugslaboratorium aangetroffen.
Het Landelijk Faciliteit Ontmantelen (LFO) van de Nationale Politie heeft, na ontdekking van het actieve drugslaboratorium op 27 oktober 2020, foto’s gemaakt van de plaats delict. Op foto’s van het LFO is te zien dat er in het laboratorium gebruik werd gemaakt van gasflessen. Een gasfles was middels een drukregelaar verbonden aan een brander waarop ‘gekookt’ werd.
1.4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van observatie d.d. 16 november 2020, opgenomen op pagina 629 - 633 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten, dan wel één hunner:
Wij hebben op 9 oktober 2020 geobserveerd en daarbij hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
10.55
uur 842 Ik zag over de Rijksweg A-7, ter hoogte van de afrit van Tjalbert
komende vanuit de richting van Heerenveen en gaande in de richting
van Drachten, een Opel, type Movano en voorzien van het kenteken
[kenteken 1] , rijden.
11:00 uur 818 Ik zag dat er een manspersoon in de cabine zat van de genoemde
Opel. Ik zag dat de Opel de afrit nam bij Marum. Ik herkende de
bestuurder van de Opel als [verdachte] .
11:17 uur 848 Ik zag dat de Opel op de [adres 1] te Lucaswolde stilstond bij
perceel [nummer] . Ik zag dat de bestuurder een hekwerk opende, de bus door
het hekwerk heen reed en vervolgens het hekwerk weer dicht deed.
11:23 uur 965 Zag ik de Opel staan op het erf van genoemd adres.
11:50 uur 848 Ik zag dat de Opel het terrein weer af kwam gereden. Ik zag dat de
bestuurder het slot van het hek haalde, in de bus stapte en de bus
verder door reed, stopte en uitstapte en het hek achter de bus weer op
slot deed. Ik zag dat de bestuurder instapte en vertrok.
12:05 uur 842 Ik zag dat de Opel werd geparkeerd achter op de P+R parkeerplaats
te Hoogkerk aan de Peizerweg. Ik zag dat de bestuurder uitstapte en
om de bus heen liep. Ik zag dat de bestuurder achter de bus
verdween. Ik zag dat hij kort daarna bij de bestuurderszijde het portier
open deed. Ik zag vervolgens een manspersoon met pet en een
manspersoon met bril in de Opel stappen aan de passagierszijde.
Ik zag dat de bestuurder weer aan de bestuurderszijde in de Opel
stapte. Ik zag dat de Opel vertrok.
12:21 uur 842 Ik zag dat de Opel stil stond op de Sumatralaan te Groningen. Ik zag
dat er vanuit de bus contact was met twee jonge jongens. Ik zag dat
de jongens gebarende bewegingen maakten. Ik zag dat de Opel weer
vertrok.
12:22 uur 965 Ik herkende op de Sumatralaan te Groningen de man met pet en de
man met bril in de Opel als zijnde de subjecten [naam 2] en [naam 1] .
12:40 uur 818 Ik zag dat de Opel stil stond ter hoogte van het Centraal Station te
Groningen. Ik zag dat er twee personen uit de Opel stapten. Ik zag dat
dit [naam 2] en [naam 1] waren. Ik zag dat ze beide een tas bij zich hadden. Ik
zag dat ze bij de bus wegliepen en richting stationshal gingen. Ik zag
en hoorde dat ze in het station bij de balie vroegen om een kaartje
voor de trein naar Almere. Ik zag dat ze twee kaartjes kochten en dat
ze al rennende naar een trein gingen. Ik zag dat ze in die genoemde
trein stapten. Ik zag dat er op de bebording stond dat de trein onder
andere naar Almere ging.
13:10 uur 848 Ik zag dat de Opel weer tot stil stand kwam voor het hekwerk van de
[straatnaam] te Lucaswolde . Ik zag dat de bestuurder
uitstapte en het slot van het hek los maakte. Ik zag dat hij weer in de
bus stapte en de bus door het hek heen reed. Ik zag dat de bestuurder het
hekwerk weer dicht en op slot deed. Ik zag dat hij weer in de bus stapte
en dat de bus verder het terrein op reed.
Ik 965 herkende, [naam 2] , geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] .
Ik 965 herkende, [naam 1] , geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] .
Wij 965 en 821 herkenden, [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1961.
1.5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van het Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen(LFO) d.d. 30 oktober 2020, opgenomen op pagina 802 – 804 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisanten dan wel één hunner:
Op 27 oktober 2020 heb ik, samen met mijn collega een onderzoek ingesteld op het perceel [straatnaam] te Lucaswolde . Op dit perceel was een drugslaboratorium aangetroffen. Ik zag dat de loods bereikbaar was via een dubbele houten deur. Ik betrad de loods via deze deur en zag dat deze toegang gaf tot een ruimte van circa vier bij vier meter. Ik zag in deze ruimte een ladder, jerrycans, IBC’s en zakken met chemicaliën staan. Ik zag dat de ladder toegang gaf tot een zolder. Ik zag dat links van de ladder een deur open stond die toegang gaf tot een L vormige ruimte waarin hoorbaar een afzuiging in werking was. Ik betrad deze ruimte en rook direct een geur die past bij de illegale vervaardiging van methamfetamine.
Ik zag dat links een vriezer stond met hiervoor een RVS metalen koeler op de grond. Ik zag
dat linksachter in en voor een stelling diverse laboratoriumbenodigdheden zoals gebruikt
glaswerk staan. Ik zag dat in het midden van de ruimte een glazen vacuümdestillatie
opstelling staan die verwarmd werd middels een grote gasbrander op een metalen paella pan.
De commandant van het arrestatieteam verklaarde mij dat deze gasbrander in werking was op het moment dat de drie verdachten in deze ruimte werden aangetroffen. Bij nader onderzoek bleek dat de vacuümpomp die deel uitmaakte van deze opstelling nog in werking was.
Ik zag dat rechts van deze opstelling twee witte kookpannen met vloeistof op de vloer
stonden. Ik zag dat vloeistof sterk dampte en borrelde. Ik heb vervolgens met behulp van een
infraroodcamera de temperaturen van de verschillende goederen in de ruimte bekeken.
Hierbij bleek dat de gehele vacuüm destillatieopstelling en een viertal pannen met vloeistof en kristallen in belangrijke mate warmer waren dan de overige goederen. Kennelijk is men kort tevoren bezig geweest met het indampen van methamfetamine bevattende vloeistof.
Dit bleek doordat in alle vier de pannen de vloeistof bij afkoelen uitkristalliseerde. Ik zag dat er ook een pan stond met netto 3,5 kilo kristallen die door ons geïdentificeerd werd als methamfetamine. In totaal ging het om ruim 30 kilo aan oververzadigde vloeistof mengsels van methamfetamine.
Ik zag dat er rechtsachter in de hoek enige tientallen jerrycans stonden met rechts hiervan een IBC van 1000 liter. Ik zag dat er verder rechts in de ruimte twee RVS ketels op wielen staan met rechts daarvan twee IBC’s van 1000 liter die onderling gekoppeld waren en deden als gaswasser met daarnaast een houten filterkast.
Op de zolder stonden onder meer 18 gebruikte 200 liter klemdekselvaten, zeven gebruikte
scheidtrechters van 150 liter en was een tent opgebouwd met hierin een tafel waarin op grote
schaal eerder ice kristallen van methamfetamine werden gedroogd. Op de tafel werden ook
dergelijke kristallen aangetoond.
Wij hebben een aantal monsters genomen en hebben ons onderzoek de volgende dag voortgezet. Op locatie [straatnaam] te Lucaswolde werden goederen en chemicaliën aangetroffen die passen bij de vervaardiging van methamfetamine vanuit BenzylMethylKeton (BMK) met de Aluminium Amalgaan methode op zeer grote schaal. De vervaardigde methamfetamine werd, gelet op de verschillende chemicaliën, verder gescheiden om deels te worden bewerkt tot glasheldere methamfetamine kristallen (Ice ofwel Crystal meth).
1.6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 4 november 2020, opgenomen op pagina 1271 – 1293 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
V: Gebruik je een telefoon?
A: Ja.
V: Wat is dat voor telefoon?
A: Dat is een telefoon waarop ik door kreeg wanneer die jongens komen en ze communiceren erop als ze bij mij waren.
V: Van wie heb je de telefoon gekregen?
A: Van die [verdachte] heb ik hem gekregen
V: Er zijn meerdere personen aangehouden. Hoe zou je hem omschrijven?
A: De chauffeur die met de witte bus reed
V: Is hij op de dag van de aanhouding geweest?
A: Ja.
V: Wat heeft hij gedaan?
A: Hij heeft de Chinezen gebracht.
V: Wat zie je staan? Nicknames?
A. Vandaar dat ik [verdachte] alleen als [verdachte] ken.
V: Wij willen je een foto laten zien. Deze man heeft de crypto telefoon gegeven?
A: Ja klopt.
O: Deze foto zal als bijlage 1 aan het verhoor worden toegevoegd. [rechtbank: als bijlage 1 is een afbeelding van verdachte aan het proces-verbaal gehecht]
V: Wat voor Nicknames stonden er dan in?
A: [verdachte]. Kleine sigaar. Er stonden er volgens mij 4 in. Ik sprak maar met 2 personen: [verdachte] en kleine sigaar.
V: Wie is die kleine sigaar?
A: Dat is [naam 4] .
V: Wie is [naam 4] ?
A: [naam 4] is degene die de Chinezen zeg maar gestuurd heeft.
V: Kwam [verdachte] wel eens met een andere auto?
A: Ja met een gouden of zilveren Volvo.
V: Wat deed de [verdachte]?
A: Hij hield zich bezig met het heen en weer rijden van spullen. Ik heb laatst nog bouwmaterialen met hem opgehaald. Hij heeft me geholpen met klussen.
V: Wat voor spullen?
A: Je hebt een heel lab vol gevonden. Alles moet vervoerd zijn.
Ik heb bouwmaterialen gekocht bij [naam 6] .
V: Heb je dat zelf gekocht?
A: Ja. Ik heb er later wel een gedeelte van teruggekregen, voor de verbouwing zijn ze me daar op tegemoet gekomen.
V: Om wat voor bedrag gaat dat?
A: €17.000
V: Je bent aan het verbouwen. Wat moet je dan doen?
A: De wanden. De vloer. Het electra. De waterleiding en ik heb het afzuigsysteem opgehangen.
V: In welke periode?
A: Wel drie maanden.
V: Vanaf wanneer?
A: Ik denk vanaf juni, juli. Je kunt het het beste zien vanaf wanneer ik de bouwmaterialen heb gekocht. Toen ben ik begonnen.
V: Dan kom je met andere personen in aanraking. De [verdachte], de 2 Chinezen en [naam 4] . Zijn er nog meer?
A: Nee niet wat ik gezien heb.
V: Hoe wist je hoe je het moest verbouwen? Met wie had je dit gesprek?
A: Met de [verdachte].
V: Kon hij klussen?
A: Ja. We hebben samen die vloer erin gegooid. Ik denk dat het ook een technische man is.
V: Waar blijkt dat uit?
A: Hoe hij bepaalde dingen schroeft.
V: Wat heeft hij verder gedaan naast de vloer?
A: Hij heeft mij geholpen met die filters ophangen.
V: Wat voor afspraken zijn er gemaakt over de huur?
A: Eerst was het 1250 euro per maand. Dat werd steeds niet betaald en later werd er gezegd je krijgt wel iets van de winst.
V: Vanaf wanneer had je winst?
A: In het weekend voor mijn aanhouding, dinsdag, op de dag van de aanhouding heb ik mijn eerste betaling gekregen. Dat was 26.000 euro.
V: En die 17.000 euro?
A: Dat zit daar bij in.
V: Van wie heb je het geld gekregen?
A: Van die [verdachte].
V: Dus je moest in hun opdracht die verbouwing doen?
A: Daar ging het wel steeds meer naartoe. De [verdachte] kwam snel in beeld voor vervoer van spullen, klussen en geld overhandigen. In eerste instantie ben ik alleen maar zelf aan het verbouwen. Later gingen ze de druk opvoeren, dat was zeg maar anderhalve maand voor mijn aanhouding, dat dingen sneller, sneller moesten en toen begon die [verdachte] weer te helpen.
V: Hoe wist je hoe je het crypto toestel moest gebruiken?
A: De [verdachte] zei een week of 5, 6 geleden de toegangscode. Alles was voor geprogrammeerd. Toen ik het opende zag ik vier nicknames staan. Hij zei dat hij de [verdachte] was en kleine sigaar was [naam 4] .
V: Waar kwam je op voor de hele verbouwing?
A: 17.000.
V: En je hebt het geld terug gekregen via?
A: Die [verdachte]. Dat was die 26.000 euro.
V: Met wie gingen de geld afspraken?
A: Met [naam 4] en de [verdachte].
(…)
P: Wat kun je vertellen over Encrochat?
V: Dat het een beveiligd netwerk is.
(…)
P: Wat is het verschil met Diamond Secure?
V: Weet ik niet.
(...)
P: Waarom hebben jullie die switch gemaakt?
V: Omdat die opgerold was. Hun zeiden je telefoon doet het niet meer.
P: Wie is hun?
V: Die [verdachte]
1.7.
Een proces-verbaal van bevindingen, dd. 5 november 2021, opgenomen op pagina 432,433 van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisanten, danwel één hunner:
In de woning van verdachte [verdachte] zijn 4 telefoons in doosjes aangetroffen. Daarbij zat een doosje met daarin 11 simkaarten en 17 stickers met accounts. Het betreffen toestellen van het type X1 en deze toestellen worden gebruikt voor de diensten van Diamond Secure.
1.8.
Een proces-verbaal van bevindingen, dd. 4 februari 2021, opgenomen op pagina 575 van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisanten, danwel één hunner:
[verdachte] is de stiefvader van [naam 4] . Door [naam 4] wordt [verdachte] tegenover andere gebruikers regelmatig aangeduid als “die [verdachte]".

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
[naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en/of [naam 4] , in de periode omvattende het jaar 2020 (tot en met 27 oktober 2020) te Lucaswolde , in de gemeente Westerkwartier, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk hebben bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende methamfetamine (crystal meth) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, zijnde methamfetamine (crystal meth) en die een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I telkens elk een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
tot en bij het plegen van bovengenoemd(e) misdrijven verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in bovenvermelde periode te Lucaswolde , in de gemeente Westerkwartier, meermalen, opzettelijk behulpzaam is geweest, door telkens opzettelijk
- meer van bovengenoemde personen telkens van en naar dat pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , te vervoeren en
- werkzaamheden te verrichten aan en materialen aan te schaffen en te vervoeren naar dat pand gelegen aan of bij de [straatnaam] om deze geschikt te maken voor van het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervaardigen,
en
- een van bovengenoemde personen geld te betalen ten behoeve van verrichtte werkzaamheden ten behoeve van voornoemde omschreven handelingen/activiteiten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Subsidiair.
Eendaadse samenloop van:
ten aanzien van het bereiden, bewerken, verwerken:
Medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
ten aanzien van het vervaardigen:
Medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. subsidiair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit, voor zover geen vrijspraak volgt, voor oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en daarnaast eventueel nog een voorwaardelijke gevangenisstraf met de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn voorgesteld.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de reclasseringsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid van grootschalige productie van synthetische drugs.
Verdachte is behulpzaam geweest bij de voorbereiding van de productie van metamfetamine.
Hij heeft bouwmaterialen aangevoerd, meegebouwd aan het drugslab, heeft de zogenaamde koks vervoerd, de eigenaar van de schuur betaald voor de gemaakte onkosten en hem een cryptotelefoon overhandigd. Daarmee heeft verdachte de producenten van synthetische drugs gefaciliteerd en was hij een essentiële schakel in het geheel. Verdachte heeft door zijn handelen het mede mogelijk gemaakt dat er een drugslab werd opgericht.
Het is algemeen bekend dat de productie van synthetische drugs, en verdovende middelen in het algemeen, zeer schadelijk is voor de volksgezondheid en bovenal voor de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Voornoemde drugs kunnen leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving. Daar kom nog bij dat methamfetamine een zeer verslavende drug is. Bovendien is het algemeen bekend dat verslaafde gebruikers misdrijven plegen om aan geld te komen om in hun verslaving te kunnen voorzien.
Het is een feit van algemene bekendheid dat de vervaardiging van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met (grof) geweld en bedreiging met geweld.
Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan een georganiseerde vorm van drugscriminaliteit die de laatste jaren in ons land grote vormen heeft aangenomen, die gepaard gaat met zwarte geldstromen en ondermijning van de Nederlandse samenleving.
Bovendien gaat de productie van harddrugs met andere vormen van criminaliteit gepaard, zoals het dumpen van chemisch afval in de natuur.
Op grond van dit alles is de rechtbank van oordeel, rekening houdend met de straffen die in soortgelijke gevallen doorgaans worden opgelegd, dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, passend en geboden is. De rechtbank ziet mede gelet op het feit dat verdachte van een aantal feiten wordt vrijgesproken en gelet op de straffen die in soort gelijke zaken worden opgelegd, aanleiding af te wijken van de eis van de officier van justitie. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot na te noemen straf, die de rechtbank passend en geboden acht. De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze onvoorwaardelijke gevangenisstraf een deel voorwaardelijk op te leggen met de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn voorgesteld.
De rechtbank heeft er bij de strafbepaling rekening mee gehouden dat verdachte blijkens het uittreksel uit zijn justitiële documentatie niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zake de onder verdachte inbeslaggenomen cryptotelefoons onttrekking aan het verkeer gevorderd en verbeurdverklaring van verdachtes bestelbus, zijnde een Opel, type Movano, kenteken [kenteken 1] .
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft verzocht tot teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen cryptotelefoons en bestelbus.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de inbeslaggenomen cryptotelefoons vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het feit hiermee is begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen bestelbus, merk Opel, type Movano, kenteken [kenteken 1] , moet worden teruggegeven aan verdachte, omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 47, 48 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair, 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van één jaar.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen cryptotelefoons.

Gelast de teruggaveaan veroordeelde [verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven bestelbus, merk Opel, type Movano, kenteken [kenteken 1] .
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands, voorzitter, mr. M.R. de Vries en
mr. B.F. Hammerle, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 oktober 2021.