ECLI:NL:RBNNE:2021:4416
Rechtbank Noord-Nederland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Consumentenbescherming bij telefonische overeenkomsten voor energielevering
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eneco Services B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. Eneco had gevorderd dat de gedaagde een bedrag van € 500,00 zou betalen, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een telefonisch gesloten overeenkomst voor de levering van energie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet aanwezig was en dat er eerder een overeenkomst voor energielevering had bestaan.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling artikel 6:230v lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in acht genomen, dat vereist dat een overeenkomst tot het leveren van energie schriftelijk moet worden gesloten als de consument telefonisch door de handelaar is benaderd. De kantonrechter oordeelde dat Eneco niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde het initiatief had genomen voor de telefonische overeenkomst. Hierdoor kon de kantonrechter niet controleren of aan het vereiste van artikel 6:230v lid 6 BW was voldaan.
De conclusie was dat de overeenkomst nietig was, omdat de consumentenbescherming niet kon worden gewaarborgd. De kantonrechter wees de vordering van Eneco af en veroordeelde Eneco in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot. Deze uitspraak benadrukt het belang van consumentenbescherming in gevallen van telefonische overeenkomsten, vooral wanneer er ongelijkwaardigheid tussen partijen bestaat.