ECLI:NL:RBNNE:2021:4290

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
17/781005-06
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 september 2021 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 1980, verblijft momenteel in een instelling en is eerder ter beschikking gesteld wegens ernstige delicten, waaronder verkrachting en vrijheidsberoving. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering op 14 september 2021 gehouden, waarbij de raadsman van de veroordeelde, mr. J.A.W. Knoester, en de officier van justitie, mr. E.R. Jepkema, aanwezig waren. De veroordeelde en deskundige R. Wessels verschenen per videoconferentie.

De rechtbank heeft de relevante stukken bestudeerd, waaronder een rapport van het behandelteam van de instelling, waarin wordt geadviseerd de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De veroordeelde is gediagnosticeerd met verschillende psychische aandoeningen, waaronder zwakbegaafdheid en pedofilie, en heeft moeite met de behandeling. Ondanks enige vooruitgang in de therapie, is er onvoldoende inzicht in zijn delictgedrag en blijft het risico op recidive aanwezig. De deskundige Wessels bevestigde tijdens de zitting dat de veroordeelde niet gemotiveerd is voor behandeling, maar dat de kliniek hem perspectief wil blijven bieden.

De officier van justitie heeft volhard in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, terwijl de veroordeelde en zijn raadsman zich niet verzetten tegen deze vordering. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd, gezien de beperkte vooruitgang in de behandeling en de complexe problematiek van de veroordeelde. De rechtbank heeft de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in overeenstemming met de jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/781005-06
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 28 september 2021 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats],
thans verblijvende in [instelling],
hierna te noemen veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 september 2021, waarbij aanwezig waren de raadsman van veroordeelde mr. J.A.W. Knoester en de officier van justitie mr. E.R. Jepkema. Veroordeelde en de deskundige R. Wessels zijn per videoconferentie ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 25 juni 2021 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 9 maart 2007 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeelde wegens verkrachting, vrijheidsberoving, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en poging tot vrijheidsberoving ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 23 september 2009 en laatstelijk op 17 september 2019 verlengd met twee jaar.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is gediagnosticeerd met zwakbegaafdheid, pedofilie gericht op jonge meisjes, een antisociale persoonlijkheidsstoornis, psychopathie, ADHD, een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik (beiden in remissie) en PTSS (in remissie). Veroordeelde is in 2019 gestart met zijn tweede behandelpoging. Hoewel veroordeelde de schematherapie succesvol heeft afgerond, zijn er onvoldoende behandelvorderingen gemaakt met betrekking tot zijn delictgedrag. Het lukt niet om voldoende inzicht te krijgen in de seksuele belevingswereld van veroordeelde. Hij kan inmiddels wel aangeven dat hij zichzelf niet vertrouwt in de omgang met vrouwen, maar hij heeft geen adequate copingvaardigheden, anders dan zich terugtrekken op zijn kamer. Veroordeelde verdraagt geen behandeldruk en de behandeling vordert uiterst traag. Vanwege zijn complexe psychopathologie en zijn zwakbegaafdheid is hij blijvend aangewezen op professionele 24-uurs begeleiding binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg en vooralsnog in een forensische context. Het risico op recidive in de huidige setting wordt ingeschat als laag tot matig. Bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel wordt het risico op recidive ingeschat als hoog. Het behandeltraject en het daaropvolgende resocialisatietraject dient zorgvuldig en stapsgewijs plaats te vinden en zal naar verwachting meer dan zes jaren in beslag nemen. Veroordeelde heeft moeite een dagprogramma met arbeid en therapie te volgen en vol te houden. Veroordeelde geeft sinds enkele weken aan dat de behandeldruk hem teveel wordt en dat hij geen behandeling meer wil. Hij heeft de wens uitgesproken om naar een longstay/longcare-voorziening te gaan.
De deskundige Wessels heeft tijdens de zitting van 14 september 2021 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Veroordeelde is niet meer gemotiveerd voor een behandeling, maar de kliniek wil hem perspectief blijven bieden. Daarom gaat het behandelteam advies inwinnen bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) om te kijken of binnen het huidige behandeltraject nog mogelijkheden zijn en of veroordeelde alsnog gemotiveerd kan worden om aan zijn huidige behandeling mee te werken. Als uiteindelijk toch gedacht wordt aan plaatsing in een longstay-voorziening, dan zal er eerst een zorgconferentie worden georganiseerd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd.
De rechtbank constateert dat er sinds de start van de tweede behandelpoging nog maar weinig vooruitgang is geboekt. Er is sprake van een complexe problematiek en een beperkte draagkracht. Veroordeelde is behandelmoe en het is maar de vraag of en wanneer de behandeling weer vlot getrokken kan worden. Het is de verwachting van de kliniek dat bij deze stand van zaken de behandeling zeker nog zes jaar zal duren.
Uitgangspunt in de jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is dat de terbeschikkingstelling verlengd moet worden met een termijn van twee jaar, wanneer aannemelijk is dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de termijn van de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met twee jaar. Het is aannemelijk dat de behandeling van veroordeelde - indien en voor zover deze al van de grond komt - meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging met één jaar.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Post, voorzitter, mr. R.B. Maring en mr. K.A. de Groot, rechters, bijgestaan door K. de Ruiter, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 september 2021.