Op 28 september 2021 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die werd beschuldigd van (zware) mishandeling. De aangever had verklaard dat de verdachte hem met een honkbalknuppel had aangevallen, maar de rechtbank oordeelde dat de aangifte onbetrouwbaar was. De aangever had wisselende verklaringen afgelegd en zijn verhaal aangepast toen bleek dat de honkbalknuppel van hemzelf was. De rechtbank vond dat de verklaring van de verdachte consistent was en steun vond in de letselverklaring.
De zaak begon met een confrontatie tussen de dochter van de verdachte en de aangever, waarna de verdachte verhaal ging halen. De rechtbank concludeerde dat de aangever niet geloofwaardig was, vooral omdat zijn verklaringen niet overeenkwamen met de letselverklaring en de omstandigheden van het incident. De verdachte had verklaard dat hij zich had verdedigd tegen een aanval met messen van de aangever, wat de rechtbank als een plausibele verklaring beschouwde.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij de aangever had mishandeld. De vordering van de benadeelde partij werd ook niet ontvankelijk verklaard, omdat het feit niet bewezen was. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank op 28 september 2021.