ECLI:NL:RBNNE:2021:4170

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 september 2021
Publicatiedatum
24 september 2021
Zaaknummer
9432641 \ VO VERZ 21-1777
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming van een onafhankelijke professionele bewindvoerder in een onderbewindstelling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 17 september 2021 een ambtshalve beschikking gegeven inzake de onderbewindstelling van de gelden en goederen van een betrokkene. De bewindvoerder, die sinds 1997 betrokken was, werd ontslagen omdat er twijfels waren gerezen over de belangenbehartiging van de betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de bewindvoerder zijn taken niet slecht uitvoerde, er patronen waren ontstaan die mogelijk niet meer in het belang van de betrokkene waren. De staat van de woning van de betrokkene was slecht en hij leek klem te zitten tussen de betrokkenen in zijn leven.

De kantonrechter heeft verschillende bezoeken aan de betrokkene gebracht en gesprekken gevoerd met de bewindvoerder en de advocaat van de betrokkene. Tijdens deze gesprekken kwam naar voren dat er verschillende visies waren over de rol van de bewindvoerder en de betrokkenheid van derden, waaronder een persoon genaamd [X]. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet in staat was om zelf een keuze te maken voor een nieuwe bewindvoerder en dat er gewichtige redenen waren om een professionele bewindvoerder aan te stellen. De kantonrechter heeft [A. BV] benoemd als opvolgend bewindvoerder, met de verwachting dat deze objectief naar de situatie van de betrokkene zou kijken en zijn belangen voorop zou stellen.

De beschikking bevatte ook bepalingen over de beloning van de opvolgend bewindvoerder en de verplichting voor de ontslagen bewindvoerder om rekening en verantwoording af te leggen aan de nieuwe bewindvoerder. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
Zaaknummer : 9432641 \ VO VERZ 21-1777
Datum uitspraak: 17 september 2021
Ambtshalve beschikking
inzake de onderbewindstelling van de gelden en goederen van:
[betrokkene] ,
geboren te [gemeente] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] ,
hierna ook te noemen betrokkene.

1.Voorgeschiedenis

1.1.
De gelden en goederen van betrokkene zijn door de kantonrechter te Heerenveen op 20 januari 1987 onder bewind gesteld. Sinds 8 januari 1997 is [de bewindvoerder] , thans [bedrijfsnaam] , de bewindvoerder.
1.2.
Bij beschikking van 2 april 2021 heeft de kantonrechter op verzoek van de bewindvoerder en betrokkene, bepaald dat het bewind ingeschreven wordt in het Centraal Curatele- en Bewindregister.

2.Procesverloop

2.1.
Op 26 mei 2021 heeft de kantonrechter een brief ontvangen van de bewindvoerder en heeft de bewindvoerder verzocht een zitting te bepalen.
2.2.
De kantonrechter heeft vervolgens een zitting bepaald op 11 juni 2021. De bewindvoerder en [mr. Y] , advocaat van betrokkene, zijn ter zitting verschenen en gehoord.
2.3.
Op 1 juli 2021 zijn nog nadere stukken ontvangen van de bewindvoerder.
2.4.
De kantonrechter heeft betrokkene op 2 juli 2021 bezocht en gehoord. Na dit bezoek heeft de kantonrechter kennis genomen van stukken van 25 juni 2021, die mede ondertekend zijn door betrokkene. Deze stukken zijn voor de kantonrechter aanleiding geweest om betrokkene nogmaals een bezoek te brengen. Dit bezoek heeft plaatsgevonden op 9 juli 2021.
2.5.
Van beide bezoeken is proces-verbaal opgemaakt en dit proces-verbaal is aan de bewindvoerder en [mr. Y] gezonden. Zij zijn in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren.
2.6.
De kantonrechter heeft daarna nog kennis genomen van de volgende stukken:
- een brief met bijlagen van de bewindvoerder van 23 juli 2021;
- een brief met bijlagen (waaronder de bereidverklaring van [A. BV] ) van [mr. Y] van 3 augustus 2021,
- stukken van [X] , ter griffie ontvangen op 17 augustus 2021, waaronder een gespreksverslag van Meitinker [naam] , van 8 juli 2021.
2.7.
De kantonrechter heeft vervolgens beschikking bepaald.

3.Motivering

3.1.
De aanleiding voor de zitting van 11 juni 2021 was de brief van de bewindvoerder van 26 mei 2020, waarbij een brief van [mr. Y] van 10 mei 2021 was gevoegd. In
zijn brief heeft [mr. Y] aangegeven dat betrokkene zich tot hem heeft gewend omdat hij niet tevreden is over de bewindvoerder. Tijdens deze zitting is de kantonrechter gebleken dat de bewindvoerder en [mr. Y] verschillende visies hebben over de situatie van betrokkene, de rol van [X] (hierna te noemen [X] ) en hoe betrokkene hier zelf in zou staan.
3.2.
De bewindvoerder heeft aangeven dat hij zich grote zorgen maakt over de rol van
[X] en diens familie. De bewindvoerder meent dat [X] uit is op het geld van betrokkene en betrokkene negatief beïnvloedt. Hij is steeds verder het leven van betrokkene binnengedrongen en wil weten wat de financiële positie van betrokkene is en hoe de inhoud van zijn testament luidt. Voorheen heeft de bewindvoerder betrokkene nimmer over [X] gehoord en nu zou betrokkene aangeven dat [X] geld wil om voor zijn dochter een woning te kopen. [X] gaat volgens de bewindvoerder heel ver in zijn bemoeienis en heeft betrokkenen naar zeven verschillende notarissen meegenomen om informatie te krijgen over het testament. Bij één van de notarissen is [X] dermate agressief geworden, dat de notaris de politie heeft gebeld. Betrokkene zou tegen de bewindvoerder hebben gezegd dat [X] op moet houden "te ouwehoeren" en dat hij graag van hem af wil. Ten aanzien van de staat van de woning stelt de bewindvoerder dat hij alles wel op wil laten knappen, maar dat betrokkene dat niet toestaat. Betrokkene laat moeizaam anderen toe in zijn woning. De zoon van de bewindvoerder mag wel naar binnen en dan mag hij zo nu en dan wel iets opknappen. De bewindvoerder heeft een goede band met betrokkene en er is wekelijks contact. Ook gaat betrokkene bijvoorbeeld mee met het jaarlijkse uitje van het administratiekantoor van de bewindvoerder.
3.3.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken, begrijpt de kantonrechter dat
[mr. Y] een andere beeld van de situatie heeft en betrokkene tegen hem ook andere dingen zou hebben gezegd. [mr. Y] stelt dat betrokkene al langere tijd niet tevreden is over hoe de bewindvoerder met hem omgaat en het verzoek om het bewind te publiceren is voor betrokkene de druppel geweest. Betrokkene zou het niet eens zijn met deze publicatie en hier ook niet voor getekend hebben. Vanwege zijn onvrede heeft betrokkene samen met [X] een andere bewindvoerder benaderd. Betrokkene zou tevens tegen [mr. Y] hebben gezegd dat hij [X] al 35 jaar kent en [X] zelfs een tijdje bij hem in huis heeft gewoond. [X] zou geen geld van betrokkene willen hebben en betrokkene is ook niet van plan hem geld te geven. [mr. Y] is geschrokken van de staat van de woning. Betrokkene wil graag in de woning blijven wonen, maar dan zal er wel wat moeten gebeuren. Zo is er sprake van meerdere lekkages (waaronder in de slaapkamer), heeft betrokkene bij strenge vorst geen stromend water en kan betrokkene met moeite de woning in- en uitkomen, omdat de drempel bij de deur te hoog en bovendien in slechte staat is.
3.4.
De vraag die nu voorligt, is of er voor betrokkene een andere bewindvoerder zou moeten komen. De kantonrechter dient bij de beantwoording van die vraag, te beoordelen of er sprake is van gewichtige redenen die het ontslag van de huidige bewindvoerder rechtvaardigen. Tijdens de bezoeken die de kantonrechter aan betrokkene heeft gebracht, is betrokkene consistent in hetgeen hij de kantonrechter heeft verteld. Zo geeft hij aan dat hij de bewindvoerder al erg lang kent en kan hij goed met hem opschieten. Hij hoeft niet beslist een andere bewindvoerder en zo lang [de bewindvoerder] het nog wil blijven doen, dan vindt betrokkene dat wel goed. Aan de andere kant heeft hij er ook geen bezwaar tegen als mevrouw [B] van [A. BV] de taken over zou nemen. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangegeven dan ook niet direct aanwijzingen dat het initiatief om een andere bewindvoerder te benaderen bij hem ligt. Er zal echter toch ook moeten worden gekeken naar de brieven die er liggen en mede zijn ondertekend door betrokkene, waarin hij heeft gevraagd om een andere bewindvoerder. Daarnaast heeft ook [mr. Y] betrokkene bezocht en betrokkene heeft tegen hem toch blijkbaar iets anders gezegd dan tot twee maal toe tegen de kantonrechter. Tegen de bewindvoerder heeft betrokkene wéér andere dingen gezegd. Voor de kantonrechter zijn deze verschillende verhalen een aanwijzing dat betrokkene klem lijkt te zitten tussen de mensen die bij hem betrokken zijn. Hij lijkt naar allen loyaal te zijn en wil met geen van hen ruzie.
3.5.
Het is voor betrokkene dan ook ondoenlijk om zelf een keuze te maken. De kantonrechter zal daarom de knoop voor betrokkene doorhakken. De keuze die de kantonrechter maakt is dat er een andere bewindvoerder voor betrokkene zal worden aangesteld. In dit geval een professionele bewindvoerder, die is getoetst aan de kwaliteitseisen die voor bewindvoerders gelden en die vanuit een onafhankelijke positie naar de situatie van betrokkene zal kijken. Dit doet de kantonrechter niet omdat de kantonrechter vindt dat [de bewindvoerder] zijn taken als bewindvoerder niet goed zou hebben uitgevoerd. Sterker nog, hij is als bewindvoerder decennia lang erg betrokken geweest, door wekelijks contact met betrokkene te hebben en altijd voor betrokken klaar te staan. Door deze betrokkenheid zijn er echter ook bepaalde patronen ontstaan, waarvan nu kan worden afgevraagd of deze het belang van betrokkene dienen. Zo heeft betrokkene aangegeven dat hij geen inzage heeft in zijn eigen financiële positie. De bewindvoerder geeft hem deze inzage niet, omdat hij betrokkene wil beschermen tegen misbruik van derden. De afweging die de bewindvoerder hierin heeft gemaakt lijkt ingegeven door goede bedoelingen, maar heeft er ook voor gezorgd dat betrokkene in een afhankelijke positie terecht is gekomen. Daarmee lijkt voorbij te worden gegaan aan het uitgangspunt van een onderbewindstelling, dat indien mogelijk een bewindvoerder er naar zou moeten streven betrokkene zo veel mogelijk te betrekken bij zijn taken en de zelfredzaamheid van betrokkene te bevorderen. De kantonrechter heeft tijdens de twee huisbezoeken aan betrokkene, niet de indruk gekregen dat dit niet mogelijk zou zijn. Dat bepaalde zaken met betrokkene kunnen worden besproken, wordt voor de kantonrechter ook bevestigd in het bij de stukken aanwezige verslag dat de "Meitinker" heeft gemaakt van zijn bezoek van 7 juli 2021 aan betrokkene. Hierin is onder meer opgenomen:
"Gemeente heeft meerder keren geïndiceerd vanuit de WMO. Bij de beoordeling is de gemeente benaderd door of de bewindvoerder, kwadrantgroep of thuiszorg. Er werd gesteld dat de heer niet aanspreekbaar zou zijn. Dit was reden voor de gemeente om geen huisbezoek af te leggen. Meitinker heeft de heer gesproken en met de heer [X] als contactpersoon, kunnen er veel zaken besproken worden en ook geregeld."
3.6.
Daarnaast heeft de kantonrechter ook grote zorgen over de staat van de woning van betrokkene. Er zijn aan de woning toch de nodige gebreken, die van dien aard zijn dat de kwaliteit van leven voor betrokkene wordt aangetast. Ook de meitinker heeft hier in zijn verslag veel aandacht aan besteed. De bewindvoerder heeft over (de situatie van) de woning het nodige verklaard en de kantonrechter denkt ook niet dat de bewindvoerder daar onwelwillend in is geweest. Echter is de situatie nu wel zoals die is en daar zal in het belang van betrokkene iets in moeten veranderen. Dat betrokkene zelf aangeeft er niet veel last van te hebben, maakt niet dat er niet eens goed naar de woning zal moeten worden gekeken. De kantonrechter denkt dat een onafhankelijk professionele bewindvoerder ook daarin voor betrokkene van belang kan zijn. Daar komt nog bij dat de kantonrechter zich afvraagt of betrokkene niet meer hulp nodig heeft dan hij op dit moment krijgt. Een professionele bewindvoerder kan daarin een belangrijke rol spelen, door te onderzoeken of er wellicht ook een mentorschap voor betrokkene nodig is en hierin eventueel de benodigde vervolgstappen te zetten.
3.7.
De kantonrechter ziet in de gegeven omstandigheden dan ook gewichtige redenen die het ontslag van de bewindvoerder rechtvaardigen, zodat de kantonrechter daartoe over zal gaan. De kantonrechter zal [A. BV] tot opvolgend bewindvoerder benoemen. Betrokkene heeft hiertegen geen bezwaar en heeft bovendien al kennisgemaakt met deze bewindvoerder. De rol van [X] is voor kantonrechter van ondergeschikt belang. Wat er ook over diens bemoeienis te zeggen valt, [X] wordt geen bewindvoerder en krijgt dan ook geen rol ten aanzien van financiën van betrokkene. Van [A. BV] mag bovendien als professioneel bewindvoerder verwacht worden dat zij objectief naar de situatie kijkt en de belangen van betrokkene vooropstelt.
3.8.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 559,00 (exclusief btw). De jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, zal worden vastgesteld overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).

4.Beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontslaat met ingang van 1 oktober 2021, [de bewindvoerder] , thans h.o.d.n. [bedrijfsnaam] , [adres] als bewindvoerder;
4.2.
benoemt met ingang van 1 oktober 2021 [A. BV] , [adres] tot bewindvoerder over de goederen en gelden die (zullen) toebehoren aan betrokkene;
4.3.
bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder rekening en verantwoording dient af te leggen aan de opvolgend bewindvoerder;
4.4.
stelt de beloning van de opvolgend bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden
vast op een bedrag van € 559,00 (exclusief btw);
4.5.
stelt de jaarbeloning van de opvolgend bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3
lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Groenewegen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2021.
Conc.nr.: 739
Beschikking verzonden op:
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.