ECLI:NL:RBNNE:2021:4109
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- H.J. Bastin
- H.A. Hulst
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid voorzieningenrechter wegens ontbreken bezwaar- of beroepsprocedure
Op 19 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had verzocht. De verzoeker had op 8 maart 2021 de voorzieningenrechter benaderd met het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank vroeg de verzoeker om een kopie van het besluit waartegen hij bezwaar had en een kopie van het ingediende bezwaarschrift. De verzoeker heeft op 9 maart 2021 enkele stukken toegestuurd, maar deze voldeden niet aan de eisen die de rechtbank stelde.
De rechtbank heeft de verzoeker op 15 maart 2021 geïnformeerd dat de voorzieningenrechter alleen bevoegd is om een voorlopige voorziening te treffen als er een besluit van een bestuursorgaan is en er bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld. De verzoeker heeft op 17 maart 2021 gereageerd, maar heeft geen besluit bijgevoegd waartegen een bezwaarprocedure loopt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar- of beroepsprocedure aan de gang is, waardoor hij zich onbevoegd moest verklaren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.