ECLI:NL:RBNNE:2021:4108
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die geconfronteerd werd met een last onder bestuursdwang. De burgemeester van de gemeente Het Hogeland had op 13 april 2021 besloten om de woning van de verzoeker te sluiten voor een periode van twaalf maanden, nadat er een hennepkwekerij en harddrugs in de woning waren aangetroffen. De verzoeker, die huurder was van de woning, maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 20 mei 2021 werd de verzoeker bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en twee anderen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester bevoegd was om de last onder bestuursdwang op te leggen op basis van artikel 13b van de Opiumwet, gezien de aangetroffen middelen. De rechter merkte op dat de stelling van de verzoeker dat de amfetamine voor eigen gebruik was, geen reden was om de hoeveelheid niet als handelshoeveelheid aan te merken. De voorzieningenrechter concludeerde dat de opgelegde sluiting in overeenstemming was met het beleid van de gemeente, dat een sluiting van maximaal twaalf maanden voor het aantreffen van harddrugs en hennepkwekerij voorschrijft.
De verzoeker voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden, zoals persoonlijke tragedies en financiële problemen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de sluiting te rechtvaardigen. Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.