ECLI:NL:RBNNE:2021:4106

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
18/145161-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak inzake diefstal en heling met meerdere benadeelde partijen

Op 23 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1982 en thans gedetineerd. De zaak betreft meerdere diefstallen en helingen die plaatsvonden in de periode van 16 april 2021 tot en met 3 juni 2021, waarbij de verdachte goederen heeft weggenomen uit woningen in Groningen. De verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Koopmans, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H. Mous. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en opzetheling, waarbij hij in zijn woning een grote hoeveelheid gestolen goederen voorhanden had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er vorderingen tot schadevergoeding ingediend door verschillende benadeelde partijen, die door de rechtbank zijn beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] tot € 775,00, [benadeelde partij 1] tot € 855,23, en [benadeelde partij 2] tot € 918,98 toegewezen, terwijl andere vorderingen zijn afgewezen of niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 120 dagen gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/145161-21
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/820387-18
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 september 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [instelling 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 september 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Koopmans, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2021 tot en met 17 april 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een woning/pand gelegen aan de [straatnaam] ,
(onder meer) de hieronder vermelde goederen, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan de hieronder vermelde benadeelden/aangevers, in elk geval
aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- ( onder meer) (een) zonnebril(len), parfum, een tv (Samsung), schoenen en/of
kleding, een brillenkoker (Gucci), een stijltang en/of een muziekbox (JBL Go),
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , en/of
- ( onder meer) een tv (Samsung), een zonnebril en/of een I-pad, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde partij 2] , en/of
- ( onder meer) sieraden, een tv (Samsung), een lamp (Ikea) en/of parfum, geheel of
ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 13] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, (een) goed(eren), te weten een brillenkoker (Gucci), een
lamp (Ikea), kleding, een muziekbox (JBL Go) en/of parfum, heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of
het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij op of omstreeks 2 juni 2021, in de gemeente Groningen, in/uit een woning/pand
gelegen aan de [straatnaam] , (onder meer) de hieronder vermelde
goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de hieronder
vermelde benadeelden/aangevers, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- ( onder meer) een muziekbox (JBL) en/of sieraden en/of oorbellen, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde partij 3] , en/of
- ( onder meer) kleding (jas, trui en/of een broek), geheel of ten dele toebehorende
aan [benadeelde partij 4] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 2 juni 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente
Groningen, (een) goed(eren), te weten oorbellen, sieraden, kleding, en/of een
muziekbox (JBL) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl
hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren)
wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
3
hij in of omstreeks de periode van 13 maart 2021 tot en met 16 maart 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een garagebox, gelegen aan de [straatnaam] ,
(onder meer) heeft weggenomen een fiets (merk Scott), ruitenvloeistof en/of een
accu-schroefboormachine, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een fiets (merk Scott) heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of
het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4
hij op of omstreeks 16 mei 2021, in de gemeente Groningen, in/uit een
woning/pand gelegen aan de [straatnaam] , (onder meer) een tv (Samsung), een
speaker (JBL), parfum en/of sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 16 mei 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een muziekbox (JBL) heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of
het voorhanden krijgen van die muziekbox wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 2 juni 2021, in de gemeente
Groningen, in/uit een woning/pand, gelegen aan de [straatnaam] , (onder
meer) heeft weggenomen een tv (Salora), een muziekbox (JBL Go), een
spelcomputer (Xbox), oordopjes (Belkin), een headset en/of een laptop (Lenovo
Thinkpad), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 7] , in elk
geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente
Groningen, (een) goed(eren), te weten een muziekbox (JBL Go), oordopjes (Belkin),
een spelcomputer (Xbox), een tv (Salora), een Laptop (Lenovo Thinkpad) en/of een
headset heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten
tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van dat/die bovengenoemde
goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
6
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2021 tot en met 2 mei 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een (kamer van een) woning/pand, gelegen aan de
[straatnaam] , (onder meer) heeft weggenomen een handtas met daarin o.a.
contactlenzen, een pas, vibrator, muziekboxje (merk Ion Aquaboom), sieraden (o.a.
horloge, oorbellen), portemonnee (met daarin o.a. geld, rijbewijs, ID-bewijs,
zorgpas en/of een muziekbox (JBL), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [benadeelde partij 8] en/of een ander inwonende van die/dat woning/pand, in elk geval
aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, (een) goed(eren), te weten een muziekbox (merk Ion
Aquaboom) en/of een muziekbox (JBL), heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen
van dat/die bovengenoemde goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
7
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2021 tot en met 28 maart 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een woning/pand, gelegen aan de [straatnaam] ,
(onder meer) heeft weggenomen 2 gegevensdragers (harde schijven), een telefoon, 2
enveloppen met daarin €150, een doos met gereedschap, een doosje met make-up,
kleingeld en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 14]
, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een gegevensdrager (harde schijf) heeft
verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving en/of het voorhanden krijgen van die gegevensdrager wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
8
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2020 tot en met 23 december 2020,
in de gemeente Groningen, in/uit een (kamer van een) woning/pand, gelegen aan
de [straatnaam] , (onder meer) heeft weggenomen een tv (merk Samsung),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 9] , in elk geval aan
een ander toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 22 december 2020 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een tv (Samsung) heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of
het voorhanden krijgen van die gegevensdrager wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
9
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een (kelder van een) woning/pand, gelegen aan de
[straatnaam] , (onder meer) heeft weggenomen een laptop (merk HP), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 10] , in elk geval aan een ander
toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe
te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht
door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een laptop (merk HP) heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of
het voorhanden krijgen van die laptop wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
10
hij in of omstreeks de periode van 12 maart 2021 tot en met 13 maart 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een schuur behorende bij een woning/pand, gelegen
aan de [straatnaam] , (onder meer) heeft weggenomen een fiets (merk
Gazelle) en/of een elektrische bakfiets (merk Cruiser), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [benadeelde partij 11] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of
dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 12 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een elektrische bakfiets (merk Cruiser),
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving en/of het voorhanden krijgen van die bakfiets wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
11
hij in of omstreeks de periode van 21 februari 2021 tot en met 22 februari 2021, in de
gemeente Groningen, in/uit een woning/pand, gelegen aan de [straatnaam]
, heeft weggenomen een sleutelbos en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [benadeelde partij 12] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 21 februari 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, (een) goed(eren), te weten een sleutelbos en/of sleutels, heeft
verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving en/of het voorhanden krijgen van dat/die bovengenoemde goed(eren)
wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde onder feiten 1 tot en met 11. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. In de woning van verdachte is een groot aantal gestolen goederen aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat de in zijn woning aangetroffen goederen van een onbekend gebleven persoon, genaamd [naam 1] , zijn. De officier van justitie acht deze verklaring volstrekt ongeloofwaardig. Onderzoek naar deze persoon heeft niets opgeleverd. Op het pijpje dat is aangetroffen in de woning aan de [straatnaam] is DNA van verdachte en niet van een andere persoon aangetroffen. Alle feiten zijn min of meer op dezelfde manier gepleegd: het gaat telkens om insluipingen in studentenhuizen, waarbij telkens dezelfde soort goederen zijn weggenomen. Er zit steeds ongeveer veertien dagen tussen de diefstallen. Verdachte is eerder veroordeeld voor insluiping. Al deze feiten en omstandigheden - in onderling verband en samenhang beschouwd - acht de officier van justitie voldoende redengevend om de voornoemde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1 tot en met 11, zowel van het primair als van het subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft verklaard dat de aangetroffen spullen in zijn woning niet van hem zijn, maar van [naam 1] . De getuige [naam 2] heeft deze verklaring ondersteund. Het pijpje waarop het DNA-spoor van verdachte is aangetroffen is een verplaatsbaar object en kan in de betreffende woning aan de [straatnaam] zijn neergelegd door iemand anders. Het alternatieve scenario van verdachte is gelet op de inhoud van het dossier niet onaannemelijk. De raadsvrouw verzoekt de rechtbank om verdachte vrij te spreken van de aan hem ten laste gelegde inbraken.
Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde helingen heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte niet wist dat de goederen afkomstig waren van diefstal. Uit het dossier blijkt nergens dat verdachte dit op enig moment heeft geweten dan wel heeft kunnen vermoeden, laat staan in de ten laste gelegde periodes. Zij verzoekt de rechtbank om verdachte hiervan eveneens vrij te spreken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Feit 1 (16 april 2021 – 17 april 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 23 april 2021, opgenomen op pagina 25 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021144873 d.d. 8 juli 2021, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 1] :
Op vrijdag 16 april omstreeks 16:00 uur heb ik de woning via de voordeur verlaten. Ik
heb de voordeur hierbij op slot gedraaid. Mijn huisgenoten waren in het weekend niet
thuis. Op zaterdagavond 17 april omstreeks 22:00 uur kwam weer ik thuis. Ik ontdekte toen dat er spullen waren weggenomen.
- Ray-Ban Hexagonal flat lenses RB3548N;
- Geurtje La vie est belle Lancôme;
- JBL GO 2 Pearl Champagne;
- Samsung led tv 32 inch;
- Carmen Satin Straight CR3200 stijltang;
- Schoenen Jordan mid Chicago Black toe (gs) maat 39;
- Zalando pakket met kleding met daarin: Mango broek - ecru maat 34, artikelnummer:
-M9121A24U-A11 & Anna Field broek Black maat 38, artikelnummer: AN621A05P-Q11. - Zalando pakketje met daarin een hoodie in maat S van Essentials kleur Khaki
(overigens niet afkomstig van Zalando, maar ik had deze verkocht en daarom in een zak
van Zalando gedaan);
- Brillenkoker + dustbag Gucci zonnebril GG0091S-001.
Onderstaande goederen zijn van mijn huisgenoot [benadeelde partij 2] weggenomen:
- Samsung televisie 55 inch uit 2018;
- Ray-Ban Erika metal RB 3539002/8G;
- I-Pad eerste generatie uit 2015 32GB;
Onderstaande goederen zijn van mijn huisgenoot [benadeelde partij 13] weggenomen:
- Armband van oma in een paars Lucardidoosje (zie foto)
- Samsung televisie UE32T4300A 32 inch;
- Burberry London geurtje;
- Nacht lampje Tarnaby Ikea.
Ik zag dat 1 van de kiepramen openstond.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2021, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[benadeelde partij 1] en haar huisgenoten [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 13] vertelden mij dat:
- op het vloerkleed in de woonkamer een glazen pijpje lag, vermoedelijk een hash- of
crackpijpje welke niet van hun of van hun gasten was.
- de woning voor vertrek nog was gedweild en er was stof gezogen en dat dit pijpje er
toen niet had gelegen;
Op het aanrechtblad in de keuken lag een bruin glazen pijpje. De mondstuk van dit pijpje
heb ik bemonsterd op de eventuele aanwezigheid van speeksel en veiliggesteld
(AALN7054NL). Ik zag dat in het vulgedeelte van dit pijpje as zat en dat dit rook naar
tabak en wiet.
3. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.04.30.102, d.d. 27 mei 2021 opgemaakt door ing. J. Harteveld, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn verklaring:
SIN en omschrijving beschrijving DNA profiel Celmateriaal kan matchkans
afkomstig zijn van kleiner dan 1 op 1
AALN7054NL#01 DNA-profiel van een man [verdachte] miljard
speeksel
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2021, opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 3 juni 2021 was ik, verbalisant [naam 3] , samen met collega's belast met het
opsporingsonderzoek met verdachte [verdachte] ter zake een inbraak gepleegd op de [straatnaam]
in Groningen medio april. Tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] is een grote hoeveelheid goederen inbeslaggenomen in zijn woning die waarschijnlijk van diefstal afkomstig zijn.
(…) Tevens trof ik in de woning nog een Ikea lamp, Gucci brillenkoker en Burberry luchtje aan.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2021, opgenomen op pagina 88 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 4 juni 2021 omstreeks 15.00 uur zag ik dat collega's goederen in beslag
hadden genomen welke vermoedelijk van diefstal afkomstig waren. De verdachte in deze
zaak is verdachte [verdachte] . Tussen de in beslaggenomen goederen zag ik een JBL geluidsbox liggen en ik kon mij herinneren dat deze bij aangeefster [benadeelde partij 1] was weggenomen. Hierna heb ik contact opgenomen met aangeefster [benadeelde partij 1] of zij naar het politiebureau kon komen. Ik liet [benadeelde partij 1] de Bluetooth op haar telefoon aanzetten en deed de JBL geluidsbox aan. Ik hoorde direct een connectietoon dat de Bluetooth op de telefoon van [benadeelde partij 1] was
verbonden met de geluidsbox.

Feit 2 (2 juni 2021, [straatnaam] )

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juni 2021, opgenomen op pagina 136 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 3] :
Ik woon aan de [straatnaam] . Dit is een studentenpand met 12 kamers. Ik doe ook namens mijn huisgenoot [benadeelde partij 4] aangifte van diefstal uit mijn kamer en de gemeenschappelijke ruimte van het pand. De volgende goederen werden weggenomen:
van mij:
- JBL box, kleur zwart, geen bijzondere kenmerken.
- kettinkjes en oorbellen, geen bijzonderheden
van [benadeelde partij 4] :
- jas, merk Napapijri, kleur Groen, maat M, geen bijzonderheden
- jas van spijkerstof, merk Tommy Jeans met een klein logo op de linker mouw
- trui, merk Champion, kleur bordeaux rood
- joggingsbroek, merk Nike, kleur zwart
Op woensdag 2 juni omstreeks 00:00 uur verliet ik mijn kamer. Ik had het achterste
raam opengezet en op een haakje gezet. Ik ben de kamer uitgelopen en heb de deur van
mijn kamer niet deugdelijk afgesloten. Vanmorgen, woensdag 2 juni in de morgen werd
ik door een huisgenoot gebeld. Hij vroeg mijn waarom mijn spullen in de gang lagen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juni 2021, opgenomen op pagina 139 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 3 juni 2021 was ik, verbalisant [naam 3] , samen met collega's belast met het
opsporingsonderzoek met verdachte [verdachte] ter zake een inbraak gepleegd op de [straatnaam]
in Groningen medio april. Tijdens de aanhouding van verdachte [verdachte] is een grote hoeveelheid goederen inbeslaggenomen in zijn woning die waarschijnlijk van diefstal afkomstig zijn. (…)
Omstreeks 13:00 uur meldde zich een persoon aan het politiebureau. Hij deelde mij mede dat er was ingebroken in zijn studentenhuis aan de [straatnaam] te Groningen en dat er goederen waren weggenomen. Ik hoorde hem zeggen dat zijn huisgenoot een groene Napapijri jas miste. Tevens miste er een Tommy Jeans spijkerjas. Ik wist dat er in de woning nog een groene Napapijri jas en een Tommy Jeans spijkerjas lag. De man belde met zijn
huisgenoten en ik hoorde dat bij de inbraak dan wel insluiping op 1 juni 2021 onder
andere waren weggenomen:
- JBL Charge 3, met vlekjes op de bovenzijde van de box.
- Oorhangers, mintgroen
- goudkleurige ringen
- oorhangers met mintgroene steentjes
- oorknopjes
- groene Napapijri jas
- blauwe Tommy Jeans spijkerjas
- bordeaux rode sweater
Ik herkende een groot deel van de bovengenoemde goederen als zijnde goederen die nog
in de woning aanwezig waren of al inbeslaggenomen waren. Ik heb mij nogmaals naar de
woning begeven en ben daar samen met collega [naam 4] binnengetreden ter
inbeslagname. Ik zag dat een deel van de bovengenoemde sieraden in de vensterbank
lag, de kleding hing aan de deur en voor het raam.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2021, opgenomen op pagina 55 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Vandaag, donderdag 3 juni 2021, was ik verbalisant [naam 5] , belast met opsporingswerkzaamheden aangaande deze zaak. In deze hoedanigheid was ik in de
woning aan de [straatnaam] te Groningen. Ik verbalisant was ik gesprek met, naar later blijkt verdachte, [naam 14] . Ik zag haar oorbellen pakken van de tafel en in de vensterbank leggen. Ik zag dat dit 2 pakketjes met oorbellen waren, het betroffen zowel stekers als hangers oa in de kleur groen. Na onderzoek blijken deze oorbellen van diefstal afkomstig. Deze oorbellen zijn weggenomen bij een inbraak aan de [straatnaam]
Feit 3 (13 maart 2021 - 16 maart 2021, garagebox [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 maart 2021, opgenomen op pagina 95 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 5] :
Gisteren (16-03-2021) kwam ik erachter dat er spullen uit onze garagebox
aan de [straatnaam] zijn gestolen. Het gaat om een fiets genaamd Scott SubSport 20.Het is mij niet geheel duidelijk hoe men in de schuur is gekomen; de deur was op slot. Bijzonderheden: Type fiets trekking, hybride fiets is zwart met groen, bagagedrager spatbord, Scott Sub Sport 20 2016 Lichtgewicht, aluminium frame Comfortabele doch
sportieve trekking geometrie Shimano XT/Acera afmontage 3x9Tektro SCH-
F15 hydraulische schijfremmen Racktime bagagedrager en volledig uitgerust
met slot en verlichting. Er zitten 2 bidonhouder op en zijn beiden groen. En
telefoonhouder kleur blauw.
2. Een schriftelijk stuk, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 340 onder registratienummer PL0100-2021098660-37, d.d. 15 juni 2021:
Inbeslagneming:
Plaats : [straatnaam] Groningen
Datum en tijd : 3 juni 2021 te 11:30 uur
Voertuig : Fiets (Sport), Merk/type : Scott
Omstandigheden : Zoeking in woning van verdachte [verdachte] . Fiets is herkend
door eigenaar, zie BVH 2021070135
Feit 4 (16 mei 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 16 mei 2021, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 6] :
Toen ik zaterdag 15 mei 2021 rond 22.00 uur nog even in mijn kamer was, was er nog
niets aan de hand. Op zondag 16 mei 2021 rond 00.15 uur kwam ik weer thuis. Ik zag toen dat mijn Samsung televisie vanaf de kast was weggenomen. Ook de bijbehorende kabel was weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 24 mei 2021, opgenomen op pagina 132 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 6] :
Naast mijn televisie die is weggenomen, kwam ik tot de ontdekking dat er meerdere
goederen zijn weggenomen. Deze goederen zijn:
- Speaker van JBL, type Flip 5 Box
- 8 milliliter parfum flesjes van Parfumado: Rituals, Fleurs de L Himalaya, Montale,
Roses Musk, Montale, dark purple, Fugazzi en In Love With The Cocos. Verder zijn mijn eigen gemaakte sieraden weggenomen. Dit waren meerdere oorbellen en drie kettinkjes.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juni 2021, opgenomen op pagina 135 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Er zijn bij verdachte [verdachte] meerdere JBL geluidsboxen aangetroffen. Bij de woninginbraak bij [benadeelde partij 6] is een JBL geluidsbox weggenomen. Omstreeks 11.30 uur verscheen [benadeelde partij 6] op het bureau. Ik toonde de JBL Flip Box 5 aan [benadeelde partij 6] . Ik hoorde [benadeelde partij 6] zeggen dat dit zeer waarschijnlijk haar weggenomen JBL box betrof. De JBL box stond niet meer in de bluetoothlijst van [benadeelde partij 6] . Ik ,verbalisant, deed de JBL box aan en zag op het telefoonscherm van [benadeelde partij 6] dat er een nieuw apparaat verscheen met de naam JBLBOX-Sabine. Ik hoorde [benadeelde partij 6] het volgende zeggen: Mijn JBL BOX heb ik toen deze naam gegeven en deze is inderdaad van mij.
Feit 5 (1 juni 2021 - 2 juni 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 2 juni 2021, opgenomen op pagina 114 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 7] :
Op 1 juni 2021 ben ik omstreeks 18:00 uur vertrokken uit mijn woning. Toen ik weg ging heb ik mijn raam open laten staan. Ik had er een krat bier tussen gezet zodat hij open zou blijven staan. Toen ik op 2 juni 2021 omstreeks 00.30 uur weer thuis kwam zag ik dat de voordeur van onze woning openstond. Voorts zag ik dat er spullen waren weggenomen uit mijn kamer. Ook zag ik dat mijn raam verder openstond. Boven op het kratje stond namelijk nog een flesje waarmee het raam nog verder was opengezet. Ik mis nu mijn Salora televisie, mijn JBL Charge3, mijn Xbox spelcomputer en mijn Thinkpad laptop.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2021, opgenomen op pagina 117 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik was met de aangever [benadeelde partij 7] in het politiebureau aan de Rademarkt 12 te Groningen. Deze herkende de volgende goederen:
- Zwarte draadloze oordopjes van het merk Belkin. Herkend door middel van het verbinden met zijn mobiele telefoon door middels Bluetooth.
- Microsoft Xbox one, herkend aan de hand van het serienummer.
- Salora televisie welke is herkend middels het Ziggokaartje welke in de televisie
zat.
- Een Lenovo, Thinkpad, laptop welke is herkend door middel van het wachtwoord in te
toetsen. Tevens had het profiel de naam van aangever.
- JBL Go 2, herkend door middel van het verbinden met zijn mobiele telefoon middels
Bluetooth.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2021, opgenomen op pagina 118 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik, verbalisant, [naam 6] verklaar het volgende: Op woensdag 09 juni 2021, om 10:00 uur, waren wij, verbalisanten [naam 7] , [naam 8] en [naam 6] , belast met een opsporingsdienst binnen het team veelvoorkomende criminaliteit in de binnenstad van Groningen.
Zijn wij de woning van de verdachte [verdachte] binnengegaan. Een aangever van een
woninginbraak aan de [straatnaam] herkende een aantal gestolen goederen, die
in deze woning waren aangetroffen, als zijn goederen. Hierbij gaf hij aan dat er ook
een headset van het merk Hyper en zwart/rood van kleur. Dit was de reden van het
rondkijken in de woning. Wij zagen de benoemde Headset liggen in de woning op een
plank, in het zicht.
Feit 6 (30 april 2021 - 2 mei 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 7 mei 2021, opgenomen op pagina 108 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 8] :
Ik ben woonachtig in een studentenwoning aan de [straatnaam] te Groningen. Ik
woon daar met 3 huisgenoten. Op vrijdag 30 april 2021 heb ik mijn kamer in goede orde achtergelaten. Mijn kamer heb ik niet middels een slot afgesloten. Op zondag 2 mei 2021 omstreeks 16:00 uur werd ik door een huisgenoot op de hoogte gebracht van de inbraak en ben toen naar huis gegaan. In de gemeenschappelijke ruimte had ik nog een zwart muziekboxje staan van het merk Aquaboom.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juni 2021, opgenomen op pagina 113 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In verband met onderzoek naar gepleegde woninginbraken en inbeslaggenomen goederen in
zaak 2021098660 deed ik onderzoek naar de herkomst van een ION Aquaboom speakerbox.
Ik zocht hiervoor in de politiesystemen en zag daarbij dat er 1 hit was, namelijk een
aangifte van woninginbraak aan de [straatnaam] te Groningen. Ik las in de
aangifte dat 1 van de weggenomen goederen een Aquaboom speakerbox betrof. Om deze
reden nam ik contact op met aangeefster [benadeelde partij 8] .
Toen zij de speakerbox zag hoorde ik [benadeelde partij 8] direct zeggen dat dit haar
speakerbox was. Ik zette de speakerbox aan. Ik zag op de mobiele telefoon van de
aangeefster dat in de lijst van bekende bluetooth apparaten 'Aquaboom' stond. Ik zag
dat de aangeefster hierop tikte. Ik hoorde dat het apparaat verbinding maakte met de
telefoon van de aangeefster. Doordat de speakerbox tussen de reeds bekende apparaten stond in de mobiele telefoon van de aangeefster en de telefoon verbinding maakte met het apparaat zodra deze aan ging, stelde ik vast dat deze speakerbox de bij de woninginbraak weggenomen speakerbox betreft.
Feit 7 (27 maart 2021 - 28 maart 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 28 maart 2021, opgenomen op pagina 89 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 14] :
Op zaterdag 27 maart 2021 te 12:00 uur heb ik de woning verlaten. De woning was
deugdelijk afgesloten. Op zondag 28 maart 2021 te 17:00 uur kwam ik bij de woning. Ik zag dat er in de woning was ingebroken en dat er enig goed was weggenomen. Ik zag namelijk dat mijn twee harde schijven uit mijn televisiekast waren verdwenen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 juni 2021, opgenomen op pagina 94 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 17 juni 2021 nam ik, verbalisant [naam 9] , telefonisch contact op met aangever [benadeelde partij 14]
naar aanleiding van een harde schijf welke was aangetroffen bij een doorzoeking op
donderdag 3 juni 2021 aan de [straatnaam] te Groningen. Eén van de harde schijven betrof een Seagate 4TB. Dit was hetzelfde merk en type als die was aangetroffen tijdens de doorzoeking. Ik, verbalisant, hoorde aangeefster zeggen dat ze er stickers op had geplakt met 4TB. Ik vroeg aan aangeefster hoe zij deze stickers bevestigd had. Ik, verbalisant, hoorde haar zeggen dat zij dit met plakband had bevestigd. Ik, verbalisant, hoorde haar vervolgens het volgende zeggen: 'Van wat ik me nog kan herinneren had ik het eerst alleen rondom de sticker, maar later met een veel langer stuk plakband vastgeplakt! Dus twee lange stukken aan de boven en onderkant. Het stickertje bleef niet zitten namelijk, omdat de harde schijf zo'n patroon met reliëf heeft.' Ik, verbalisant, zag plakbandresten op de harde schijf die was aangetroffen tijdens de doorzoeking. Ik zag twee lange stukken plakbandresten aan de boven en onderkant. Ik zag dat de harde schijf een patroon met reliëf had. Hieruit kan worden afgeleid dat het om dezelfde harde schijf moet gaan.
Feit 8 (22 december 2020 - 23 december 2020, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 23 december 2020, opgenomen op pagina 99 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 9] :
Op maandag 22 december 2020 waren ik en mijn huisgenoten tot 21.00 uur s'avonds aan
het koken op de eerste verdieping van de [straatnaam] . Ik heb mijn kamer hier op de eerste verdieping naast de keuken. Na 21.00 uur ben ik samen met mijn huisgenoten naar de tweede verdieping gegaan. Ik heb hier tot 23 december 2020 03.20 uur gebleven.
Vervolgens ben ik teruggegaan naar mijn eigen kamer, hier zag ik dat mijn televisie
niet meer op mijn tv kastje stond. Het betreft een Samsung series 8 TV van 50 inch, zwart van kleur.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2021, opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 15 juni 2021 was ik, verbalisant [naam 10] , belast met opsporing. In die
hoedanigheid deed ik onderzoek naar een inbeslaggenomen televisie van het merk
Samsung. Deze televisie is in de woning van verdachte [verdachte] inbeslaggenomen.
Op woensdag 16 juni 2021 sprak ik telefonisch met dhr. Koen [benadeelde partij 9] ,
geboren op 21-11-2000. In de politiesystemen had ik reeds gezien dat hij op woensdag
23 december 2020 aangifte had gedaan van diefstal uit de woning. Nadat ik het telefoongesprek had beëindigd ontving ik van hem enkele foto's van het aankoopbewijs en van zijn nieuwe televisie, die hetzelfde zou zijn als zijn weggenomen televisie. Ik zag op de foto van het aankoopbewijs dat de details van de televisie, te weten het formaat en de beeldkwaliteit overeenkwamen. Derhalve stelde ik vast dat de inbeslaggenomen televisie de in december 2020 weggenomen televisie van dhr. [benadeelde partij 9] betreft.
Feit 9 (29 mei 2021 - 3 juni 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 17 juni 2021, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 10] :
Ergens in februari 2020 heb ik mijn laptop van het merk HP in een hoes van HP gestald
in de kelder, van de woning, van mijn ex-partner, aan de [straatnaam] te
Groningen. Afgelopen zaterdag 12 juni 2021 werd ik gebeld door de politie. De man vroeg mij of ik een laptop kwijt was. Ik hoorde de politieagent zeggen dat mijn naam in beeld stond en mijn emailadres en dat het een laptop was van het merk HP. Toen sloeg ik erop aan dat mijn "oude" laptop nog in de kelder lag bij mijn ex-partner." Tussen 29 mei 2021 en 30 mei 2021 is er ingebroken in de kelderboxen van de portiek van de woning van mijn ex-partner.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2021, opgenomen op pagina 124 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op donderdag 17 juni 2021, was ik, verbalisant [naam 6] , belast met een opsporingsdienst
binnen het team veelvoorkomende criminaliteit. Ik had een email met foto's gestuurd van de aangetroffen laptop van het merk HP aan de aangever, [benadeelde partij 10] . Ik kreeg een email terug waarin zij bevestigde dat dit haar laptop was. Helemaal omdat het profiel op de laptop haar naam heeft en haar emailadres heeft.
Feit 10 (12 maart 2021 - 13 maart 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 13 maart 2021, opgenomen op pagina 141 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 11] :
Ik doe hierbij aangifte van diefstal c.q. inbraak in de losstaande schuur achter mijn woning aan de [straatnaam] in Groningen. Tussen de genoemde datums/tijdstippen zijn er twee fietsen (van mij en/of mijn man [benadeelde partij 15] ) weggenomen uit de schuur. De schuur is te betreden via twee kanten. Via onze tuin en via de openbare weg / plantsoen. De deur naar de openbare weg / plantsoen was afgesloten met behulp van een slot en de deur naar tuin was niet afgesloten. Een Bakfiets.nl elektrische fiets type Cruiser long en voorzien van het
framenummer [nummer] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juni 2021, opgenomen op pagina 144 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 15 juni 2021 omstreeks 15:30 uur stelde ik naar aanleiding van boven
staande melding een onderzoek in de [straatnaam] te Groningen.
Ter hoogte van huisnummer [nummer] zag ik een elektrisch ondersteunde bakfiets met huif
staan. Ik zag dat het hier een grijze bakfiets met een zwarte bak betrof, van het
merk AZOR. Ik zag dat het frame van deze bakfiets was voorzien van een sticker met
daarop het framenummer : [nummer] . Ik zag dat de bak van deze bakfiets was voorzien
van stickers met daarop de tekst "BAKFIETS.NL" en "FIETSJE speciaalzaak".
Ik zag dat deze bakfiets "op slot" stond door middel van een aan het frame van deze
bakfiets bevestigd beugelslot van het merk AXA SOLID-plus.
Op grond van de locatie waar deze elektrisch ondersteunde bakfiets werd aangetroffen,
namelijk "hemelsbreed" op enkele honderden meters afstand van de woning van verdachte
[verdachte] , [straatnaam] te Groningen, hield ik het voor mogelijk dat verdachte
[verdachte] verantwoordelijk was voor de diefstal van deze bakfiets. Hierop heb ik de in de woning van verdachte [verdachte] aangetroffen sleutels opgehaald. Ik zag dat één van deze sleutels, een fietssleutel van het merk AXA, die deel uitmaakte van een sleutelbos die in de woning van [verdachte] werd aangetroffen, paste op het AXA SOLID beugelslot van deze bakfiets. Ik zag dat dit slot met die sleutel kon worden geopend. Ik heb de aankoopnota bij de fietsenwinkel opgevraagd. Ik zag dat deze bakfiets op 30 januari 2020 voor bijna 3800,— EURO was gekocht door de heer [benadeelde partij 15] , wonende [straatnaam] te Groningen. Zijn echtgenote, mevrouw [benadeelde partij 11] , had aangifte gedaan van diefstal van deze
bakfiets.
Feit 11 (21 februari 2021 - 22 februari 2021, [straatnaam] )
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 juni 2021, opgenomen op pagina 161 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde partij 12] :
Op zondag 21 februari 2021 omstreeks 21:00 uur kwam ik thuis bij mijn woning aan de
[straatnaam] te Groningen. Ik heb de voordeur van mijn woning geopend
middels de huissleutel, die aan een sleutelbos zit. Ik had op dat moment spullen in
mijn handen en wilde deze eerst binnen zetten. Vermoedelijk ben ik toen vergeten de
sleutels uit de voordeur te halen, want de volgende dag op maandag 22 februari 2021
te 08:00 kwam ik erachter dat mijn sleutelbos kwijt was. Ik heb in de woning gezocht,
maar niets aangetroffen. Het ging om een sleutelbos waar de volgende sleutels aan
zaten:
- huissleutels
- autosleutel van mijn Toyota
- fietssleutel
- werksleutels ( [instelling 2] )
- motorsleutels
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2021, opgenomen op pagina 163 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 3 juni 2021 is verdachte [verdachte] buiten heterdaad aangehouden in diens woning. In de
woning is een zoeking verricht waarbij diverse sleutelbossen zijn aangetroffen. Twee
sleutelbossen zijn door mij, verbalisant, nader onderzocht.
De sleutels zijn van het merk Assa Abloy / Nemef en zijn respectievelijk genummerd:
- [nummer]
- [nummer] .
Opgemerkt wordt dat er aan de 2e sleutel tevens een Toyota autosleutel was bevestigd.
De [nummer] behoort bij een bedrijf. Uit telefonisch contact met dhr. [naam 11] bleek dat de sleutels zogenaamde "lopers" zijn afkomstig uit een pand van [instelling 2] in Groningen.
Uit de sleutelregistratie van [instelling 2] bleek vervolgens dat door een werknemer van
, dhr. [benadeelde partij 12] melding was gemaakt van vermissing van zijn sleutelbos.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
In de woning van verdachte zijn vele goederen aangetroffen die terug te voeren zijn naar de verschillende aangiftes van diefstallen in het dossier. Verdachte heeft als verklaring hiervoor aangevoerd dat de goederen die zijn aangetroffen in zijn woning niet van hem zijn, maar van een persoon genaamd [naam 1] / [naam 12] / [naam 13] die hij tijdelijk onderdak had verleend. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk. Onderzoek door de politie naar deze persoon heeft niets opgeleverd. De verklaringen van verdachte over deze persoon en de aanwezigheid van de goederen zijn uiterst vaag en summier en op geen enkele manier te verifiëren, ook niet via de getuige [naam 2] . De verklaringen stroken bovendien niet met de verklaring van getuige [naam 14] , die (ook) tijdelijk bij verdachte inwoonde en die heeft verklaard dat de aangetroffen spullen van verdachte waren.
Uit onderzoek is gebleken dat na de diefstal DNA van verdachte is aangetroffen in de woning aan de [straatnaam] . Ook is een aantal bij deze diefstal weggenomen goederen teruggevonden in de woning van verdachte, zodat de rechtbank op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte de onder 1 primair ten laste gelegde diefstal heeft gepleegd. Ten aanzien van de diefstallen uit de woningen aan de [straatnaam] (feit 2) en de [straatnaam] (feit 5) overweegt de rechtbank dat de weggenomen goederen bij de doorzoeking en inbeslagname op 3 juni 2021 door de politie in de woning van verdachte zijn aangetroffen, terwijl de diefstallen respectievelijk hebben plaatsgehad op 2 juni 2021 en in de periode van 1-2 juni 2021. Door het ontbreken van een aannemelijke verklaring van verdachte voor het aantreffen van deze gestolen goederen in zijn woning kort nadat de diefstallen hebben plaatsgehad, alsook gelet op de feiten en omstandigheden ten aanzien van de diefstal in de woning aan de [straatnaam] - in onderling verband en samenhang beschouwd -, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte deze goederen heeft weggenomen. Ook de onder 2 primair en 5 primair ten laste gelegde feiten kunnen naar het oordeel van de rechtbank daarom wettig en overtuigend bewezen worden.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de overige aan verdachte ten laste gelegde diefstallen dat, hoewel er uit de betreffende woningen weggenomen goederen bij verdachte zijn aangetroffen, niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte deze diefstallen heeft gepleegd. Er is naar het oordeel van de rechtbank teveel tijd verstreken tussen de diefstallen en het aantreffen van de goederen om te kunnen concluderen dat het niet anders kan dan dat verdachte degene is geweest die deze goederen heeft weggenomen. Ander concreet bewijs daarvoor ontbreekt. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de onder 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 primair ten laste gelegde diefstallen.
Wel acht de rechtbank in al deze gevallen de subsidiair ten laste gelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen. De door verdachte bewoonde kamer stond vol met gestolen goederen, terwijl hij hiervoor geen aannemelijke verklaring heeft. Gelet op de grote hoeveelheid en de aard van de goederen (meerdere muziekboxjes, tv’s, maar ook sleutelbossen en bankpassen) en het ontbreken van een aannemelijke verklaring over de herkomst van deze goederen is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte toen hij deze goederen voorhanden kreeg wist dat deze goederen van een misdrijf afkomstig waren. Ten aanzien van de, vlakbij de woning van verdachte aangetroffen gestolen bakfiets merkt de rechtbank nog op dat de bijbehorende sleutels in de woning van verdachte zijn aangetroffen, zodat verdachte de feitelijke beschikkingsmacht had over de fiets en deze aldus voorhanden heeft gehad als bedoeld in artikel 416 Sr.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 subsidiair, 7 subsidiair, 8 subsidiair, 9 subsidiair, 10 subsidiair en 11 subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 16 april 2021 tot en met 17 april 2021, in de gemeente Groningen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] , de hieronder vermelde goederen, die aan de hieronder vermelde benadeelden/aangevers, toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming, te weten:
- een zonnebril, parfum, een tv (Samsung), schoenen en kleding, een brillenkoker (Gucci), een stijltang en een muziekbox (JBL Go), geheel toebehorende aan [benadeelde partij 1] , en
- een tv (Samsung), een zonnebril en een Ipad, geheel toebehorende aan [benadeelde partij 2] , en
- sieraden, een tv (Samsung), een lamp (Ikea) en parfum, geheel toebehorende aan [benadeelde partij 13] ;
2 primair
hij op 2 juni 2021, in de gemeente Groningen, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] , de hieronder vermelde goederen, die geheel aan de hieronder vermelde benadeelden/aangevers, toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, te weten:
- een muziekbox (JBL) en sieraden en oorbellen, geheel toebehorende aan [benadeelde partij 3] , en
- kleding (jas, trui en een broek), geheel toebehorende aan [benadeelde partij 4] ;
3 subsidiair
hij in de periode van 13 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een fiets (merk Scott) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van
het voorhanden krijgen van die fiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4 subsidiair
hij in de periode van 16 mei 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een muziekbox (JBL) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van
het voorhanden krijgen van die muziekbox wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5 primair
hij in de periode van 1 juni 2021 tot en met 2 juni 2021, in de gemeente Groningen, uit een woning, gelegen aan de [straatnaam] , heeft weggenomen een tv (Salora), een muziekbox (JBL Go), een spelcomputer (Xbox), oordopjes (Belkin), een headset en/of een laptop (Lenovo Thinkpad), die geheel aan [benadeelde partij 7] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6 subsidiair
hij in de periode van 30 april 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een muziekbox (merk Ion Aquaboom) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat bovengenoemde goed wist,
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7 subsidiair
hij in de periode van 27 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een gegevensdrager (harde schijf) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die gegevensdrager wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8 subsidiair
hij in de periode van 22 december 2020 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een tv (Samsung) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die gegevensdrager wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
9 subsidiair
hij in de periode van 29 mei 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een laptop (merk HP) heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van
het voorhanden krijgen van die laptop wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
10 subsidiair
hij in de periode van 12 maart 2021 tot en met 3 juni 2021, in de
gemeente Groningen, een goed, te weten een elektrische bakfiets (merk Cruiser),
heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die bakfiets wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
11 subsidiair
hij in de periode van 21 februari 2021 tot en met 3 juni 2021, in de gemeente Groningen, een goed, te weten een sleutelbos, heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat bovengenoemde goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
2. primair Diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt
3. subsidiair Opzetheling
4. subsidiair Opzetheling
5. primair Diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt
6. subsidiair Opzetheling
7. subsidiair Opzetheling
8. subsidiair Opzetheling
9. subsidiair Opzetheling
10. subsidiair Opzetheling
11. subsidiair Opzetheling
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 11 primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – in het geval de rechtbank tot een veroordeling komt – verzocht geen langere gevangenisstraf op te leggen dan zes maanden, eventueel aangevuld met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 240 uur. Zij wijst erop dat verdachte reeds onder reclasseringstoezicht staat, gemotiveerd is voor hulp en begeleiding, een behandeling volgt bij AFPN, onderdak kan krijgen bij Stad en Ommeland en betaald werk kan krijgen in Emmen. Het is van groot belang dat verdachte zijn behandeling bij AFPN kan vervolgen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering d.d. 25 augustus 2021, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 19 augustus 2021, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van diverse diefstallen uit met name studentenwoningen en aan opzetheling: hij heeft in zijn woning een grote hoeveelheid van diefstal afkomstige goederen voorhanden gehad. De rechtbank stelt vast dat verdachte in het verleden vaker is veroordeeld voor vermogensdelicten. Er was sprake van lopende proeftijden bij eerdere voorwaardelijke veroordelingen en verdachte stond bovendien onder toezicht van de reclassering. Dit heeft hem er echter niet van weerhouden om de strafbare feiten te plegen. Gelet op het voorgaande en kijkend naar de oriëntatiepunten van het LOVS is enkel een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend. Dat verdachte gemotiveerd is voor hulp en begeleiding en zijn behandeltraject bij AFPN wil voortzetten maakt niet dat de rechtbank van dat uitgangspunt afwijkt. Het bestaande, positief verlopende reclasseringstoezicht heeft recidive niet kunnen voorkomen. Er is geen grond om aan te nemen dat dat nu anders zou zijn. Volgens de reclassering zal een onderbreking van de behandeling door detentie bovendien geen onherstelbare schade teweegbrengen in het behandeltraject, en kan dit traject na detentie worden voortgezet.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden is. De rechtbank komt tot oplegging van een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist omdat zij voor een groot deel tot een andere bewezenverklaring komt.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [benadeelde partij 13] , tot een bedrag van € 1.132,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 1] , tot een bedrag van € 1.305,23 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 1.216,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
4. [benadeelde partij 5] , tot een bedrag van € 79,90 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
5. [benadeelde partij 6] , tot een bedrag van € 295,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
6. [benadeelde partij 7] , tot een bedrag van € 93,60 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7. [benadeelde partij 8] , tot een bedrag van € 2.281,01 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8. [benadeelde partij 14] , tot een bedrag van € 484,00 ter vergoeding van materiële schade en tot een bedrag van € 350,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 13] is niet nader onderbouwd, zodat de officier van justitie vordert om een bedrag tot € 500,00 toe te wijzen met gebruikmaking van de schattingsbevoegdheid.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 7] moet gematigd worden tot een bedrag van
€ 38,60 omdat de gevorderde schade voor de tas niet blijkt uit de aangifte.
De overige vorderingen benadeelde partij acht de officier van justitie voldoende onderbouwd en voor toewijzing vatbaar.
Standpunt van de verdediging
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 13] is niet voldoende onderbouwd en moet niet-ontvankelijk worden verklaard.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 1] is deels onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de niet onderbouwde schadeposten niet ontvankelijk te verklaren, te weten de hoodie, de Samsung tv en de Ray-Ban. Voor het overige is de vordering toewijsbaar en voldoende onderbouwd.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 2] is summier onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de niet onderbouwde schadeposten niet ontvankelijk te verklaren, te weten de Samsung tv, de IPad, de LG tv en één Chromecast. Voor het overige is de vordering toewijsbaar en voldoende onderbouwd.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 5] is voldoende onderbouwd. De raadsvrouw refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 6] is onvoldoende onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 7] is onvoldoende onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 8] is – op de schadepost ter vervanging van de sloten na – onvoldoende onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de vordering alleen ten aanzien van de sloten toe te wijzen en voor het overige niet ontvankelijk te verklaren.
De vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 14] is ten aanzien van zowel de materiële als de immateriële schade onvoldoende onderbouwd, zodat de raadsvrouw verzoekt de vordering ten aanzien van beide onderdelen niet-ontvankelijk te verklaren.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 13]schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade op € 775,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen en voor het overige deel afwijzen.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade ten aanzien van de hoodie en de Samsung tv op € 280,00. Voor de overige schadeposten acht de rechtbank de vordering voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag ad € 855,23 toewijzen en voor het overige deel afwijzen.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade ten aanzien van de Samsung tv, de IPad en de LG tv op € 752,00. Voor de overige schadeposten acht de rechtbank de vordering voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de vordering tot het bedrag ad € 918,98 toewijzen en voor het overige deel afwijzen.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 5]de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 3 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 maart 2021.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij
[benadeelde partij 6]zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank is de gevorderde schade van benadeelde partij
[benadeelde partij 7]onvoldoende onderbouwd, zodat de rechtbank de vordering niet ontvankelijk zal verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft benadeelde partij
[benadeelde partij 8]onvoldoende onderbouwd dat zij schade heeft ondervonden door het onder 6 subsidiair bewezenverklaarde feit, nu zij het weggenomen goed retour heeft ontvangen. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit niet bewezen waaruit de overige gevorderde schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft benadeelde partij
[benadeelde partij 14]onvoldoende onderbouwd dat zij materiële schade heeft ondervonden door het onder 7 subsidiair bewezenverklaarde feit, nu zij het weggenomen goed retour heeft ontvangen. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit niet bewezen waaruit de overige gevorderde materiële schade als ook de gevorderde immateriële schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 4 juli 2019 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Groningen, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 135 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De proeftijd is ingegaan op 19 juli 2018. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf. Zij ziet in de omstandigheid dat verdachte een behandeltraject bij de AFPN volgt geen aanleiding voor omzetting van deze straf in een werkstraf, zoals de raadsvrouw heeft verzocht. Zoals hiervoor al is overwogen zal een onderbreking van de behandeling door detentie geen onherstelbare schade teweegbrengen in het behandeltraject, en kan dit traject na detentie worden voortgezet.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 3 primair, 4 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair, 10 primair en 11 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 primair, 6 subsidiair, 7 subsidiair, 8 subsidiair, 9 subsidiair, 10 subsidiair en 11 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van 18/1451161-21, feit 1:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 13]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
775,00(zegge: zevenhonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Voor het overige wijst de rechtbank de vordering af.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 13] , te betalen een bedrag van € 775,00 (zegge zevenhonderdvijfenzeventig euro), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 15 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 13] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/1451161-21, feit 1:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
855,23(zegge: achthonderdvijfenvijftig euro en drieëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Voor het overige wijst de rechtbank de vordering af.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] , te betalen een bedrag van € 855,23 (zegge achthonderdvijfenvijftig euro en drieëntwintig eurocent), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 17 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/1451161-21, feit 1:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
918,98(zegge: negenhonderdachttien euro en achtennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Voor het overige wijst de rechtbank de vordering af.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] , te betalen een bedrag van € 918,98 (zegge negenhonderdachttien euro en achtennegentig eurocent), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 18 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/145161-21, feit 3:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 5]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
79,90(zegge: negenzeventig euro en negentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2021.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 5] , te betalen een bedrag van € 79,90 (zegge negenzeventig euro en negentig eurocent), te verhogen met de wettelijke rente vanaf13 maart 2021. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 1 dag worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 5] daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/145161-21, feit 4:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 6]niet ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van 18/145161-21, feit 5:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 7]niet ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van 18/145161-21, feit 6:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 8]niet ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Ten aanzien van 18/145161-21, feit 7:
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 14]niet ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18/820387-18:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 4 juli 2019, te weten: 120 dagen gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.R. Bracht, voorzitter, mr. M.B.W. Venema en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2021.