Op 9 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een minderjarige veroordeeld voor het samen met een andere minderjarige plegen van afpersing. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 12 december 2020 in Leeuwarden, waar de minderjarige verdachte, samen met een medeverdachte, onder bedreiging van een mes een andere minderjarige heeft gedwongen zijn mobiele telefoon en geld af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte voorafgaand aan het feit een afspraak hadden gemaakt met het slachtoffer om vuurwerk te verkopen, maar dat dit leidde tot een gewelddadige afpersing. De rechtbank heeft de minderjarige veroordeeld tot een jeugddetentie van 34 dagen, gelijk aan de duur van het voorarrest, en heeft daarnaast een leerstraf van 20 uren en een voorwaardelijke werkstraf van 80 uren opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht en begeleiding door het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, en heeft de inbeslaggenomen telefoon aan de verdachte teruggegeven. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die nog nooit eerder met justitie in aanraking is geweest. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard, maar heeft hem vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat hij samen met zijn medeverdachte op het slachtoffer is afgerend.