ECLI:NL:RBNNE:2021:3924
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van de vergoeding van de eigen bijdrage kinderopvangtoeslag na onvoldoende hoorplicht door de Belastingdienst
Op 13 september 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Belastingdienst/Toeslagen over de vergoeding van de eigen bijdrage kinderopvangtoeslag. De eiser had een vergoeding aangevraagd op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO, maar de Belastingdienst had het bezwaar van de eiser ongegrond verklaard zonder hem te horen. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst ten onrechte had nagelaten de eiser te horen, zoals vereist door artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelde vast dat de bezwaargronden van de eiser niet kennelijk ongegrond waren en dat de Belastingdienst onvoldoende was ingegaan op de specifieke omstandigheden van de eiser. Hierdoor was het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de Belastingdienst op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de Belastingdienst verplicht om het door de eiser betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van het horen van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor een zorgvuldige motivering van besluiten.