Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 september 2021 in de zaak tussen
Enerpy Holland B.V., te Maarn, eiseres
Samenwerkingsverband Noord-Nederland, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
27 juni 2019 ingediend bij de bezwaarcommissie.
Eiseres voert – samengevat – aan dat verweerder de beleidsregels onjuist heeft toegepast. Zo voldoet de door verweerder gevolgde procedure niet aan het transparantiebeginsel en principes van objectiviteit en onpartijdigheid. Bij de beoordeling van de aanvraag is verweerder te ver afgeweken van het beoordelingskader van de regelingen, in het bijzonder van de vier hoofdcategorieën van artikel 9. Eiseres meent dat haar project niet aan de hand van een bestaand begrippenkader of wetenschappelijke context moet worden beoordeeld, nu het nieuwe technologie betreft en eiseres daarbij zelf termen en processen heeft benoemd. Het gaat om het resultaat van de installatie, daargelaten de beoordeling als experiment. De afwijzing van haar aanvraag heeft op onjuiste beoordelingsgronden plaatsgevonden, althans de nadere onderbouwing en motivering zijn niet of onjuist beoordeeld, aldus eiseres.
Over criterium A voert zij aan dat de score ruim voldoende of goed zou moeten zijn, nu de activiteiten corresponderen met de actie waar de regeling op is gericht, het project vol is gericht op valorisatie met een hecht verband en een hoge score op de outputindicator. Eiseres stelt dat efficiency geen voorwaarde is en in strijd met het transparantiebeginsel in de beoordeling is betrokken. Over criterium B voert zij aan dat haar project onderscheidend is en daarbinnen sprake is van partners uit verschillende sectoren die met elkaar samenwerken. Verweerder heeft de rechten van intellectueel eigendom miskend. Over criterium C voert eiseres aan dat zij op pagina 25 en verder van het projectplan alle vragen over de haalbaarheid van de uitvoering van de projectactiviteiten binnen de projectperiode en de perspectieven op de langere termijn heeft beantwoord. Verweerders verwijt van een te hoog abstractieniveau kan eiseres niet plaatsen. Zo zijn de rechten van intellectueel eigendom nadrukkelijk verantwoord en is het octrooi overgelegd waarin de relevante innovatie is beschreven. Over criterium E voert eiseres aan dat de aanvrager zelf mag bepalen welke van de drie aspecten zij wil uitwerken en dat zij op pagina 32 van het projectplan de vereiste motivering heeft gegeven. Verweerder heeft de bijdrage van het project echter niet conform de regeling beoordeeld. Het heeft er de schijn van dat de bezwaarcommissie nooit de antwoorden heeft gezien op de vragen die zijn gesteld op basis van het projectplan, of de inhoud van die antwoorden ten onrechte heeft miskend, aldus eiseres.
Beslissing
mr. M.M. van Driel, leden, in aanwezigheid vanmr. R.A. Schaapsmeerders, griffier,
op 1 september 2021. De uitspraak is openbaargemaakt op de eerstvolgende maandag na deze datum.