ECLI:NL:RBNNE:2021:3887
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van vrijwaring in kort geding en afwijzing van vorderingen van eiser
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 9 september 2021, is een kort geding aan de orde waarin de eiser, H.O.D.N. Carp Nijstad, een vordering heeft ingesteld tegen Lido Drenthe B.V. De eiser vordert onder andere dat Lido Drenthe wordt verplicht om beperkende maatregelen die zijn huurgenot aantasten op te heffen en om derden te verbieden sportvisactiviteiten te ontwikkelen. De eiser stelt dat Lido Drenthe de huurovereenkomst niet nakomt, wat leidt tot schade en verlies van inkomsten. Lido Drenthe heeft in haar verweer aangevoerd dat Lido Hoogeveen, die in vrijwaring is opgeroepen, verantwoordelijk is voor de nakoming van de afspraken uit de huurovereenkomst.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen algemene rechtsregel bestaat die zich verzet tegen vrijwaring in een kort gedingprocedure. De rechter heeft de vorderingen van de eiser afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat de belangen van Lido Hoogeveen bij het handhaven van de plaatsing van buizen ter voorkoming van wildparkeren zwaarder wegen dan de belangen van de eiser. Ook de vordering tot opleggen van een visverbod aan derden is afgewezen, omdat het gebruik van de recreatieplas door bewoners van de vakantiewoningen niet kan worden verboden. De vordering tot betaling van een voorschot op schadevergoeding is eveneens afgewezen, omdat de omvang van de schade niet voldoende is onderbouwd.
In de vrijwaringszaak is de vordering van Lido Drenthe tot vrijwaring afgewezen, omdat de vorderingen in de hoofdzaak niet toewijsbaar zijn. De rechter heeft Lido Drenthe veroordeeld in de proceskosten van de eiser en Lido Hoogeveen, beide begroot op € 747,-.