Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 maart 2020 tot en met 20 maart 2021 te De Westereen, gemeente Dantumadiel, al dan niet vanuit het (bedrijfs)pand aan de [straatnaam] in De Westereen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 20 maart 2021 te De Westereen, gemeente Dantumadiel
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 3,55 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Beoordeling van het bewijs
aangehouden.
Vorig jaar maart 2020 heb ik voor het eerst weer bij [verdachte] gekocht. Dit jaar heb ik ook nog bij hem afgenomen, dat zal denk ik januari of februari 2021 zijn geweest.
Ik kocht in het begin echt wel wekelijks bij hem. Als ik een schatting moet maken heb ik in de periode van maart 2020 en februari 2021 rond de 50 keer bij hem afgenomen. Meestal haalde ik het bij hem in de Westereen, op de plek waar jullie hem hebben aangehouden.
Bewezenverklaring
hij van 1 maart 2020 tot en met 20 maart 2021 te De Westereen, al dan niet vanuit het (bedrijfs)pand aan de [straatnaam] in De Westereen, meermalen, telkens opzettelijk, heeft verkocht en afgeleverd, (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 20 maart 2021 te De Westereen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 3,55 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen.
een gedeelte, groot 319 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.