Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 november 2020 te Delfzijl, althans in Nederland, [slachtoffer 1] en/of zijn familie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een (kap)mes richting die [slachtoffer 1] te zwaaien en/of aan die [slachtoffer 1] een (kap)mes te tonen en/of met een (kap)mes de voordeur van de woning van die [slachtoffer 1] te vernielen en/of daarbij te roepen dat hij – verdachte - die [slachtoffer 1] en/of zijn familie dood wil maken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 25 november 2020 te Delfzijl, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 25 november 2020 te Delfzijl, althans in Nederland, [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Eenheid Noord-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je buiten af. Ik kom jou tegen” en/of “die collega uit Delfzijl zat aan mijn kont. Hij moet oppassen, want als ik hem tegenkom dan doe ik hem wat aan. Als ik hem tegen kom maak ik hem dood” en/of “Ik weet je gezicht. Als ik je tegenkom, maak ik je af” en/of “Ik pak hem. Hij is van mij", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Beoordeling van het bewijs
''Ik maak je buiten af. Ik kom jou tegen.''
''Ik weet je gezicht. Als ik je tegenkom, maak ik je af.''
Ik onderbrak de verdachte zei hem dat ik graag met hem in verhoor wilde en een normaal gesprek wilde voeren. De verdachte reageerde met onderstaande zin waarbij hij wees richting mijn collega [slachtoffer 2].
''Ik pak hem. Hij is van mij.''
Bewezenverklaring
hij op 25 november 2020 te Delfzijl, [slachtoffer 1] en zijn familie heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door met een kapmes richting die [slachtoffer 1] te zwaaien en aan die [slachtoffer 1] een kapmes te tonen en met een kapmes de voordeur van de woning van die [slachtoffer 1] te vernielen en daarbij te roepen dat hij – verdachte – die [slachtoffer 1] en zijn familie dood wil maken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op 25 november 2020 te Delfzijl, opzettelijk en wederrechtelijk een deur, toebehorende aan [slachtoffer 1], heeft beschadigd;
hij op 25 november 2020 te Delfzijl, [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie Eenheid Noord-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen ‘Ik maak je buiten af. Ik kom jou tegen’ en ‘Die collega uit Delfzijl zat aan mijn kont. Hij moet oppassen, want als ik hem tegenkom dan doe ik hem wat aan. Als ik hem tegen kom maak ik hem dood’ en ‘Ik weet je gezicht. Als ik je tegenkom, maak ik je af’ en ‘Ik pak hem. Hij is van mij’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
mishandeling.
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
1.199,25(zegge: elfhonderd negenennegentig euro en vijfentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2020.
[slachtoffer 1], te betalen een bedrag van € 1.199,25 (zegge elfhonderd negenennegentig euro en vijfentwintig eurocent), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2020. Dit bedrag bestaat uit € 449,25 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade.
mr. H. Brouwer, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Vonk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 augustus 2021.