ECLI:NL:RBNNE:2021:3694

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
27 augustus 2021
Zaaknummer
18/214620-18 ontneming
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in het kader van een hennepkwekerij. De officier van justitie had op 2 juli 2021 gevorderd dat de rechtbank het bedrag van € 259.838,21 zou vaststellen als het wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 augustus 2021, waarbij de veroordeelde aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. T. van der Goot. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. R. de Graaf.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van juni 2017 tot en met 3 april 2018 hennep heeft geteeld in Marum. De rechtbank heeft de berekening van de raadsman gevolgd met betrekking tot de opbrengst van de hennep per plant per oogst, waarbij rekening is gehouden met de hoeveelheid Watt van de assimilatielampen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er meerdere oogsten hebben plaatsgevonden en dat de veroordeelde voordeel heeft genoten uit de opbrengsten van de hennepkwekerij.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 250.805,36, en de veroordeelde verplicht tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Tevens is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 1080 dagen. De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht bij haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/214620-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 24 augustus 2021 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

veroordeelde,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 2 juli 2021 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vast zal stellen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat en dat de rechtbank aan voornoemde veroordeelde de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 259.838,21 ter ontneming van het uit het in de zaak met parketnummer 18/214620-18 voortvloeiende, wederrechtelijk verkregen voordeel.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 10 augustus 2021. Veroordeelde is verschenen en is bijgestaan door mr. T. van der Goot. Het openbaar ministerie is ter zitting vertegenwoordigd door mr. R. de Graaf.

Beoordeling

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat veroordeelde zal worden veroordeeld tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, dat door hem wordt geschat op € 259.838,21. De officier van justitie is daarbij uitgegaan van ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e lid 2 Sr’.
Standpunt van de verdediging
Door de raadsman is ter zitting betoogd dat enkel sprake kan zijn geweest van één oogst. Veroordeelde heeft verklaard dat de hennepkwekerij gereed was in januari 2018. De kwekerij is gelet op deze verklaring rond de jaarwisseling opgebouwd. Dit correspondeert met de facturen van [bedrijf] en het aantreffen van de hennepkwekerij door de politie op 3 april 2018. In het rapport wordt uitgegaan van drie eerdere oogsten maar dit is onmogelijk gelet op de facturen.
Daarnaast is in het rapport van de politie is geen rekening gehouden met de belichting. In kweekruimte B van de hennepkwekerij hingen 24 assimilatielampen van 600 Watt. Per m2 is dan sprake van een belichting van 423,52 Watt. Het rapport gaat uit van 510 Watt per m2. Indien van 423,52 Watt uit wordt gegaan, moet de gemiddelde opbrengst in ruimte B gecorrigeerd worden naar 28,93 gram. De opbrengst is dan 384 planten x 28,93 = 11,109 kg. Van deze opbrengst moet vervolgens de aangetroffen gedroogde hennep van 5,964 kg worden afgetrokken. Indien de gemiddelde verkoopopbrengst van € 4.070,00 per kilogram wordt gehanteerd, is de opbrengst € 24,273,48. Van dit bedrag moeten de kosten nog worden afgetrokken. Het voordeel is dan in totaal € 20.302,52.
Indien de rechtbank van de verklaring van veroordeelde uitgaat heeft hij geen voordeel genoten omdat hij slechts huurgeld betaald heeft. De winst is nooit uitbetaald waardoor de vordering afgewezen dient te worden. De rechtbank zou het bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ook kunnen schatten op een x-percentage aan de hand van zijn aandeel in de hennepkwekerij. In dat geval legt de rechtbank een betalingsverplichting op ter hoogte van dit percentage van het voordeel. Hierbij heeft de raadsman gewezen op de ontnemingsbeslissing van de politierechter van Rechtbank Noord-Nederland van 16 juli 2021 met parketnummer 18/730338-17.
Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft veroordeelde bij vonnis van 24 augustus 2021 in de zaak met parketnummer 18/214620-18 veroordeeld ter zake het telen van hennep in Marum in de periode juni 2017 tot en met 3 april 2018.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de berekening van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van voormeld strafbare feit wordt geschat, het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij en de berekening van de raadsman met betrekking tot de opbrengst van de hennep per plant per oogst aan de hand van de hoeveelheid Watt van de assimilatielampen.
Bewijsmiddelen [1]
Uit het rapport van berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel (hierna: het rapport) en de overige voorhanden zijn de stukken [2] blijkt het volgende.
[naam 1] verklaarde dat hij heeft gezien heeft dat er sloopwerkzaamheden in het schuur/stalgedeelte van de stelpboerderij op het adres [straatnaam] te Marum plaatsvonden en dat er vervolgens in het voorjaar van 2017 een hok van sandwichpanelen van 25 meter lang bij 5 a 6 meter breed, met daarin een nieuw gestorte betonvloer in de schuur werd gebouwd. [3] In deze door [naam 1] genoemde sandwichpanelen hok werd op 3 april 2018 een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. [naam 2] heeft verklaard dat hij veroordeelde in de zomer van 2017 al op het erf van de stelpboerderij heeft gezien. Daarna heeft hij veroordeelde nog enkele keren gezien en gesproken bij de stelpboerderij. [4]
De aangetroffen hennepkwekerij was opgedeeld in twee aparte kweekruimtes nader te noemen kweekruimte A en B. In kweekruimte A werden 320 hennepplanten in kweeklabs aangetroffen. De planten in ruimte A waren nagenoeg oogstrijp en ongeveer acht weken oud. In kweekruimte B werden 384 hennepplanten in kweeklabs aangetroffen en 12 losse hennepplanten. De hennepplanten in kweekruimte B waren ongeveer vier weken oud. In het woongedeelte van de boerderij werd een droogruimte aangetroffen. In het aanwezige droogrek en in twee emmers werd gedroogde hennep aangetroffen. Daarnaast werd er in de schuur in een Albert Heijn tas nog gedroogde hennep aangetroffen. [5] In totaal werd er netto 5,145 kilo gedroogde hennep aangetroffen. [6] De watertonnen van waaruit de hennepplanten in kweekruimte A en kweekruimte B werden voorzien van water met voedingsmiddel stonden in het voorportaal van kweekruimte B. In voorportaal B en ook elders in het pand werd een groot aantal lege dan wel aangebroken jerrycans/flessen aangetroffen waarin voedingsmiddelen ten behoeve van de teelt van hennep had gezeten dan wel zat. In totaal werd er 101 liter aan lege jerrycans en of flessen in het pand aangetroffen waarin Dutch pro bloom/grow hydro cocos A en B had gezeten. Deze groei/bloeimiddelen worden in combinatie gebruikt tijdens de kweekperiode in de groei en bloeifase. In voorportaal B is een kweekschema van het merk Dutch Pro aangetroffen. Hierop stond de dosering vermeld. Op 100 liter water, min 250ml en max 350 ml van A&B doseren. [7] Dit levert volgens het rapport op - uitgaande van een gemiddelde dosering van 300 ml op 100 liter water en het gegeven uit het rapport Functioneel Parket Afpakken dat een hennepplant 16,35 liter per oogst gebruikt - dat er omgerekend minstens 1355 hennepplanten zijn geteeld en geoogst (hierop zijn de aangetroffen planten al in mindering gebracht). Het is echter zeer aannemelijk dat er meer planten dan de 1355 zijn gekweekt berekend op basis bovenstaande genoemde en aangetroffen verpakkingsmaterialen van voedingsstoffen. Gezien de verschillende groeistadia van de aangetroffen hennepplanten in de beide kweekruimtes, de gedroogde hennep en de verschillende productiedatum van de gebruikte opticlimates is het aannemelijk dat men eerder is gestart met het kweken van hennep in ruimte B en in een later stadium in kweekruimte A. [8]
Zowel aan het plafond in kweekruimte A als in B hing een koolstoffilter, deze waren bevestigd aan het plafond, met behulp van spanbanden. Opvallend was dat er ruimte zat tussen het filterdoek en het koolstoffilter en dat er ruimte zat tussen de zwarte banden waarmee het filterdoek bevestigd was om het filter. [9] In de schuur is voorts een gebruikte koolstoffilter aangetroffen. [10] Gelet op deze bevindingen is het volgens het rapport zeer aannemelijk dat de originele filterdoeken, in een eerder stadium zijn vervangen voor de huidige provisorische aangebrachte filterdoeken. De filterdoeken van de koolstoffilter waren nagenoeg niet vervuild. Wanneer een koolstoffilter langere tijd in een kwekerij hangt dan treed er vervuiling op van het filterdoek door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt. Een koolstoffilter gaat 4 à 5 oogsten mee. [11]
Verder werd er in zowel kweekruimtes A en B kalkafzetting, schimmelvorming aan de binnenzijde van de sandwichpanelen, aanslag van algen in de waterton en dompelpomp en een stoflaag op de luchtbuizen aangetroffen. Deze vormen van vervuiling treden pas op in hennepkwekerijen na een langere periode van hennepteelt. [12]
Uitgaande van een kweekcyclus van 10 weken en bovenstaande genoemde bevindingen, is
het volgens het rapport dan ook aannemelijk dat er medio juni 2017 gestart is met de teelt van hennep in kweekruimte B en medio juli 2017 in kweekruimte A. Dit teruggerekend vanaf het moment van de instap op 3 april 2018 en de situatie zoals die op dat moment is aangetroffen, te weten hennepplanten van vier weken oud in kweekruimte B en hennepplanten van acht weken oud in kweekruimte A. [13]
Uit het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij blijkt voorts dat in kweekruimte A 20 assimilatielampen met geïntegreerde transformatoren hingen. De lampen waren ingesteld op 720 Watt. In kweekruimte B hingen in totaal 24 assimilatielampen á 600 Watt. [14]
Overweging
De verdediging heeft bepleit dat slechts uit kan worden gegaan van één oogst in kweekruimte B. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank echter af dat sprake is geweest van meerdere oogsten in de periode juni 2017 en april 2018. De rechtbank heeft hierbij met name gelet op de getuigenverklaringen van [naam 1] en [naam 2] , de grote hoeveelheid aangetroffen lege verpakkingen voedingsmaterialen en hetgeen is gerelateerd over de koolstoffilters. Dat er facturen van HODW ter zitting zijn overgelegd, maakt dit niet anders. Niet is duidelijk geworden van wie die facturen zijn en of die facturen überhaupt zien op de desbetreffende hennepkwekrij. De rechtbank gaat dan ook uit van de conclusie van het rapport dat er drie eerdere oogsten in kweekruimte A en vier eerdere oogsten in kweekruimte B hebben plaatsgevonden waarvan wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten.
Daarnaast heeft de verdediging bepleit dat de vordering ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden afgewezen gelet op de verklaring van veroordeelde dat hij geen voordeel heeft genoten. Deze verklaring van veroordeelde wordt verder niet onderbouwd door concrete en verifieerbare gegevens. De rechtbank acht daarom niet aannemelijk dat veroordeelde geen voordeel heeft genoten.
Op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het door hem gepleegde strafbare feit.
Berekening
De rechtbank komt - met inachtneming van hetgeen de raadsman heeft opgemerkt omtrent het aantal wattages van de aangetroffen assimilatielampen - op grond van het voorgaande tot de volgende berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel:

Opbrengst

Kweekruimte A
In de hennepkwekerij zijn in kweekruimte A 320 hennepplanten aangetroffen. De oppervlakte van de beplanting in kweekruimte A was 30,7 m2. Per m2 stonden er 10 hennepplanten in kweeklabs. Uitgaande van het rapport ‘Afpakken’ van het functioneel parket is de opbrengst per plant 30,5 gram. In het rapport wordt echter uitgegaan van een belichting van 510 Watt per m2. In kweekruimte A hingen 20 assimilatielampen van 720 Watt. Per m2 is dan sprake van 469,05 Watt. Indien de belichting afwijkt van de mediaan van 510 Watt per m2 dan wijkt de opbrengst per plant ook af. Om de opbrengst per plant te berekenen bij een afwijkend hoeveelheid Watt dient volgens het rapport ‘Afpakken’, het verschil tussen de mediaan van 510 Watt en de daadwerkelijke hoeveelheid Watt vermenigvuldigd te worden met de factor 0,01242. De uitkomst van deze som geeft het verschil weer tussen de in de tabel opgenomen opbrengst per plant en de daadwerkelijke opbrengst. Dat leidt tot de volgende berekening:
510 Watt – 469,05 Watt = 40,95 Watt
40,95 Watt x 0,01242 = 0,51 gram lagere opbrengst per plant.
30,5 gram – 0,51 gram = 29,9 gram opbrengst per plant bij de belichting in kweekruimte A.
De totale opbrengst hennep per oogst in kweekruimte A is 320 planten x 29,9 gram = 9,568 kilogram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt 9,568 x € 4070,00 = € 38.941,76.
Uitgaande van drie oogsten bedraagt de bruto opbrengst 3 x € 38.941,76 =
€ 116.825,28.
Kweekruimte B
In de hennepkwekerij zijn in kweekruimte B 384 hennepplanten aangetroffen. De oppervlakte van de beplanting in kweekruimte B was 34 m2. Per m2 stonden er 11 hennepplanten. Ook in kweekruimte B week de belichting af van de standaard 510 Watt per m2. In kweekruimte B hingen 24 assimilatielampen van 600 Watt. Per m2 is dan sprake van 423,52 Watt. Gelet op hetgeen is opgemerkt bij kweekruimte A, leidt dat tot de volgende berekening:
510 Watt – 423,52 Watt = 86,48 Watt
86,48 Watt x 0,01242 = 1,07 gram lagere opbrengst per plant.
30 gram – 1,07 gram = 28,93 gram opbrengst per plant bij de belichting in kweekruimte B.
De totale opbrengst hennep per oogst in kweekruimte B is 384 planten x 28,93 gram = 11.109,12 kilogram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt 11.109,12 x € 4070,00 = € 45.214,11
Uitgaande van vier oogsten bedraagt de bruto opbrengst 4 x € 45.214,11 =
€ 180.856,47

Kosten

Bij de berekening van de kosten zijn de volgende kostenposten meegenomen.
Kweekruimte A
- Afschrijvingskosten € 250,00
- Hennepstekken € 1.219,20 (3,81 per stek)
- Variabele kosten € 1.241,60 (3,88 per stek)
- Kosten knippers € 640,00 (2,00 per stek)
De totale kosten per oogst in kweekruimte A bedragen: € 3.350,80
Uitgaande van drie oogsten bedragen de kosten in totaal 3 x € 3.350,80 =
€ 10.052,40
Kweekruimte B
- Afschrijvingskosten € 250,00
- Hennepstekken € 1.463,04 (3,81 per stek)
- Variabele kosten € 1.489,92 (3,88 per stek)
- Kosten knippers € 768,00 (2,00 per stek)
De totale kosten per oogst in kweekruimte B bedragen: € 3.970,96
Uitgaande van vier oogsten bedragen de kosten in totaal 4 x € 3.970,96 =
€ 15.883,84.
Aangetroffen gedroogde hennep
In het pand is daarnaast 5,145 kilogram gedroogde hennep aangetroffen. Hiervan is geen wederrechtelijk voordeel van genoten derhalve wordt dit in mindering gebracht.

5.145 kilogram x € 4.070,00 = € 20.940,15

Berekening totaal wederrechtelijk verkregen voordeel

Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt vastgesteld op:
Kweekruimte A
Bruto opbrengst 3 oogsten € 116.825,28.
Totale kosten 3 oogsten € 10.052,40
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 106.772,88
Kweekruimte B
Bruto opbrengst 4 oogsten € 180.856,47
Totale kosten 4 oogsten € 15.883,84
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 164.972,63
Aangetroffen gedroogde hennep
5,145 kilo gedroogde hennep € 20.940,15
Het totaal wederrechtelijk verkregen voordeel van kweekruimte A + B = € 271.745,51 - de gedroogde hennep € 20.940,15 = € 250.805,36.
De rechtbank komt aldus tot het oordeel dat de veroordeelde
€ 250.805,36voordeel heeft genoten.
Toerekening voordeel
De raadsman heeft bepleit dat de rechtbank het bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel dient te schatten op een x-percentage aan de hand van zijn aandeel in de hennepkwekerij. Veroordeelde heeft bij de politie en ter zitting echter geen openheid van zaken willen geven omtrent zijn rol bij de hennepkwekerij dan wel de eventuele betrokkenheid en rol van anderen. Het had op de weg van veroordeelde gelegen hieromtrent een concrete en verifieerbare verklaring af te leggen. Nu uit het onderzoek ter zitting geen feiten of omstandigheden zijn gebleken waaruit volgt dat het aandeel van veroordeelde bij de hennepkwekerij slechts beperkt is geweest, is de rechtbank van oordeel dat het gehele te ontnemen bedrag aan veroordeelde kan worden toegerekend.
De rechtbank zal op grond van het hiervoor overwogene en gelet op artikel 36e, vijfde lid, Sr bepalen dat veroordeelde ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel het bedrag van € 250.805,36 aan de Staat dient te betalen.
De rechtbank bepaalt bij de oplegging van de maatregel de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.

Toepassing van de wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank

Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 250.805,36.
Legt [veroordeelde] voornoemd de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van € 250.805,36 (zegge: tweehonderdvijftigduizend euro en achthonderdvijf euro en zesendertig cent) aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.
Deze uitspraak is gegeven door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. K. Bunk en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 24 augustus 2021.
mr. O.J. Bosker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Onderstaande bewijsmiddelen zijn afkomstig uit het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018028463 d.d. 5 juli 2018, tenzij anders vermeld.
2.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina 296 e.v., inhoudende het relaas van verbalisanten [naam 3] en [naam 4].
3.Verklaring getuige [naam 1] , pagina 445 e.v.
4.Verklaring getuige [naam 2] , p. 472 e.v.
5.PV aantreffen hennepkwekerij, pagina 488 e.v.
6.Kennisgeving van inbeslagneming (hierna: KVI) p. 25 e.v.,; KVI p. 27 e.v. en KVI p. 29 e.v.
7.PV aantreffen hennepkwekerij, pagina 488 e.v.
8.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina 297 en 298.
9.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina, p. 301 en 304.
10.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina, p. 298.
11.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina p 301 en 304.
12.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina p. 300, 301, 303 en 303.
13.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e lid 2 Sr d.d. 12 juni 2018, pagina p. 298
14.PV aantreffen hennepkwekerij, pagina 488 e.v.