Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De feiten
1.3Huurder is - zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder - niet bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur, onderhuur of gebruik aan derden af te staan, daaronder begrepen het verhuren van kamers en het verlenen van pension of het doen van afstand van huur. Een door of vanwege verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
3.De vordering
- een bedrag van € 16.425,00 ten titel van contractuele boete, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, waaronder de nakosten.