ECLI:NL:RBNNE:2021:3678

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
18/720386-18 TUL
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf na overtreding bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in 1980, had een gevangenisstraf van 501 dagen opgelegd gekregen, waarvan 400 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd begon op 10 april 2019 en er waren bijzondere voorwaarden aan verbonden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod op het gebruik van harddrugs.

De behandeling vond plaats op 10 augustus 2021, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. B.P.M. Canoy, en de officier van justitie, mr. A. Kemkers, wel. De reclasseringswerker, mevrouw J. van Dijk, bevestigde dat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. De reclassering adviseerde de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, omdat de veroordeelde zich meermalen niet aan de voorwaarden had gehouden en moeilijk te bereiken was.

De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde opnieuw de bijzondere voorwaarden had overtreden en dat er geen bijzondere feiten of omstandigheden waren die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De rechtbank besloot de vordering van de officier van justitie toe te wijzen en gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 400 dagen, die eerder voorwaardelijk was opgelegd. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters K. Bunk, O.J. Bosker en M.M. Spooren, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720386-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 24 augustus 2021 op een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Hierna te noemen: de veroordeelde.

Procesverloop

Bij onherroepelijk vonnis van 26 maart 2019 van de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is aan de veroordeelde - onder meer - een gevangenisstraf voor de duur van 501 dagen opgelegd, waarvan 400 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Daarbij zijn bijzondere voorwaarden gesteld. De proeftijd is ingegaan op 10 april 2019.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 10 augustus 2021.Veroordeelde is niet verschenen. De raadsman van veroordeelde, mr. B.P.M. Canoy, is wel verschenen. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door mr. A. Kemkers. Tevens is verschenen als deskundige mevrouw J. van Dijk, reclasseringswerker van Verslavingszorg Noord-Nederland.
De officier van justitie heeft bij vordering van 30 juli 2021 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.

Motivering

De opgelegde vrijheidsstraf
Bij onherroepelijk geworden vonnis van 26 maart 2019 van voornoemde rechtbank, is aan veroordeelde, voor zover hier van belang, een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 501 dagen, waarvan 400 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van deze straf zijn, naast de algemene voorwaarden, bijzondere voorwaarden verbonden. Deze bijzondere voorwaarden zijn gewijzigd bij beslissing van 4 september 2020 van voornoemde rechtbank. Veroordeelde moet zich sindsdien houden aan de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, verbod ten aanzien van het gebruik van harddrugs, meewerken aan controles van het alcoholgebruik, meewerken aan begeleiding van Limor en het vinden van een passende dagbesteding.
Het advies van de reclassering
Uit het reclasseringsrapport van Verslavingszorg Noord-Nederland van 20 mei 2021 komt naar voren dat veroordeelde zich meermalen niet heeft gehouden aan onder andere het drugsverbod, de meldplicht en de voorwaarde met betrekking tot de ambulante behandeling. Voorts komt veroordeelde de gemaakte afspraken niet na en is hij telefonisch moeilijk te bereiken. In de contacten die er zijn, laat veroordeelde overwegend een negatieve houding zien en heeft hij meermalen duidelijk aangegeven dat hij niet mee wil werken aan de opgelegde bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet geen mogelijkheden meer om het toezicht voort te zetten en adviseert de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
De deskundige J. van Dijk heeft ter terechtzitting voornoemd advies bevestigd en aangegeven dat gedeeltelijke toewijzing van de vordering niet zal leiden tot gedragsverandering bij veroordeelde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot tenuitvoerlegging van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf, aangezien veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting primair bepleit om de vordering af te wijzen en subsidiair een gedeeltelijke toewijzing van de vordering bepleit, zodat de reclassering bij veroordeelde betrokken blijft.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat veroordeelde opnieuw de bijzondere voorwaarde heeft overtreden. Vorig jaar heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf gevorderd. Veroordeelde heeft toen nog een kans gekregen. De vordering is destijds door de rechtbank afgewezen en de bijzondere voorwaarden zijn gewijzigd. Veroordeelde blijft ook de gewijzigde bijzondere voorwaarden meermalen overtreden en hij is moeilijk te begeleiden. Veroordeelde heeft in het contact met de reclassering meermalen aangegeven dat hij niet wil meewerken. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding om de tenuitvoerlegging van het aan veroordeelde voorwaardelijk opgelegde strafdeel alsnog te gelasten. De rechtbank is niet gebleken van bijzondere feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Om deze reden zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen.

Beslissing

De rechtbank

Wijst de vordering van de officier van justitie toe.
Gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 400 dagen, waarvan, bij vonnis van 26 maart 2019 van deze rechtbank tegen de veroordeelde gewezen, bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uitvoer gelegd.
Deze beslissing is gegeven door mr. K. Bunk, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. M.M. Spooren rechters, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 augustus 2021.
mr. O.J. Bosker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.