ECLI:NL:RBNNE:2021:3628

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
18/022836-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over belaging en heling met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van een slachtoffer en heling van een telefoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een lange periode herhaaldelijk contact heeft gezocht met het slachtoffer, ondanks dat deze expliciet had aangegeven geen contact meer te willen. Dit gedrag heeft een grote impact gehad op het leven van het slachtoffer, wat de rechtbank zwaar heeft meegewogen in de strafoplegging. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van drie jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer van in totaal € 3.567,85, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan verschillende stoornissen, en heeft geadviseerd om hem in een klinische setting te behandelen. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie grotendeels toegewezen, maar heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/022836-21
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 24 augustus 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [straatnaam] te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [instelling] , [adresgegevens] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 juni 2021 (pro forma) en 10 augustus 2021 (inhoudelijke behandeling).
De verdachte is ter terechtzitting van 10 augustus 2021 verschenen, bijgestaan door mr. M. Kuipers, advocaat te Duivendrecht. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is bij gewijzigde dagvaarding ten laste gelegd dat:
1
hij veelvuldig in of omstreeks de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021 te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, althans in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst
- die [slachtoffer] via diverse accounts, via (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, Instagram en Twitter) berichten te sturen, en/of
- op diverse (sociale) media (openbaar) berichten te plaatsen die gericht waren aan die [slachtoffer] ,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen (te weten contact met hem, verdachte, onderhouden), niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij meermalen in of omstreeks de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021 te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, althans in Nederland, telkens opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 28 oktober 2020 gegeven door de officier van justitie te Noord-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- zich niet zal bevinden in Emmer-Compascuum, en
- geen contact (direct noch indirect) mag opnemen met [slachtoffer] , door in de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021 meermalen contact te zoeken
en/of op te nemen met die [slachtoffer] door haar via diverse (sociale) media berichten te sturen;
3
hij meermalen in of omstreeks de periode van 13 juni 2019 tot en met 19 oktober 2020 te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, althans in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst
- die [slachtoffer] anoniem te bellen, en/of
- die [slachtoffer] via diverse telefoonnummers berichten te sturen, en/of
- die [slachtoffer] (via voicemail) heeft bedreigd met "I'm gonna kill you", en/of
- veelvuldig die [slachtoffer] via diverse (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, Instagram en Twitter) berichten te sturen, en/of
- veelvuldig op diverse (sociale) media (openbaar) berichten te plaatsen die gericht waren aan die [slachtoffer] , en/of
- meermalen die [slachtoffer] via diverse (sociale) media en/of spellen, uitnodigingen voor die media en/of spellen te verzenden, al dan niet via verschillende accountnamen,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen (te weten contact met hem, verdachte, onderhouden), niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4
hij op een of meerdere momenten in de periode van 3 september 2020 tot en met 25 januari 2021 te Emmen, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, te weten een (grote) hoeveelheid e-mailadressen en/of gebruikersnamen en wachtwoorden die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen;
5
hij in of omstreeks 15 februari 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Emmen,
een telefoon (Samsung A50), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2021 t/m 8 maart 2021 te Emmen, althans in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst die [slachtoffer] via diverse accounts, via (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, TikTok en/of Twitter) berichten te sturen en/of haar berichten leuk te vinden en/of haar profielen te bezoeken en/of haar volgverzoeken te sturen, althans contact met haar te zoeken en/of haar te laten weten dat hij die profielen bezoekt,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat al het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Met betrekking tot de onder 1, onder 3 en onder 6 ten laste gelegde belaging en het onder 2 ten laste gelegde handelen in strijd met de gedragsaanwijzing heeft de officier van justitie verwezen naar de aangiftes van [slachtoffer] , de verklaring van verdachte ter terechtzitting, alsmede de processen-verbaal van de politie.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de combolijsten zijn aangetroffen op een op 25 januari 2021 in beslag genomen gegevensdrager van verdachte. Dat de combolijsten door een ander dan verdachte op de gegevensdrager zijn gezet is volgens de officier van justitie niet aannemelijk.
Met betrekking tot de onder 5 ten laste gelegde opzetheling heeft de officier van justitie verwezen naar de aangifte van [naam 1] en de verklaring van [naam 2] . De verklaring van verdachte dat hij de telefoon onder zich had om deze voor een ander te repareren en dat hem niet was opgevallen dat er pasjes op naam van verschillende mensen in het hoesje zaten, acht de officier van justitie niet geloofwaardig.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde opgemerkt dat de pleegperiode moet worden ingekort. De start van de pleegperiode (11 november 2020) ziet op het eenmalig bekijken van het LinkedIn profiel van aangeefster door verdachte. Het bekijken van een profiel op social media kan niet worden beschouwd als daadwerkelijke belaging. De raadsman verwijst naar pagina 182 van het proces-verbaal van politie. Hieruit blijkt dat de officier van justitie van mening is dat het bekijken van een profiel geen schending van de gedragsaanwijzing oplevert. Op 9 december 2020 ontvangt aangeefster een vriendschapsverzoek van verdachte op LinkedIn. De periode daaraan voorafgaand dient te worden uitgesloten.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat dat er onvoldoende bewijs is voor de feiten achter gedachtestreepjes: anoniem bellen, bedreigen met “I’m gonna kill you”, en het sturen van spelverzoeken. Slechts het plaatsen van berichten op social media kan worden bewezen. Ook ten aanzien van feit 3 dient de pleegperiode te worden ingekort: van 30 december 2019 tot juli 2020.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat onduidelijk is op welke datum dit feit zou zijn gepleegd.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit omdat verdachte een verifieerbare verklaring heeft gegeven voor het aanwezig hebben van de telefoon. Het had op de weg van de politie gelegen om hiernaar verder onderzoek te doen.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman opgemerkt dat de pleegperiode moet worden ingekort. De start van de ten laste gelegde pleegperiode is gebaseerd op bezoek van verdachte op de Badoo site van aangeefster. Het enkel bezoeken van een openbaar profiel valt volgens de raadsman niet te kwalificeren als het leggen van contact. Daadwerkelijk contact is er pas als op 8 maart 2021 een bericht aan aangeefster wordt verstuurd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het
onder 4 ten laste gelegde feitniet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. Uit de zich in het dossier bevindende stukken blijkt niet op welke gegevensdrager bedoelde combolijsten zijn aangetroffen.
De rechtbank past ten aanzien van
de feiten onder 1, onder 2, onder 3 en onder 6de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 augustus 2021, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik contact met [slachtoffer] heb willen zoeken. Ik deed dat door berichten te sturen op Instagram, heel vaak via Twitter en één keer op Facebook.
Ik heb daarbij ook wel gebruik gemaakt van een fake account.
Het klopt dat ik onder meer gebruik heb gemaakt van een account met de naam “ [naam 3] ”.
Het klopt dat ik haar berichten heb gestuurd gebruik makend van een (fake)account met de naam “ [naam 4] ”.
Het klopt dat ik het profiel van [slachtoffer] heb bezocht op Badoo.
Het klopt ook dat ik mij niet aan de gedragsaanwijzing heb gehouden.
Met betrekking tot feit 1 en feit 2:
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 27 januari 2021, opgenomen op pagina 244 e.v. van het (digitale) dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020356136, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
Op 28 oktober 2020 is [verdachte] , geboren te Emmen, op 23 maart 1982, wonende te
Emmen, [straatnaam] , als verdachte gehoord in meerdere processen, waaronder die van
stalking van aangeefster [slachtoffer] .
Op 28 oktober 2020, werd aan [verdachte] voornoemd, een Gedragsaanwijzing ter beëindiging van ernstig overlast (Artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering), in persoon uitgereikt, door de Officier van Justitie, Mr. D. Roggen.
Op woensdag 11 november 2020, kreeg ik via de e-mail bericht van aangeefster [slachtoffer] , dat zij deze dag had gezien, dat [verdachte] haar profiel op LinkedIn had bekeken. Zij gaf aan, dat zij geen verzoek tot connectie had gehad. (Bijlage 1)
Echter op woensdag 9 december 2020, om 16.30 uur kreeg [slachtoffer] via LinkedIn wel een
uitnodiging om een connectie te maken met [verdachte] . (Bijlage II)
Ook kwam er op LinkedIn van [slachtoffer] een bericht binnen, verzonden door [verdachte] .
(Bijlage III)
Op donderdag 10 december 2020, kwam er via de e-mail wederom een bericht van [slachtoffer] , dat er op deze dag op LinkedIn een bericht was binnengekomen, alsmede enkele berichten op Instagram. De berichten op Instagram waren afkomstig van " [naam 6] ". Uit de vorige aangifte van [slachtoffer] bleek, dat de naam " [naam 3] " gebruikt werd door [verdachte] . ( Bijlage IV)
Op zaterdag 12 december 2020, ontving ik, verbalisant, wederom een mail van [slachtoffer] ,
waarin zij schreef, dat ze nog een bericht had ontvangen. Ik zag, dat [verdachte] een bericht naar [slachtoffer] had gestuurd op LinkedIn. (Bijlage V)
Later op de dag ontving ik weer een e-mail van [slachtoffer] , waarin zij schreef, dat ze nog veel meer had ontvangen. Ik zag, dat er via Instagram meerdere berichten verzonden waren van " [naam 7] " " [naam 8] ". " [naam 8] " had [slachtoffer] een volgverzoek gestuurd.
Ook had " [naam 7] ( [naam 9] )" haar een verzoek tot volgen gestuurd. (Bijlage VII)
Op een afgeschermd account van twitter van de politie is inderdaad te zien, dat [verdachte]
actief is onder de naam: " [naam 10] " Te zien is dat
een eendje met een opgestoken middelvinger als icoontje in het profiel van
" [naam 8] ( [naam 7] )" later terugkomt op de twitterpagina van [verdachte] ( [naam 10]
). (Bijlage VIII)
Op zaterdag 19 december 2020, stuurde [slachtoffer] mij weer een bericht via de e-mail. Ze
gaf aan, dat deze berichten via Twitter verstuurd waren. Ze gaf aan dat de foto en de tekst overeenkwamen met eerdere berichten en dat zijn ( [verdachte] ) eigen foto's er op stonden. Op deze berichten zijn de afbeelding van een eend en een foto van [verdachte] te zien. Ook werd het woord " [naam 12] " weer gebruikt. (Bijlage VIII).
Ook reageerde [verdachte] op een twitterbericht afkomstig van [slachtoffer] (Bijlage IX)
Op maandag, 21 december 2020, ontving ik, verbalisant, van [slachtoffer] per e-mail het bericht dat haar LinkedIn profiel verwijderd was. (Bijlage X)
Op dinsdag, 22 december 2020, ontving ik wederom per e-mail een bericht van aangeefster [slachtoffer] , dat zij had gezien, dat [verdachte] haar oude LinkedIn page op zijn Pinterest pagina gebruikte. (Bijlages XI en XII)
Op zaterdag, 26 december 2020, stuurde [slachtoffer] mij een e-mail waarin zij schreef dat de naam van haar moeder op Pinterest werd gebruikt, en dit bericht naar haar werd gestuurd. Dit keer kwam de e-mail gebruiker " [emailadres] @gmail.com" naar voren. (Bijlage XIII)
Op maandag, 28 december 2020, kwam er bij mij, verbalisant, een e-mail van [slachtoffer]
binnen met screenshots van het twitteraccount van [verdachte] . Deze had zij door iemand toegestuurd gekregen.
In één van deze berichten (op 26 december2020) schrijft hij: "Geen idee of je t leest of dat ik nu weer iets krijg van [naam 13] of [naam 14] ...... " Ook schrijft hij: " [slachtoffer] sorry ik zat fout met wat ik zei over [naam 15] . En ik heb je niet willen geloven. Mijn excuses. Ik laat het hierbij fijne dagen nog en een goed nieuw jaar en ik zal je verder met rust laten."
Hieruit blijkt dat hij het twitteraccount van [slachtoffer] gebruikt om haar te bereiken.
(Bijlage XIV)
In meerdere twitterberichten in de eerste week van januari 2021, schreef [verdachte] , dat hij het jammer vindt, dat [slachtoffer] zo stijfkoppig blijft en niet wil praten, dingen uit wil praten met haar en dat hij hoopt dat ze weer aardig tegen hem gaat doen. Hij vindt dat [slachtoffer] hem voor de gek houdt, door op geen enkele wijze op zijn berichten te reageren. (Bijlage XV)
Verder stuurde [verdachte] een e-mail naar [slachtoffer] , waarin hij toestemming geeft om zijn "real-time location" te bekijken in Google Maps. Deze mail is gericht aan [slachtoffer] @live.nl. en is op 3 januari 2021 verstuurd. (Bijlage XVI)
Op 7 januari 2021, kreeg [slachtoffer] , via haar WhatsApp een bericht afkomstig van
+ [telefoonnummer] met de naam [verdachte] . In dit bericht schrijft hij, dat hij zal stoppen met contact zoeken. Tevens hoopt hij, dat ze weer normaal tegen elkaar kunnen doen. Ook schrijft hij dat hij steeds berichtjes stuurt, maar niks terug krijgt. Hij hoopt van haar te horen en legt dat bal bij haar neer. Hij hoopt, dat ze zich over haar boosheid heen kan zetten en dat ze hem kan bereiken op het nummer waaronder hij deze WhatsApp heeft verstuurd. (Bijlage XVII)
Op 8 tot en met 11 januari 2021, zijn er meerdere berichten op Twitter en Facebook geplaatst door [verdachte] , waarin hij aangeeft dat hij had verwacht dat @ [naam 16] en @ [slachtoffer] wel zouden praten en hem niet dood zouden zwijgen. Hij schrijft dat hij de strijdbijl wil begraven, dat hij spijt heeft hoe hij dingen heeft aangepakt en dat dat hij hoopt dat zij hem ook kan vergeven. (Bijlage XVIII)
Ook van 12 tot en met 15 januari 2021, verschenen er meerdere berichten. [verdachte] voelt zich genegeerd door sommige mensen en dat snapt hij niet. Ook geeft hij op 14 januari aan, dat [slachtoffer] haar profiel heeft verwijderd. Dit staat ook inderdaad in één van de laatste mails van [slachtoffer] naar mij, verbalisant. Ze mailt, dat ze haar Twitter account offline heeft gehaald.
Ook twittert hij het bericht, dat [slachtoffer] een aantal kansen heeft gehad om te praten maar dat het nu te laat is #te laat# [slachtoffer] . (Bijlage IXX)
Op donderdag, 14 januari 2021, om 18.08 uur, ontving ik, verbalisant, van [slachtoffer] , de volgende mail:
In een Twitterbericht aan haar gericht (@ [slachtoffer] ) komende van de afzender@ [naam 22]
(Please laten we het uitpraten) staan de volgende teksten:
"Wat een mooie profielfoto! Zo zie ik je toch het liefste hoor en niet zo arrogant en boos want dat past niet bij je! Je bent een lieve meid maar mag wel minder boos blijven op anderen. Soms lucht het op dingen uit te praten in plaats van steken! Want dat is wat er nu gebeurt;)"
"Maar toch bedankt voor de leuke dingen en hopelijk wil je praten een x. Het hoeft niet maar is wel het minste wat ik verdien. En succes verder in stereo en RDS;)" (Bijlage XX)
In het Twitterbericht van donderdag 14 januari 2021 18.30 uur staat: @ [naam 17] volgt je nu. Hierop heeft [slachtoffer] haar Twitteraccount verwijderd. (Bijlage XXI)
Op 17 januari 2021 stuurde aangeefster [slachtoffer] mij. [naam 18] , een e-mail waarin zij aangaf, dat ze weer enkele berichten had ontvangen van [verdachte] . Eén van de berichten werd verstuurd via "Signal". Hier stond zijn naam en telefoonnummer bij vermeld, nl. [verdachte] + [telefoonnummer] . (Bijlage XXII)
De laatste nog binnengekomen berichten werden op 24 januari 2021 door aangeefster [slachtoffer] doorgestuurd. Hierbij werd een bericht gestuurd, afkomstig van " [naam 19] " waarin staat: "nog een gedachte, je hebt echt een tyfushekel aan [verdachte] maar waarom ben je ooit begonnen met hem en waarom heb je het dan zolang volgehouden met hem? raar!" en: Mij maakt het niet uit hoor maar hij hoopt nog altijd op een gesprek met je. hoe hard je ook zegt gaat niet door. Kun je niet 1 gesprek met hem hebben vind t sneu zo." (Bijlage XXIII)
Tevens werden er op dezelfde dag enkele berichten gestuurd, afkomstig van " [naam 20] " waarin de volgende berichten staan:
He [slachtoffer] vermaak je je een beetje met die avondklok? Ik zag dat je niet veel meer online
bent of weg. Heb je een nieuwe vriend of ben je met iemand bezig? Het is saai" (Bijlage XXIV) en: "Ben blij dat jij tenminste nog voorspelbaar bent ik hoef bij jou niet bang te
zijn dat je weer met [verdachte] praat ik heb mijn eigen relatie dus je bent topper" en: "maar goed mocht je erin geïnteresseerd zijn ik weet dat hij je ergens gedeblokkeerd heeft. Dus t is aan jou om uit te zoeken waar maar ik zou t niet doen".
- Een gedragsaanwijzing ter beëindiging van ernstige overlast (Artikel 509hh van het wetboek van strafvordering) d.d. 28 oktober 2020 van de officier van justitie, inhoudende:
beveelt de verdachte:
A. zich niet op te houden in Emmer-Compascuum
B. zich te onthouden van contact met de volgende perso(o)n(en):
- [slachtoffer]
Bepaalt dat zulks met zich brengt dat verdachte noch direct (zelf), noch indirect (middels
anderen) op enigerlei wijze contact (niet middels telefoon, niet middels internet, niet via enig ander communicatiemiddel, noch middels direct persoonlijk contact, noch middels
schriftelijke middelen) zal hebben met bovengenoemde perso(o)n(en).
De gedragsaanwijzing gaat in met ingang vanaf heden een blijft van kracht voor een periode van 90 dagen t/m 28 januari 2021, tenzij binnen de gestelde termijn, voor deze zaak, een onherroepelijke afdoening heeft plaatsgevonden.
- Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 29 december 2020, opgenomen op pagina 239 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
"V: [slachtoffer] , je bent uitgenodigd om op het bureau te komen om een verklaring af te leggen, omtrent de berichten die jij ontvangt van [verdachte] . Je weet dat hij een contactverbod gekregen heeft, dat wil zeggen, hij mag op geen enkele wijze contact met jou leggen. Volgens jou, heeft [verdachte] jou berichten gestuurd. In hoeverre ben je er zeker van dat dit [verdachte] is?
A:Ik ben er 100% zeker van, want de berichten zijn dezelfde of lijken erg op de berichten, die hij eerder stuurde en bij een paar berichten staat zijn naam eronder.
V: Het eerste bericht dat wij van jou, na zijn aanhouding, hebben ontvangen is van 11
november 2020. Hieruit blijkt dat [verdachte] jouw profiel op LinkedIn heeft bekeken.
Hoe heb jij hierop gereageerd? (Bijlage I)
A: Ik heb niet in de richting van [verdachte] gereageerd. Ik kon zijn profiel ook niet blokkeren omdat [verdachte] dan kan zien dat ik zijn profiel heb bekeken.
V: Vervolgens heeft hij op 9 december 2020 via LinkedIn jou uitgenodigd om connectie
te maken. Wat vond je daarvan? (Bijlage II)
A: Ik vind dit vooral frustrerend, dat hij ondanks alles door kan gaan en ook gaat.
V: In hoeverre weet je zeker dat dit [verdachte] is geweest?
A: Omdat zijn naam erbij staat.
V: Vervolgens kwam er via LinkedIn weer een bericht en wel op 10 december 2020. Wat
werd in dit bericht gevraagd? (Bijlage III)
A: Er werd gezegd npj.
V: Wat vond je hier van?
A: Dezelfde frustratie.
V: Kort hierna stuurde je een bericht naar de politie, dat je nog 1 gebruikersnaam zag. Welke bedoel jij hiermee? (Bijlage IV)
A: Ik heb bedoeld te zeggen dat hij het bericht van 10 december had verzonden met de naam [naam 23] . Hij heeft deze naam al eerdere gebruikt in berichten naar mij.
V: In hoeverre weet jij dat [verdachte] de naam [naam 7] / [naam 21] gebruikt? (Bijlage V)
A: Dit account is vaker gebruikt door [verdachte] .
V: Waar gebruikt hij deze naam?
A: In diverse berichten naar mij. Zie hiervoor de bewijsstukken, die ik heb aangeleverd bij mijn eerste aangifte.
V: Kort hierna, op 11 december 2020, kwam er weer een bericht bij jou binnen, die je hebt doorgestuurd. Hier staat in dat [verdachte] jou een bericht heeft gestuurd op LinkedIn. Wat vond je daarvan? (Bijlage VI)
A: Ik voel mij hierdoor gefrustreerd.
V: In hoeverre heb je op dit bericht gereageerd?
A: Helemaal niet.
V: Op 12 december 2020 heb je weer enkele mails naar ons gestuurd. Hierin zeg jij dat er helaas nog veel meer mails zijn. Deze staan weer op naam van “ [naam 7] ” met hierbij de
naam “ [naam 8] ”. Hoe weet jij zeker dat deze berichten van [verdachte] komen?
(Bijlage VII)
A: Het plaatje dat hij als verstuurd bericht naar mij heeft gezonden heeft hij al vaker gebruikt. Ook staat in dit bericht matras van Compas. Deze naam heet hij al vaker voor mij gebruikt.
V: Dit zijn zogenaamde volgverzoeken op Instagram. Wie heeft deze verzoeken beantwoord?
A: Niemand. Ik heb ze allemaal verwijderd.
V: Waarom?
A: Ik heb ze verwijderd, omdat ik weet dat als ik iets verwijder hij het binnen no-time weer stuurt.
V: Enige tijd geleden heeft een kennis van jou ontdekt, dat er berichten kwamen van het IP adres van de GGZ in Assen.
V: Welke naam gebruikte de afzender, toen hij deze berichten verstuurde?
A: Dat weet ik niet zeker meer. Volgens mij [naam 23] .
V: In hoeverre heeft [verdachte] jou verder nog benaderd (persoonlijk, telefoon, WhatsApp enz).
A: Nou gelukkig niet.
V: Hoe voel je je onder het feit dat hij nog steeds contact met jou opneemt?
A: Hoofdzakelijk voel ik mij machteloos en frustratie. Er lijkt geen eind te komen.
Ik wil dat het afgelopen is. Ik besef dat dit tijd nodig heeft, maar het duurt van mij te lang. Het beheerst nu mij leven en ik heb al meerdere offers moeten maken om van hem af te komen. Zo ga ik op wisselende adressen boodschappen doen zodat [verdachte] hier geen patroon ik kan ontdekken. Ik laat 's avonds mijn hond al niet meer uit. En ik ben zelfs verhuisd naar een niet nader te noemen adres, omdat ik hoop dat hij mij niet weer kan vinden. Boodschappen, winkelen of uitgaan in Emmen is voor mij onmogelijk geworden.
- Een proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 18 december 2020, opgenomen op pagina 242 e.v. van voornoemd dossier.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal belaging/overschrijden gedragsaanwijzing, met bijlagen, d.d. 15 april 2021, opgenomen op pagina 234a e.v. van het (digitale) dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020356136, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
Uit het onderzoek aan de bij verdachte [verdachte] aangetroffen telefoon, bleek, dat op de telefoon al sinds 11 mei 2020 werd ingelogd met het e-mailadres [emailadres] .
Op 7 januari 2021 werd een WhatsApp bericht naar aangeefster gestuurd afkomstig van het
telefoonnummer+ [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer behoort bij de voornoemde telefoon. Op 19 januari 2021 heb ik, [naam 5] , via de e-mail aan verdachte [verdachte] gevraagd om zijn nieuwe telefoonnummer. Hij gaf toen aan, geen telefoon en nieuwe simkaart te hebben. Op deze telefoon werden inloggegevens gevonden, die passen bij het account [naam 21] ,
[naam 17] en [naam 24] . Op deze telefoon staat ook een site genaamd: anonymoussmssender.com. Deze site wordt gebruikt om berichten te kunnen versturen met niet te achterhalen telefoonnummers.
Aangeefster [slachtoffer] heeft zowel bij haar vorige aangifte als de aangifte van dit dossier berichten ontvangen van een niet te achterhalen telefoonnummer (bijvoorbeeld [telefoonnummer] ).
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2021, opgenomen op pagina 251 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 25] :
Naar aanleiding van de aangifte van stalking van [slachtoffer] door [verdachte] , werden op maandag 25 januari 2021, diverse communicatieapparaten van [verdachte] in beslag genomen. Deze apparaten, een notebook, merk HP, een mobiele telefoon, merk Lenovo, een tablet, merk Rohs, een harddisk, merk Seagate Barracuda 7200 en een harddisk, merk Western Digital Wd7500aavs, werden aangetroffen in de woning van verdachte [verdachte] .
TELEFOON en LAPTOP:
In de telefoon van verdachte [verdachte] , werden twee simkaarten aangetroffen, met de nummers:
- [telefoonnummer]
- [telefoonnummer] ( sinds 30-06-2020 bekend bij [verdachte] )
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is het nummer welke door [verdachte] gebruikt is, om aangeefster [slachtoffer] lastig te vallen. De simkaarthouder (Lebara) van dit nummer, werd op de tafel van de woning van [verdachte] aangetroffen. Door mij, verbalisant [naam 25] , werden de volgende gegevens in de inbeslaggenomen telefoon aangetroffen:
Bij het automatisch aanvullen in de telefoon werd aangetroffen:
Op 21 december 2020 om 01.03 uur, werd een invulveld toegevoegd aan de telefoon met het invulveld [emailadres] + [slachtoffer] @gmail.com.
Dit invulveld werd toegekend aan de browser chroom.
Ditzelfde wordt herhaald op 26 december 2020 om 13.11 uur.
Op 9 januari 2021 om 15.42 uur wordt er naar de moeder van aangeefster [slachtoffer] , genaamd [naam 26] , een WhatsApp bericht gestuurd met de volgende tekst:
“Mijn oprechte excuses voor afgelopen tijd. Dit had nooit mogen gebeuren en ik heb er echt enorm veel spijt van dat het tussen [slachtoffer] en mij zo uit de hand is gelopen. Ik hoop dat de boosheid ooit zover zakt bij haar dat ze er met me over kan praten want tot ik vind de wetenschap dat we ruzie hebben echt vreselijk. Sorry voor hoe ik het allemaal heb aangepakt van binnen ben ik iemand die gewoon oprecht vriendelijk is en dat heeft [slachtoffer] in het begin van ons contact ook gezien. Maar ik liet me de kop gek maken door allerlei verhalen. En ik vind het echt heel erg dat ik haar als vriend kwijt ben. Sorry voor alles echt waar”.
Op 7 januari 2021 om 14.02 uur, werd er met de telefoon het volgende bericht naar aangeefster [slachtoffer] gestuurd:
“Ik zal nu echt stoppen met contact zoeken. Nogmaals het spijt me echt enorm dat het zo mis gegaan is tussen ons. Vooral vorig jaar had nooit mogen gebeuren en daar boet ik nu flink voor. Ik hoop dat we ooit nog normaal kunnen doen tegen elkaar want we hadden altijd leuke gesprekken. En het was echt niet alleen maar ruzie en strijd tussen ons. Ik heb één hele boel geleerd en dat maakt dat ik het juist moeilijk vind dat jij niet meer tegen me praat. Want wat ben ik stom geweest en ik wou dat ik de kans kreeg om het uit te praten met je. Maar wat ik nu aan het doen ben heeft geen zin ik stuur berichtjes krijg niets terug en ik word er steeds somberder van. En vorig jaar al een aantal keren voor de dood gestaan en dat is super confronterend. Dus ik leg wederom de bal bij jou neer en hoop dat je die nu eens een keer opraapt die bal. Zodat we het uit kunnen praten en we ieder verder kunnen zonder haat en zo.
Veel succes verder en mocht je me willen bereiken dit is m'n nummer en echt [slachtoffer] wil
je er alsjeblieft over nadenken ik weet dat ik domme dingen gezegd en gedaan heb maar ik voel echt oprecht spijt nu. Dus hoop van je te horen en zo niet dan ga ik er vanuit dat je je niet over je boosheid heen kunt zetten en dan zal ik er mee moeten leven. Maar ga dan niet via anderen steken uitdelen zoals je met die Sjaak deed want als je niet over je boosheid heen kunt zetten laat me dan ook echt met rust. Maar ik hoop dat je je erover heen kunt zetten en met me wil praten.”
In meerdere apps naar verschillende mensen, praat verdachte [verdachte] met hen over [slachtoffer] .
Account [naam 24]is op de telefoon van [verdachte] toegevoegd als contact. Dit is een
twitteraccount en met dit bericht is op 26 december 2020 een twitterbericht naar aangeefster gestuurd, met de tekst dat @ [naam 24] haar volgt.
Dit account is ook aangetroffen op de laptop van verdachte [verdachte] . Hiervan 208 unieke
waarden gevonden op deze laptop, waaronder zijn gebruikersnaam en wachtwoord.
Account [naam 21]. Hiermee wordt op 12 december 2020 om 08.30 uur, ingelogd op
Instagram.
Account [naam 17]. Hiermee wordt op 14 januari 2021 om 18.28 uur ingelogd op Twitter.
Account [naam 27] . Dit is het Twitteraccount van verdachte [verdachte] . Het eerste bericht is op 16 december 2020 gepost.
Account [naam 22]. Hiermee zijn op 13 en 14 januari 2021 berichten naar aangeefster
[slachtoffer] gestuurd.
Account [emailadres] @gmail.com. Dit is het profiel waar alle contactgegevens in zijn
opgeslagen. Ook werd deze gebruik voor het aanmaken van account waarmee aangeefster
werd gestalkt.
Verder heeft verdachte [verdachte] het telefoonnummer - [telefoonnummer] (uit inbeslaggenomen
telefoon [verdachte] ) in gebruik gehad. Deze is in ieder geval vanaf 15 november 2020
bij hem in gebruik. Dit telefoonnummer werd als hersteloptie gebruikt voor de in beslag genomen accounts. Ook dit is een Lebara nummer.
Met betrekking tot feit 3:
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 15 december 2020, opgenomen op pagina 5 e.v. van het (digitale) dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020268651, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
Tijdens de verhoren met [verdachte] , bleek, dat hij problemen had met [slachtoffer] .
Uit onderzoek bleek, dat [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1991, op 30 juni 2020, aangifte had gedaan van stalking. Zij verklaarde, dat ze al meer dan een jaar telefonisch en via social media lastig werd gevallen door [verdachte] . Ze heeft hem hier op aangesproken en hem gewaarschuwd, dat ze naar de politie zou gaan als hij door bleef gaan met stalken.
Toen het stalken niet stopte, heeft ze contact opgenomen met de wijkagent en deze heeft een gesprek gehad met [verdachte] . Hierna ging het een tijdje goed, maar na een maand of twee begon hij [slachtoffer] weer berichten te sturen; soms tientallen berichten op één avond.
[slachtoffer] heeft [verdachte] twee of drie keer "live" gezien en gesproken, maar van enige relatie was geen sprake.
Op 9 juni 2020 heeft de wijkagent een "stopgesprek" gevoerd met [verdachte] . Na dit gesprek heeft [verdachte] diezelfde avond [slachtoffer] 68 berichten gestuurd. Volgens [slachtoffer] gebruikte [verdachte] allerlei aliassen om haar uit te nodigen op zijn verzoeken tot contact te reageren. [slachtoffer] stelde meerdere berichten aan mij, verbalisant, beschikbaar. Deze zullen als bijlagen bij dit proces-verbaal worden gevoegd.
Op 29 oktober 2020 werd aangeefster [slachtoffer] nogmaals gehoord. Haar werd gevraagd hoe de laatste maanden waren verlopen qua contact met [verdachte] . Ze gaf aan, dat ze tot en met 20 juli 2020 nog meerdere keren is gebeld en zijn meerdere spel- en volgverzoeken gestuurd, van " [naam 23] ". Ook kreeg ze berichten van [naam 28] .
Ze gaf aan, dat een vriend van haar ( [naam 32] ) uit had gezocht, dat deze berichten werden verstuurd vanaf Stichting GGZ te Assen.
Naar aanleiding van vorenstaande heb ik contact opgenomen met de afdeling digitale
expertise te Assen. Zij gaven aan, dat zij met ongeveer dezelfde werkwijze IP adressen achterhalen. [naam 32] heeft dit via IPlogger.org gedaan.
- Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 26 augustus 2020, opgenomen op pagina 142 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Ik doe aangifte van stalking. Ik wordt stelselmatig lastig gevallen door [verdachte] .
Ik kan u het volgende verklaren; Ik heb [verdachte] ontmoet in het voorjaar van 2018.
Op 13 juni 2019 heb ik hem gestuurd dat ik verder geen contact meer met hem wilde hebben.
Hier reageerde hij uitgebreid op. Ik kreeg het ene na het andere bericht. Op 2 augustus 2019 heb ik hem nog een bericht gestuurd maar ik weet niet meer waarover. Op 9 oktober 2019 heb ik hem een bericht gestuurd waarin ik hem zeg dat hij moet stoppen met zijn stalkingsgedrag. Ik zei hem ook dat ik naar de politie zou gaan als dat niet gebeurde. Dit was voor zover ik weet het laatste bericht dat ik aan hem heb gestuurd.
Ik bleef maar berichten ontvangen van [verdachte] na 9 oktober 2019. Ik heb contact gezocht met de wijkagent van de wijk Emmermeer waar hij woonachtig is. Deze heeft een gesprek met
hem gehad en toen was het een tijdje rustig. Op 30 december 2019 kreeg ik weer een bericht van [verdachte] . Hij wenste mij een gelukkig nieuwjaar ondanks onze ruzie. Ik heb hier niet op gereageerd. Ik kreeg sporadisch een keer een bericht van hem of een vriendschapsverzoek. Ook via Pinterest kreeg ik een 'volg-verzoek' van hem. Ik kreeg hier een melding van. Hij stuurde mij daar ook privé berichten. Ik heb hem geblokkeerd. Daarna kreeg ik verzoeken via nep accounts van Pinterest. Ik heb al deze berichten bewaard en deze stuur ik u toe. Soms is de toon agressief en soms zijn het berichten waarin hij zegt mij te missen en dan ben ik weer een hoer en een ijskonijn. Het zijn hele wisselende berichten. Daarna begon hij mij berichten te sturen via snap chat. Ook deze heb ik bewaard en stuur ik u toe. Deze berichten stuurde hij via nep accounts. Deze heb ik allemaal geblokkeerd. Ik geloof dat het om negen (9) accounts ging in totaal. Ook kreeg ik berichten via nep accounts van Facebook. Zeker van een (1) account maar mogelijk van twee (2). Deze heb ik ook geblokkeerd. Ik heb vervolgens contact gezocht met mijn wijkagent en deze heeft samen met zijn collega een stop-gesprek gevoerd met [verdachte] op 9 juni 2020. Dezelfde avond heeft [verdachte] mij acht-en-zestig (68) verzoeken gestuurd voor een spelverzoek. We hebben in het verleden samen een spel genaamd Kryss gespeeld via een app. Ik heb een (1) verzoek geaccepteerd om hem te kunnen blokkeren. Ik heb niet gereageerd en niet gespeeld. Via een app die je kunt downloaden op je
telefoon kun je via Amerika gratis sms berichten versturen. Het lijkt erop dat [verdachte] dat momenteel doet. Ik krijg via vijf (5) a zes (6) nummers berichten toe gestuurd.
Ik kan niet zien of [verdachte] dit heeft verstuurd maar ik zie dezelfde stijl van berichten schrijven op zijn facebook berichten. Ook heeft [verdachte] een Pinterest account aangemaakt op naam van iemand uit mijn dorp. Ik heb via via gevraagd of deze persoon wel een Pinterest account had. Dit was niet het geval. Afgelopen weekend was het echt heel erg. Ik heb wel dertig (30) tot veertig (40) sms berichten gehad met steeds een (1) a twee (2) zinnen. Ik was aan het werk dus ik heb ze niet allemaal gelezen maar er wel screenshots van gemaakt. Hij heeft me ook vier (4) keer anoniem gebeld. Ik weet dit omdat hij dan eerst een sms stuurt. Hij vraagt dan waarom ik mijn telefoon uit heb gezet. Hij doet zich dan voor als [naam 29] , mijn ex-vriend. Inmiddels is [verdachte] uit de EHBO-vereniging gezet. Mijn moeder was namelijk ook lid van deze vereniging en kreeg ook sms berichten van [verdachte] . Mijn moeder had aangegeven wel te willen blijven lopen voor de vereniging maar niet meer in de app groep wilde blijven vanwege de berichten die [verdachte] stuurde aan haar. Hierop heeft de vereniging besloten [verdachte] uit de vereniging te zetten. Hij heeft op facebook gezet dat hij dit een rotstreek vond. Vanmorgen heb ik nog een bericht van hem gekregen met de tekst; “He [slachtoffer], wat ik nou weer hoorde, ben best wel pissig. Sorry dat ik iedere keer over hem begin maar [verdachte] zat gisteren bij een vriendin. En de hele avond ging het dat het onze schuld was dat het slecht ging met hem.. Ik had hem gek gemaakt en jij hem overspannen en nog veel meer. En echt jouw naam is zo vaak over tafel gerold. Dat komt echt niet goed hoor. Ooit komt hij de verkeerde tegen. Het is nu wie van ons twee slaat het snelst.” Ik heb ook op dit bericht niet gereageerd. Ik heb zoveel berichten van hem gekregen en ik heb overal screenshots van gemaakt en deze stuur ik u allemaal toe. Ik wil dat dit ophoud. Ik slaap maar vier (4) tot vijf (5) per nacht vanwege deze berichten.
- Een proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 27 augustus 2020, opgenomen op pagina 149 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
V: Wanneer was het laatste contact?
A: 23 juli 2020. Toen heeft hij vanuit het GGZ gebeld met mij. Ik heb daarna contact gehad met [naam 2] , de schoonzus van [verdachte] , die vertelde dat hij opgenomen was in de GGZ.
V: Wat deed jou besluiten om aangifte van stalking tegen [verdachte] te doen?
A: Omdat het gewoon niet ophield. Ik heb in oktober 2019 tegen hem gezegd dat hij op
moest houden. De wijkagent van Emmermeer heeft hem hierop aangesproken. Toen ging
het een tijdje goed, maar in december ging hij weer helemaal los.
V: Wat had jij zelf al geprobeerd om zijn stalkgedrag te stoppen?
A: Ik gezegd dat hij moest stoppen. Toen het niet stopte, heb ik contact gezocht met de wijkagent.
V: In hoeverre ging [verdachte] door met stalken na het "stopgesprek" gevoerd door de politie?
A: eerst ging het goed; heel nu en dan kreeg ik nog een appje. Op 31 december 2019 begon het weer, maar in maart 2020 was het weer verschrikkelijk.
V: In hoeverre heeft [verdachte] nadat jij aangifte hebt gedaan, nog weer contact, op wat voor manier dan ook, met jou opgenomen?
A: Allemaal online. Na het stop gesprek van [naam 7] en Melanie heb ik diezelfde avond nog achtenzestig spelverzoeken ontvangen, toen is het twee dagen rustig en daarna ging het weer helemaal los. Toen werd ik weer kut hoer genoemd en alles. Dit gebeurde via de mail, Facebook, spelverzoeken, Pinterest en nog meer. Ook dit allemaal heb ik doorgestuurd.
V: In hoeverre heb jij hier op gereageerd?
A: Niet, ik heb ze geopend en geblokkeerd. Nu weiger ik ze elke keer. Maar er komen
telkens nieuwe accounts bij.
V: Jij hebt vrijwillig jouw telefoon afgestaan en wij hebben deze onderzocht. Wij zien het nummer van [verdachte] eigenlijk niet voorbij komen, wel nummers die via Amerika gaan, volgens onze digitale expert. Hoe zit dat?
A: Hij belt constant met een anoniem.
- Een proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 29 oktober 2020, opgenomen op pagina 155 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
De aangeefster verklaarde:
Je hebt mij gevraagd om aan het politiebureau te komen, om te vertellen hoe de afgelopen maanden zijn verlopen qua contact met [verdachte] . Ik kan daar het volgende over verklaren:
Het laatste wat er is gebeurd dat heb ik allemaal gemaild. Dit liep door tot 20 juli. Hij heeft daarna nog tot dinsdag woensdag gebeld, maar geen voicemail meer ingesproken. Alle berichten die hij mij stuurde heb ik allemaal geblokkeerd. Samen met een goede vriend heb ik hiervan een back-up gemaakt. Deze staat op een harde schijf. Deze vriend woont in Zweden, hij heeft het dus ook daar opgeslagen.
Na 20 juli heb ik niks meer gehoord tot vorige week maandag 19 oktober 2020. Toen kreeg ik weer allerlei spelverzoeken van het account [naam 23] . En kreeg ik weer allerlei volgverzoeken. Later kreeg ik ook berichten van [naam 28] . Hij gebruikt elke keer hetzelfde account maar past zijn profielnaam constant aan.
Vervolgens is door een vriend het account bekeken en die kwam erachter dat de verzoeken
werden verstuurd vanaf de GGZ Drenthe.
- Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 november 2020, opgenomen op pagina 180 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam 5] :
Op 20 oktober 2020, kreeg ik via de e-mail een bericht van aangeefster [slachtoffer] . Ze stuurde foto's mee van een fake-account. Dit account met de naam " [naam 30] " werd op 18 juli 2020 om 23.34 uur gebruikt om een bericht naar aangeefster te sturen.
Ditzelfde account werd op dinsdag 20 oktober 2020 weer gebruikt om een bericht naar haar te sturen. Dit werd omgezet in een volgverzoek, met de naam " [naam 31] " welke op 21 oktober 2020 naar aangeefster [slachtoffer] werd gestuurd.
Hier heeft aangeefster niet op gereageerd.
Later kreeg zij berichten van " [naam 28] ". Steeds hetzelfde account wordt gebruikt, maar de profielnaam wordt steeds aangepast.
Een kennis van aangeefster, [naam 32] , heeft op 21 oktober 2020, een berichtje naar dit fake-account gestuurd met een https://iplogger.org/ link die hij, [naam 32] , had gemaakt. Hij had de hoop erop gevestigd, dat de persoon welke het fake-account, [naam 30] , had aangemaakt, op deze link zou klikken. Dit heeft deze persoon inderdaad gedaan, waarna het IP adres kon worden achterhaald.
Het IP adres was 217.100.46.100 en hoort bij het IP adres van de GGZ te Assen.
IPlogger.org. is een website waar je een link aan kunt maken. Wanneer deze link door de persoon naar wie je het stuurt, aangeklikt wordt, wordt het IP adres getoond van degene die de link gebruikt. Dit adres wordt getoond op de website van IPlogger.
Op donderdag, 29 oktober 2020, omstreeks 16.25 uur, had ik, verbalisant, telefonisch contact met deze "kennis", bleek hij nog een screenshot te hebben gemaakt van dit IP adres. Deze wordt als bijlage bij gevoegd.
Met betrekking tot feit 6:
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2021, opgenomen op pagina 421 e.v. van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
Op maandag 1 maart 2021, kreeg ik, verbalisant [naam 5] , een e-mail van [slachtoffer] , waarin stond dat [verdachte] haar had bezocht op Badoo. Ik kreeg van haar een screenshot doorgestuurd, waarop te zien is dat [verdachte] haar inderdaad had bezocht.
Op maandag 8 maart 2021, 01.04 uur, kreeg ik wederom bericht via de e-mail van aangeefster [slachtoffer] , waarin enkele screenshots stonden, waarin te zien is, dat [verdachte] had gereageerd op een video die [slachtoffer] had geplaatst op TikTok. Dit deed hij onder de accountnaam [naam 38]
Via een ander account @ [naam 33] , liked [verdachte] ook de video welke door [slachtoffer] was geplaatst. Deze mail verstuurde [slachtoffer] op 8 maart 2021 om 07.31 uur.
Op 8 maart 2021 om 08.43 uur kwam de volgende e-mail van [slachtoffer] bij mij binnen. Hierin is te lezen dat [verdachte] weer een bericht via Twitter stuurt naar [slachtoffer] @live.nl, het twitter account van [slachtoffer] . Hierin staat het volgende bericht:
"He hoi ik zag dat je me geblokkeerd had op tik tok. Waarom eigenlijk? Wil zeggen dat je echt keileuke filmpjes maakt. Groetjes [naam 34] "
Op dezelfde dag, om 08.56 uur is te lezen, dat [verdachte] , [verdachte] haar het volgende bericht stuurde:
"Als je me niet vertrouwd mag je me napluizen op facebook daar ben ik [naam 4] .
Ik hoop dat je me toe wil laten. Jij lijkt mie echt een superaardig persoon en ik denk dat ik keiveel van jou kan leren. Ik zag ook huisdieren ertussen staan mijn ouders hebben een dierenpension in [plaats] bij rolde. Ik zou zo graag eens met je kletsen want denk dat we vriendinnen kunnen worden zo. Een hele fijne dag, ik kruip nog even achter mn vriend. Doei"
Later op de dag, om 15.56 uur, komt het volgende bericht van [verdachte] , [naam 35] binnen bij [slachtoffer] , eveneens op Twitter.
"Ik heb er even over nagedacht maar ik geloof niet dat ik me met jou in moet laten. Mn vriend die kent jou heel goed en naar wat ik hoorde van hem ben jij echt een heel slecht achterbaks en gemeen meisje. En ik hoop voor je dat je in elk geval iets gaat doen met de kritiek succes verder doei dikke doei".
Op dinsdag, 9 maart 2021, om 08.19 uur, kwam via de e-mail weer een bericht van [slachtoffer]
binnen. Zij was via Badoo door [verdachte] benaderd, onder verschillende namen. Dit zijn de namen [verdachte] , 38; [naam 36] en [verdachte] [naam 37] . Hij had haar met al deze profielen ge-liked.
- Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 9 maart 2021, opgenomen op pagina 414 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Ik heb vorig jaar al meerdere aangiftes gedaan van stalking door [verdachte] . Ik weet, dat hij aangehouden is geweest en vast heeft gezeten. Tevens hebben jullie mij verteld, dat hij weer thuis is en dat hij op geen enkele wijze contact met mij mag leggen.
Dat ging een tijdje goed tot hij weer op 28 februari 2021, mijn profiel op Badoo heeft bezocht. Dat heb ik naar jou gestuurd.
In de nacht van zondag 7 maart 2021 op maandag 8 maart 2021, had ik nachtdienst en ik zag, dat [verdachte] weer wat op TikTok had geplaatst, onder de naam " [naam 38] ".
Hij vond mijn video leuk die ik op TikTok had geplaatst.
Maandagmorgen, 8 maart 2021, om 08.41 uur, zag ik, dat [verdachte] mij een bericht had
gestuurd. Ik had hem al genegeerd. Hierin stond de volgende tekst:
"He hoi ik zag dat je me geblokkeerd had op tik tok. Waarom eigenlijk? Wil zeggen dat
je echt keileuke filmpjes maakt. Groetjes [naam 34] ."
Om 08.56 uur, kwam van [verdachte] het volgende bericht bij mij binnen:
"Als je me niet vertrouwd mag je me napluizen op facebook daar ben ik [naam 4] .
Ik hoop dat je me toe wil laten. Jij lijkt mij echt een superaardig persoon en ik denk dat ik nog keiveel van jou kan leren. Ik zag ook huisdieren ertussen staan mijn ouders hebben een dierenpension in [plaats] bij rolde. Ik zou zo graag eens met je kletsen want denk dat we vriendinnen kunnen worden zo. Een hele fijne dag, ik kruip nog even achter mn vriend. Doei."
Gisteren op 8 maart om 15:56 ontving ik van [verdachte] , [naam 35] een bericht. "Ik heb er even over nagedacht maar ik geloof niet dat ik me meer met jou in moet laten. Mn vriend kent jou heel goed en naar wat ik hoorde van hem ben jij echt een slecht achterbaks en gemeen meisje. En ik hoop voor je dat je in elk geval iets gaat doen met de kritiek succes verder doei dikke doei."
Ik zit onder mijn eigen naam op Badoo, en ik kreeg daar een melding van dat mijn account had bezocht. En toen zag ik daar zijn hoofd ook weer tussen staan. Hij had mijn profiel bezocht onder meerdere namen namelijk. [naam 36] , [verdachte] [naam 37] en [verdachte] . De berichten die ik jullie heb toegestuurd zijn van afgelopen nacht.
Vannacht heeft hij ook met een fake account mijn twitter proberen te volgen. Het account naam hiervan is [naam 40] . Ook heeft hij in gereageerd op berichten van oud collega's van mij uit 2013.
- Een proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 9 maart 2021, opgenomen op pagina 417 e.v. van voornoemd dossier.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 maart 2021, opgenomen op pagina 419 e.v. van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 5] en [naam 25] :
Op dinsdag 9 maart 2021 brachten wij, verbalisanten een bezoek aan het hondenpension, gevestigd aan de [straatnaam] te [plaats] . Dit naar aanleiding van een binnengekomen berichten bij aangeefster [slachtoffer] . In deze berichten stond, dat [naam 34] het raar vond dat zij haar geblokkeerd had op tiktok en dat ze graag vriendinnen met haar wilde worden.
Om te voorkomen, dat [verdachte] in zijn verklaring zou ontkennen, dat hij dat was die deze
berichten had verstuurd en de schuld neer kon leggen bij [naam 34] , hebben wij haar bezocht op haar woonadres.
Het betreft [naam 35] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats], wonende
te [plaats] , [straatnaam] .
Ze werd geconfronteerd met de berichten die aangeefster [slachtoffer] had ontvangen op Twitter. Ze heeft de berichten gelezen, duidelijk was te zien, dat ze hiervan schrok, omdat haar naam en het adres van haar ouders werd genoemd. Ze vertelde, dat niet zij, maar [verdachte] die berichten had geplaatst. Ze kende [verdachte] van afgelopen zomer, toen ze allebei in de GGZ te Assen waren geplaatst.
Ze was van zondag 7 maart 2021,'s avonds, tot maandag 8 maart 2021, omstreeks 18.00 uur, in [plaats] geweest, bij [naam 39] ( [naam 39] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979, wonende te [plaats] , [straatnaam] ), waar ze [verdachte] ook ontmoette. [naam 34] gaf aan, dat zij [slachtoffer] niet persoonlijk kent, alleen uit de verhalen die [verdachte] aan haar vertelt. Zij weet ook niet welke accounts [slachtoffer] gebruikt. Ze gaf aan, dat ze [slachtoffer] nooit heeft benaderd, niet persoonlijk en ook niet via social media.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2021, opgenomen op pagina 426 e.v. van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 25] :
Door mij verbalisant is onderzoek gedaan naar de telefoon van de verdachte. Hierin zijn door mij de volgende zaken aangetroffen:
In de data van de telefoon werd het twitter account [naam 40] aangetroffen.
In de data van de telefoon werd het Badoo account [naam 36] aangetroffen.
In de data van de telefoon werd het Badoo account [naam 41] aangetroffen.
In de data van de telefoon zijn in totaal 200 directe verwijzing richting [slachtoffer] aangetroffen.
In de data van de telefoon werd op 7 maart 2021 om 23:19:37 het TikTok profiel van
[slachtoffer] bezocht.
In de data van de telefoon werden verschillende auto aanvullen waarden aangetroffen.
AutoAanvullen is een optie waarin gegevens kunnen worden opgeslagen, deze gegevens
worden vervolgens als snelle invoer beschikbaar op de computer.
Dit wordt vaak gebruikt bij bijvoorbeeld bestel lijsten, of het invoeren van wachtwoorden. Je hoeft dan maar een paar tekens in te geven en de rest word automatisch aangevuld.
Zo werd in het toestel van de verdachte de volgende autoAanvul-waarden aangetroffen.
[slachtoffer] @live.nl
[slachtoffer]
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 maart 2021, opgenomen op pagina 445 e.v. van voornoemd proces-verbaal, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 25] :
Tijdens het verhoor gaf verdachte aan [slachtoffer] als contact persoon te hebben toegevoegd om haar te kunnen blokkeren.
Onder de naam "Negeren denk aan contactverbod" stonden alle contact gegevens van [slachtoffer] opgeslagen. Uit de forensische data van de telefoon blijkt dat het contactpersoon niet was geblokkeerd door verdachte. In deze blokkeringslijst staan 7 personen genoemd de contact gegevens dan [slachtoffer] staan hier niet tussen.
Bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 1, onder 2, onder 3 en onder 6 ten laste gelegde
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 13 juni 2019 tot en met 19 oktober 2019, in de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021 en in de periode van 28 februari 2021 tot en met 8 maart 2021 schuldig heeft gemaakt aan belaging van [slachtoffer] , op de wijze zoals volgt uit voornoemde bewijsmiddelen, en dat verdachte dus ook de gedragsaanwijzing van 28 oktober 2020 heeft overtreden. De rechtbank ziet geen aanleiding om de pleegperiodes in te korten zoals door de verdediging bepleit. Tegen de achtergrond van al het overige bewezen geachte handelen van verdachte, kan de rechtbank het bekijken van het profiel van die [slachtoffer] op sociale media door verdachte, terwijl hij weet of vermoedt dat [slachtoffer] van dat bezoek kennis zal nemen, niet anders zien dan als onderdeel van de belaging van die [slachtoffer] .
De rechtbank past
ten aanzien van feit 5de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder kort en zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
- Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 december 2020, opgenomen op pagina 5 e.v. van het (digitale) dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2020187742-12, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 5] :
Op dinsdag 20 juli 2020, om 09.03 ben ik, verbalisant [naam 5] , gebeld door de
schoonzus van aangever [verdachte] ; [naam 2] . Zij is de partner van [naam 42] , zijnde
de broer van aangever.
Zij vertelde, dat [verdachte] "vrijwillig gesloten" was opgenomen bij het GGZ in Assen. Hij
verbleef daar sinds vrijdagavond 17 juli 2020, voor een periode van zes weken.
Aangezien hij kleding moest hebben, is [naam 2] naar zijn huis gegaan, om kleding voor
hem uit te zoeken, om deze naar hem toe te brengen. Zij zag op de tafel in de
woonkamer een Samsung A50 liggen. In het hoesje van deze telefoon zaten bankpassen, een tankpas en een ANWB pas, alles op naam van [naam 1] . Omdat [naam 2] deze persoon kende, heeft zij hem gebeld en hem medegedeeld dat ze een telefoon met pasjes in de woning van haar zwager had aangetroffen. [naam 1] had haar verteld, dat hij in maart 2020, deze telefoon was kwijtgeraakt; of verloren of gestolen en dat hij geen aangifte had gedaan omdat hij direct hierna in het ziekenhuis was opgenomen met een hartinfarct. Hij ging alsnog aangifte doen.
(…)
Op 20 juli 2020, kreeg ik een belbericht van [naam 2] . Ik heb haar teruggebeld.
Ook had ze tijdens het opruimen van de woning van [verdachte] nog een Belgische ID-kaart
gevonden t.n.v. [naam 43] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982. De ID kaart is geldig tot 15-06-2027. Deze ID-kaart lag naast de computer in de woning van aangever [verdachte] .
Ook werd door [naam 2] aan [verdachte] gevraagd van wie de Samsung was die ze in zijn woning
hebben aangetroffen. Deze was van [naam 44] ( [naam 44] , [geboortedatum] -1979). Deze
telefoon zou hij, [verdachte] , moeten repareren, want Dik was het halve besturingssysteem
kwijt. Daarnaar gevraagd, gaf hij bij [naam 2] aan, dat hij de pasjes (van [naam 1] ) wel had
gezien en daar van geschrokken was. Bij ons, verbalisanten, had aangever [verdachte] verklaard, dat hij deze telefoon ongeveer twee jaar geleden had gekocht.
Ook werd door [naam 2] aan [verdachte] gevraagd, waar de ID kaart van Vandewalle vandaan
kwam. [verdachte] had gezegd, dat hij echt geen flauw idee had wie die persoon is en hoe hij aan die kaart kwam. Hij wist dat er pasjes in de telefoonhoes van de Samsung zaten. Zonder dat [naam 2] de naam van [naam 1] had genoemd, vertelde [verdachte] dat hij wist dat er pasjes van [naam 1] in de telefoonhoes zaten.
- Een proces-verbaal van aangifte van [naam 1] d.d. 19 augustus 2020, opgenomen op pagina 110 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Je hebt mij gevraagd naar het politiebureau te komen om aangifte te doen van diefstal van mijn telefoon en pasjes. Ik begreep dat je mijn telefoon hebt aangetroffen bij iemand thuis.
Ik ben eigenaar van restaurant [naam restaurant] , gevestigd in [plaats]
, [straatnaam] . Op zaterdagavond 15 februari 2020, omstreeks 23.00 uur heb ik het restaurant gesloten en ben naar mijn auto gelopen. Zoals altijd had ik mijn telefoon in een zijvak van mijn rugtas, kleur groen, merk Deuter, gedaan. Ik doe dit al anderhalf jaar op deze manier. Toen ik bij mijn auto kwam, wilde ik mijn telefoon pakken, maar zag en voelde, dat deze niet meer in het zijvak zat. Het is onmogelijk dat de telefoon zomaar uit mijn tas kon vallen, dus moet hij onderweg door iemand uit de rugtas zijn gepakt.
In het telefoonhoesje zaten een aantal pasjes, waaronder mijn rijbewijs, een ING pas, een ANWB pas. Ik heb mijn bankpas direct geblokkeerd. Ook zat hier de door jou getoonde ID kaart van een Belgische man in. Ik heb deze ID kaart een kleine week voor ik mijn telefoon ben kwijtgeraakt, gevonden op het fietspad tussen Domburg en Westkapelle. Ik heb de ID kaart bij mijn pasjes in mijn telefoon gestopt, om deze zodoende niet kwijt te raken. Ik heb via LinkedIn een oproep gedaan aan deze persoon, maar heb niets gehoord.
Ik werd op een gegeven moment door [naam 2] gebeld, dat zij een telefoon had aangetroffen, met hierin onder andere mijn rijbewijs. Ik heb het rijbewijs van haar teruggekregen.
Bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 5 ten laste gelegde
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen van verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld)heling van de telefoon (Samsung A50) toebehorende aan [naam 1] .
De verklaring van verdachte dat hij de telefoon onder zich had om deze voor een ander te repareren en dat hem niet was opgevallen dat er pasjes op naam van verschillende mensen in het hoesje zaten, acht de rechtbank niet geloofwaardig.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, onder 2, onder 3, onder 5 en onder 6 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1
hij veelvuldig in de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021, in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst
- die [slachtoffer] via diverse accounts, via (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, Instagram en Twitter) berichten te sturen, en
- op diverse (sociale) media (openbaar) berichten te plaatsen die gericht waren aan die [slachtoffer] ,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te dulden;
2
hij meermalen in de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021, in Nederland, telkens opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 28 oktober 2020 gegeven door de officier van justitie te Noord-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- zich niet zal bevinden in Emmer-Compascuum, en
- geen contact (direct noch indirect) mag opnemen met [slachtoffer] , door in de periode van 11 november 2020 tot en met 14 januari 2021 meermalen contact te zoeken en/of op te nemen met die [slachtoffer] door haar via diverse (sociale) media berichten te sturen;
3
hij meermalen in de periode van 13 juni 2019 tot en met 19 oktober 2020, in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst
- die [slachtoffer] anoniem te bellen, en
- die [slachtoffer] via diverse telefoonnummers berichten te sturen, en
- veelvuldig die [slachtoffer] via diverse (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, Instagram en Twitter) berichten te sturen, en
- veelvuldig op diverse (sociale) media (openbaar) berichten te plaatsen die gericht waren aan die [slachtoffer] , en
- meermalen die [slachtoffer] via diverse (sociale) media en spellen, uitnodigingen voor die media en/of spellen te verzenden, al dan niet via verschillende accountnamen,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te dulden;
5
hij in de periode van 15 februari 2020 tot en met 19 augustus 2020 te Emmen,
een telefoon (Samsung A50) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6
hij in de periode van 28 februari 2021 t/m 8 maart 2021, in Nederland,
wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk, inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door telkens ongewenst die [slachtoffer] via diverse accounts, via (sociale) media (onder andere via Whatsapp, LinkedIn, TikTok en Twitter) berichten te sturen en haar berichten leuk te vinden en haar profielen te bezoeken en haar volgverzoeken te sturen en haar te laten weten dat hij die profielen bezoekt,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te dulden.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. belaging;
2. opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
3. belaging;
5. schuldheling;
6. belaging.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op het psychologisch onderzoek Pro Justitia d.d. 29 april 2021 opgemaakt door D.R. van der Velden. De conclusie van voornoemd rapport luidt, zakelijk weergegeven, als volgt.
Verdachte is een 39-jarige man met een autisme spectrum stoornis, borderline persoonlijkheidsstoornis, erotomane waanstoornis en een stoornis in het gebruik van middelen (DSM-52). Verschillende ontwikkelingsgebieden (onder andere cognitief, sociaal, seksueel) zijn problematisch verlopen. Hij heeft een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis. Hij wordt in zijn leven sterk beperkt door instabiliteit, zowel in adaptief, sociaal als persoonlijkheids- functioneren. Deze instabiliteit maakt hem kwetsbaar voor cognitieve, emotionele gedragsmatige ontregeling.
Onderzoeker concludeert dat in het ten laste gelegde, de afwijzing of verlating door aangeefster na een ingebeelde relatie en hiermee het existentiële gevoel miskend te worden en overgeleverd te worden aan zichzelf met zijn eenzame, depressieve kern, een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Er is structureel sprake van een tekort aan sociaal begrijpen, oordeelsvorming en hanterings- en regulatiemechanismen. Middelengebruik doet zijn instabiele basis verder wankelen.
Onderzoeker adviseert om het ten laste gelegde verminderd aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank kan zich met de conclusie van de deskundige verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezen verklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu geen sprake is van volledige ontoerekeningsvatbaarheid en er ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank aan verdachte ter zake van het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, onder het opleggen van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met een proeftijd van drie jaren en onder aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte op te leggen een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr, dat wil zeggen een contactverbod ten aanzien van [slachtoffer] , gedurende de proeftijd van 3 jaren, met een vervangende hechtenis van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden vervangende hechtenis.
Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon van verdachte heeft de officier van justitie gevorderd dat deze wordt verbeurd verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de door de officier van justitie gevorderde voorwaardelijke gevangenisstraf te matigen. De raadsman heeft verwezen naar de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de feiten en omstandigheden van deze zaak, en aangegeven dat uit de berichten van de reclassering blijkt dat verdachte goed in het behandeltraject zit en gemotiveerd is om tot gedragsverandering te komen. De raadsman heeft voorts bepleit dat aan verdachte geen klinische behandeling wordt opgelegd maar een behandeling in een ambulante setting zodat verdachte in de samenleving staat en niet erbuiten.
Met betrekking tot de in beslag genomen telefoon van verdachte heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, de pro Justitia rapportage en de rapportage van de reclassering, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode telkens opnieuw schuldig gemaakt aan het belagen van [slachtoffer] door op verschillende manieren contact met haar te zoeken. Verdachte heeft daarbij uitsluitend gehandeld uit zijn eigen behoefte om haar te spreken en te zien. De rechtbank rekent het hem in ernstige mate aan dat hij de eerder uitdrukkelijk aangegeven grenzen van [slachtoffer] niet heeft gerespecteerd en dat hij is doorgegaan met zijn storende gedrag, ook nadat aan hem een gedragsaanwijzing was opgelegd. Uit de verklaringen die [slachtoffer] tegenover de politie heeft afgelegd blijkt van de grote impact die het gedrag van de verdachte op haar leven heeft gehad. Hoe langer de belaging voortduurde, hoe meer haar leven in zeer negatieve zin werd beïnvloed.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van een telefoon.
Bij het bepalen van de op te leggen straf ligt het zwaartepunt bij de belaging gezien de aard en ernst van dat feit. De rechtbank betrekt daarbij in het bijzonder de frequentie van het zoeken van contact en de indringendheid daarvan en de gevolgen voor het persoonlijk leven van [slachtoffer] . Om verdachte van de ernst van zijn gedrag te doordringen en ook ter vergelding van het leed dat hij het slachtoffer heeft aangedaan, is een forse vrijheidsbenemende straf in beginsel aangewezen.
Bij de strafoplegging betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Ten aanzien van de persoon van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking de over hem opgemaakte Pro Justitia rapportage d.d. 29 april 2021 van D.R. van der Velden, gz-psycholoog, alsmede de rapportage van de Reclassering d.d. 19 mei 2021.
Door de gedragsdeskundige Van der Velden is geadviseerd om de ten laste gelegde feiten verminderd toe te rekenen en om aan verdachte een klinische opname op een forensisch psychiatrische afdeling (FPA) op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijk straf. De gedragsdeskundige acht een intensief ondersteuningsaanbod noodzakelijk om het recidiverisico te verminderen. Forensische behandeling alleen is niet voldoende; belangrijk is dat na een forensische behandeling het psychisch evenwicht van verdachte structureel gestabiliseerd wordt door een intensief ondersteuningsaanbod. In klinische behandeling moet gekeken worden of dit intensieve ondersteuningsaanbod in de vorm van beschermd wonen of ambulant geboden kan worden. Reclasseringstoezicht is belangrijk om toe te zien of verdachte zich aan de voorwaarden houdt.
Door de reclassering is geadviseerd om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke
gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Als bijzondere voorwaarden heeft de reclassering benoemd: een meldplicht, een klinische opname voor de duur van
maximaal 1 jaar, een contactverbod, een ambulante behandelverplichting, een drugsverbod en het meewerken aan middelencontrole.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 256 dagen voorwaardelijk, zoals door de officier van justitie gevorderd, passend en geboden is. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk op te leggen strafdeel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de gedragsdeskundige en de reclassering is geadviseerd en door de officier van justitie is gevorderd.
Voorts zal de rechtbank aan verdachte opleggen een vrijheidsbeperkende maatregel inhoudende een contactverbod als bedoeld in artikel 38v Sr ten aanzien van [slachtoffer] , met een proeftijd van 3 jaren, en met een vervangende hechtenis van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van zes maanden vervangende hechtenis.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht het aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerp, te weten
- 1 GSM telefoon, merk Huwaei Y6218,
vatbaar voor verbeurd verklaring nu de bewezenverklaarde feiten met dit voorwerp zijn begaan en deze toebehoort aan verdachte.

Benadeelde partij

[slachtoffer]heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 67,85 ter vergoeding van materiële schade en € 3.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Ter onderbouwing van de immateriële schadevergoeding heeft [slachtoffer] gewezen op het verdriet, het verloren vertrouwen in de medemens en de gederfde levensvreugd. Zij durft de hond niet meer alleen in het donker uit te laten en bij het afspreken met anderen voelt zij sinds de belaging een hoge drempel. Wat haar daarbij ernstig heeft geraakt, is dat verdachte ook haar familie en haar sociale netwerk bij de belaging heeft betrokken.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tot vergoeding van de materiële en immateriële schade van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van € 3.567,85, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade heeft de raadsman de rechtbank verzocht om bij toewijzing het gevorderde bedrag te matigen tot een bedrag van € 1.750,-
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1, onder 2, onder 3 en onder 6 bewezen verklaarde. De rechtbank heeft bij de begroting van de immateriële schade gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte op bijzonder slinkse wijze – door gebruik te maken van steeds wisselende internet- accounts waardoor hij niet onmiddellijk is te traceren en door gebruik te maken van valse namen – de pogingen van [slachtoffer] om zich aan de belaging te onttrekken heeft gefrustreerd. Tegen die achtergrond stelt de rechtbank de omvang van de vergoeding voor de door [slachtoffer] geleden immateriële schade naar billijkheid vast op € 3.500. De vordering tot vergoeding van de materiële en immateriële schade zal daarom tot het gevorderde bedrag van € 3.567,85 worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2019.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 38v, 184a, 285b, 417 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, onder 2, onder 3, onder 5 en onder 6 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen.

Bepaalt dat (van) deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 256 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich meldt bij de reclassering van VNN in Emmen, telefoonnummer [telefoonnummer] 10. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat opnemen op de Forensische Psychiatrische Afdeling te Assen of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich aansluitend aan de klinische behandeling laat behandelen door de AFPN te Emmen of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod zolang de reclassering dit nodig acht. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- op geen enkele wijze - direct of indirect – contact heeft of zoekt met mevrouw [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1991 te Rotterdam, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie houdt toezicht op dit verbod;
- meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
de vrijheidsbeperkende maatregel dat de veroordeelde voor de duur van drie jaren op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1991 te Rotterdam.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.

Verklaart verbeurd verklaard het volgende in beslag genomen goed:

1 GSM telefoon, merk Huwaei Y6218.
Wijst de vordering van
de benadeelde partij [slachtoffer]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 3.567,85 (zegge: drieduizend vijfhonderd zevenenzestig euro en vijfentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2019.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , te betalen een bedrag van € 3.567,85 (zegge: drieduizend vijfhonderd zevenenzestig euro en vijfentachtig eurocent), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2019. Dit bedrag bestaat uit € 67,85 aan materiële schade en € 3.500,- aan immateriële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 45 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mrs. E. Läkamp en T.P. Hoekstra, rechters, bijgestaan door mr. A.D. Vermeer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 augustus 2021.
Mr. Depping en mr. Hoekstra zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.