Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
,
1. WILLIAM SCHRIKKER JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING,
2. [de pleegouders] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de vrouw verzocht om een omgangsregeling met haar jongere zusje, [de minderjarige], die onder voogdij staat. De vrouw en [de minderjarige] zijn beide kinderen van [de moeder] en [de vader] en zijn op jonge leeftijd uit huis geplaatst. De vrouw heeft in haar verzoekschrift aangegeven dat zij graag eens in de veertien dagen op zaterdag van 14.00 tot 16.00 uur contact wil met haar zusje. De pleegouders en de gecertificeerde instelling (GI) hebben echter verweer gevoerd tegen dit verzoek, waarbij zij stelden dat [de minderjarige] niet klaar is voor contact met de vrouw. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 juni 2021, waarbij de vrouw, haar advocaat, de pleegouders en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de vrouw en [de minderjarige], aangezien zij nooit in gezinsverband hebben samengeleefd en er slechts sporadisch contact is geweest. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat zij onvoldoende bijkomende omstandigheden heeft aangevoerd die een nauwe persoonlijke betrekking zouden kunnen onderbouwen. De rechtbank benadrukt dat het in het belang van [de minderjarige] is dat de vrouw deze uitkomst accepteert, aangezien het momenteel goed gaat met haar zusje en verdere onrust niet in haar belang is.