ECLI:NL:RBNNE:2021:3542
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in civiele procedure
Op 6 mei 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 26 april 2021 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.A.J. Smelt, die als rechter-commissaris was benoemd in een andere procedure (C17/175042/KG RK 20/242). Verzoeker stelde dat de beschikking van 15 april 2021, waarin mr. Smelt werd benoemd, feitelijke onjuistheden bevatte en wilde het wrakingsverzoek mondeling toelichten en aanvullen. De rechtbank overwoog dat op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.
De rechtbank oordeelde dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangevoerd die duiden op vooringenomenheid van mr. Smelt. De gronden die verzoeker aanvoerde, betroffen de inhoud van de beschikking en niet de persoon van de rechter. Bovendien bepaalt artikel 37, lid 3 Rv dat alle wrakingsgronden tegelijk moeten worden voorgedragen, wat betekent dat er geen ruimte is voor nadere aanvulling. Daarom verklaarde de rechtbank het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking.
De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. Smelt en de overige belanghebbenden bevolen.