ECLI:NL:RBNNE:2021:3537
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende ongeldigverklaring rijbewijs
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoeker, die zijn rijbewijs ongeldig verklaard zag door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, had bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Het primaire besluit, dat op 30 maart 2021 werd genomen, verklaarde het rijbewijs van verzoeker met ingang van 6 april 2021 ongeldig. Na het indienen van bezwaar, verklaarde verweerder het bezwaar op 21 juni 2021 niet-ontvankelijk.
Verzoeker heeft op 19 juli 2021 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft verzoeker op 23 juli 2021 in de gelegenheid gesteld om beroep in te stellen tegen het bestreden besluit. Echter, verzoeker heeft binnen de gestelde termijn geen beroep ingesteld, wat leidde tot de conclusie dat niet voldaan was aan het vereiste van connexiteit. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker expliciet om een voorlopige voorziening vroeg, maar geen beroepschrift indiende.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. Aangezien verzoeker niet tijdig beroep had ingesteld, werd het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op de maandag na de uitspraakdatum, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.