Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, te weten een bedrijfsauto, merk: Ford, daarmede rijdende over de Hereweg zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, een in genoemde weg gelegen en alszodanig aangegeven voetgangersoversteekplaats te naderen en/of zonder af te remmen die oversteekplaats is opgereden, tengevolge waarvan een botsing is ontstaan met [slachtoffer], die toen aldaar als voetganger zich op de oversteekplaats bevond, waardoor [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken neus en/of een gebroken bovenkaak en/of gebitsschade en/of een zware hersenschudding en/of gekneusde longen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 april 2020, te Groningen, althans in de gemeente Groningen, als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto, merk: Ford), daarmee rijdende op de Hereweg, zonder af te remmen een in genoemde weg gelegen en/of alszodanig aangegeven voetgangersoversteeksplaats is genaderd en/of opgereden, terwijl zich op de oversteekplaats een voetganger, te weten [slachtoffer] bevond, ten gevolge waarvan een botsing is ontstaan tussen het door hem, verdachte bestuurde voertuig en genoemde [slachtoffer], door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Beoordeling van het bewijs
De bestuurder van de Ford bedrijfsauto reed daarmee over de Hereweg te Groningen en liet ter hoogte van perceel Hereweg [huisnummer] een voetganger, welke via een voetgangersoversteekplaats de Hereweg overstak, niet voorgaan. Hierdoor ontstond een aanrijding tussen het voertuig en de voetganger. Wij, verbalisanten, zijn van mening dat het ongeval niet te wijten is aan een technisch gebrek, doch dat de oorzaak moet worden gezocht in een rij- c.q. beoordelingsfout van de bestuurder van het voertuig. In de rijrichting die het voertuig, merk Ford, vlak voor het ongeval gehad moet hebben, zagen wij op het wegdek geen banden-/remsporen. Door ons, verbalisanten, zijn geen uitzichtbelemmerende omstandigheden aangetroffen, welke van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan van het ongeval. Voordat de voetganger op het weggedeelte kwam dat werd bereden door het voertuig moest zij het fietspad, een breedte van een parkeervak en een busbaan oversteken.
Door de aanrijding heb ik 2 dagen in het ziekenhuis gelegen. In het ziekenhuis bleek dat mijn neus gebroken was en dat de bovenkaak ter hoogte van mijn neus ook gebroken en verbrijzeld was. Verder waren er 3 tanden door de aanrijding uit mijn gebit geslagen en daarnaast is mijn andere voortand afgebroken. Die 3 tanden zijn door middel van een operatie teruggezet maar ze staan nog niet goed. Verder heb ik een zware hersenschudding en 2 gekneusde longen.
Longcontusie links en rechts. Kleine klaplong links. Bovenkaakfractuur met tandletsel. Os nasale fractuur.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 20 april 2020, opgenomen op pagina 68 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik reed op maandag 20 april 2020 in mijn werkbus voorzien van kenteken [kenteken] over de Hereweg. Ik naderde op dat moment een voetgangersoversteek plaats. In een flits
zag ik een persoon staan aan de rechterzijde staan. Kennelijk was deze persoon aan
het oversteken over de voetgangersoversteekplaats. Ik heb de persoon nooit gezien.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.