Uitspraak
1.Het procesverloop
- de moeder;
- [naam medewerker] namens de GI.
2.De feiten
3.Het standpunt van de GI
4.Het standpunt van de belanghebbenden
[de minderjarige]
5.De beoordeling
6.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 juni 2021 een beschikking gegeven over een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak werd behandeld op verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling (GI) optrad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de spoedmachtiging ten onrechte is verleend, omdat de gedragswetenschapper de minderjarige niet had gezien of gehoord, wat in strijd is met de wettelijke vereisten van de Jeugdwet.
De procedure begon met een verzoek van de GI op 26 mei 2021, waarna op 28 mei 2021 een spoedmachtiging werd verleend. De kinderrechter heeft de zaak op 8 juni 2021 behandeld, waarbij de vader en moeder van de minderjarige aanwezig waren, evenals de advocaat van de minderjarige en een medewerker van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen waren over de minderjarige, die in een onveilige situatie verkeerde en suïcidaliteit vertoonde. Echter, de kinderrechter oordeelde dat de GI niet had voldaan aan de vereisten van de Jeugdwet, omdat de gedragswetenschapper de minderjarige niet persoonlijk had onderzocht.
De kinderrechter concludeerde dat de spoedmachtiging niet aan de wettelijke vereisten voldeed, ondanks de noodsituatie. De kinderrechter benadrukte dat het horen en zien van de minderjarige essentieel is voor het verlenen van een machtiging en dat de GI niet had aangetoond dat dit onmogelijk was. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging daarom ongeldig verklaard, wat betekent dat de GI niet de juiste procedure heeft gevolgd bij het aanvragen van de gesloten jeugdhulp.