ECLI:NL:RBNNE:2021:3368

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
5 augustus 2021
Zaaknummer
18/850068-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met psychische problemen

Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die ter beschikking was gesteld. De officier van justitie had op 15 april 2021 verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. Tijdens de zitting waren de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, de officier van justitie en deskundige K. 't Lam aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder een rapport van het behandelteam en een psychiatrische rapportage, in overweging genomen. De veroordeelde, een 51-jarige man, heeft een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis en exhibitionisme. Hij heeft in het verleden delicten gepleegd tegen minderjarigen en is sinds 2017 ter beschikking gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen vereist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundige. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/850068-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 15 juni 2021 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in de [instelling] ,
afdeling [naam] te [plaats] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 15 april 2021 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 juni 2021, waarbij aanwezig waren de veroordeelde (via een directe beeld- en geluidsverbinding), diens raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, de officier van justitie en K. ‘t Lam als deskundige (via een directe beeld- en geluidsverbinding).
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 6 april 2021 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van de psychiatrische rapportage Pro Justitia d.d. 31 december 2020, opgemaakt door drs. P.K.J. Ronhaar (psychiater) ten behoeve van een hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarbij zitting is gehouden op 28 januari 2021.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 18 mei 2016 heeft de rechtbank veroordeelde wegens ontucht met minderjarigen beneden de zestien jaar (meermalen gepleegd) en het seksueel corrumperen van minderjarigen beneden de zestien jaar (meermalen gepleegd) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden en terbeschikkingstelling met voorwaarden. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 8 juni 2017 en laatstelijk op 27 augustus 2019 verlengd met twee jaren. Bij beslissing van 26 mei 2020 is de terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, welke beslissing in hoger beroep door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is bevestigd bij beslissing van 11 februari 2021.
Het advies van de instelling
In het voormeld verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is een thans 51-jarige man bij wie sprake is van een ontwijkende persoonlijkheids- en exhibitionismestoornis. Veroordeelde is in oktober 2019 overgegaan van een verblijf op de [instelling] naar de [instelling] . Nadat bleek dat veroordeelde zich in de maanden september, oktober en november 2019 op verschillende momenten en locaties opnieuw had geexhibitioneerd in de buurt van jonge kinderen heeft veroordeelde afwisselend in de [instelling] dan wel de [instelling] te [plaats] (hierna: [instelling] ) verbleven. Omdat veroordeelde heeft gerecidiveerd heeft de rechtbank zijn terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. In dat kader verblijft veroordeelde nu sinds 5 juni 2020 in de [instelling] [plaats] , op afdeling [naam] .
De belangrijkste dynamische delictsrisicofactoren zijn een deviante seksuele interesse, seks als coping, samenwerking met toezichthouders en negatieve emotionaliteit. Impulsiviteit, sociale afwijzing/eenzaamheid, seksuele motivatie/preoccupatie en ontoereikende probleemoplossingsvaardigheden zijn daarnaast ook belangrijke factoren. De afgelopen periode heeft veroordeelde wel inzet laten zien, in die zin dat hij zich meer dan eerder wil verdiepen in motieven waarom hij tot het plegen van delicten kwam. Hij heeft daar redelijk zicht op. Hij is ook meer dan voorheen open over zijn seksualiteitsbeleving en laat zich ondersteunen met libido remmende medicatie. Achterliggende gevoelens van minderwaardigheid, jaloezie, zich terugtrekken en de neiging tot negatief piekeren zijn delictsrisicofactoren die nog verder bewerkt dienen te worden. Bij oplopende spanning en stress is de verwachting dat veroordeelde nog onvoldoende in huis heeft om de spanning voldoende te kunnen hanteren. Het risico is dat hij vanuit deze negatieve gevoelens zijn toevlucht zal nemen tot exhibitioneren. Het vormt voor hem een ontlading van negativiteit en het wordt door allerlei positieve gevoelens bekrachtigd. Dit risico is niet groot in de huidige setting en ook niet bij begeleid verlof. Risico’s zullen fors toenemen bij onbegeleide verloven. Wanneer genoemde dynamische risicofactoren voldoende zijn bewerkt, zullen we beginnen met het aanvragen van begeleide vrijheden. De prognose is dat dit in de loop van 2021 het geval zal zijn. Het is op dit moment niet verantwoord om veroordeelde op een lager beveiligingsniveau te behandelen dan in een [instelling] . Er zijn intern geen beheersrisico’s en ook nauwelijks risico’s op delicten in de instelling, maar bij beëindiging van de tbs-maatregel is de verwachting dat het delictsrisico hoog zal zijn. Wij adviseren de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen. De verwachting is namelijk dat veroordeelde niet binnen een jaar toe is aan (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel.
De deskundige, K. ’t Lam, heeft voornoemd advies ter terechtzitting bevestigd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de strafmotivering in het onderliggende vonnis vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op grond van de inhoud van voormeld advies/voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door M.J.B. Holsink, voorzitter, mr. M.B.W. Venema en mr. H.M. Lenting, rechters, bijgestaan door mr. L. van der Weide, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juni 2021.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.