ECLI:NL:RBNNE:2021:3349

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
4 augustus 2021
Zaaknummer
18/730335-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vordering tot tenuitvoerlegging na overlijden verdachte

Op 3 augustus 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/730335-15, waarbij de officier van justitie niet-ontvankelijk is verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf. De zaak betreft een veroordeelde die op 9 juli 2021 door de officier van justitie werd gevorderd tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf van tien maanden, die eerder voorwaardelijk was opgelegd. De veroordeelde was in 2016 veroordeeld met bijzondere voorwaarden, en in 2020 was de tenuitvoerlegging van 32 dagen gevangenisstraf bevolen. De rechter-commissaris had op 6 juli 2021 de voorlopige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf bevolen. Tijdens de zitting op 20 juli 2021 waren de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een deskundige aanwezig. Echter, na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bleek uit de akte van overlijden van 23 juli 2021 dat de verdachte op de datum van overlijden in 2021 te Leeuwarden was overleden. Gelet op artikel 6:1:21 van het Wetboek van Strafvordering, wordt een straf of maatregel niet ten uitvoer gelegd na de dood van de veroordeelde. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730335-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 3 augustus 2021 op een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
overleden in de [instelling] op [datum van overlijden] 2021.

Procesverloop

De officier van justitie heeft d.d. 9 juli 2021 schriftelijk gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van tien maanden gevangenisstraf, waarvan -bij vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank op 7 april 2016 gewezen tegen de veroordeelde- bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, onder de in dat vonnis vermelde bijzondere voorwaarden. Bij vonnis van 4 september 2020 is door de politierechter te Rotterdam de tenuitvoerlegging van 32 dagen gevangenisstraf bevolen en zijn de bijzondere voorwaarden aangevuld.
De rechter-commissaris in deze rechtbank heeft op 6 juli 2021 de voorlopige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf bevolen.
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 20 juli 2021, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. G. Özveren, de officier van justitie mr. A. Kemkers en de deskundige de heer B. Meijer namens Reclassering Nederland
Blijkens de akte van overlijden van 23 juli 2021, waarvan de rechtbank ambtshalve kennis heeft genomen na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, is verdachte op [datum van overlijden] 2021 te Leeuwarden overleden. Gelet op artikel 6:1:21 Wetboek van Strafvordering wordt een straf of maatregel niet ten uitvoer gelegd na de dood van de veroordeelde. De rechtbank zal de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

Beslissing

Verklaar de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.W.G. Wijnands, voorzitter, mr. M.M. Spooren en
mr. J.A.P. Senior, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 augustus 2021.
Mr. Senior is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.