2.3.Ingevolge het bestemmingsplan “Landelijk Gebied” is aan het perceel de bestemming “Wonen” en “Agrarisch” toegekend.
Ingevolge artikel 3.1 van de planvoorschriften van dit bestemmingsplan zijn de op de plankaart voor “Agrarisch” aangewezen gronden bestemd voor:
a. uitoefening van een agrarisch bedrijf;
b. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;
c. behoud van de natuurlijke waarden;
d. bescherming van het open karakter van het landschap, voor zover de gronden zijn aangegeven met “landschappelijk waardevol open”;
e. landbouwschuur, voor zover de gronden zijn aangegeven met “landbouwschuur”;
alsmede voor:
f. dagrecreatie;
g. verkeer, uitsluitend voor zover het de bestaande wegen betreft.
Ingevolge artikel 24.1 van de planvoorschriften van dit bestemmingsplan zijn de op de plankaart voor “Wonen” aangewezen gronden bestemd voor:
a. woningen, al dan niet in combinatie met daaraan ondergeschikte beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
b. woningen in combinatie met een daaraan ondergeschikte bed- and breakfast- accommodatie;
c. agrarische nevenactiviteiten, voor zover ter plaatse aangegeven als “agrarische nevenactiviteiten”;
d. recreatiewoningen op een bouwperceel bij een woning, voor zover op een bouwperceel de aanduiding “trekkershutten” is opgenomen;
e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
f. het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;
met daaraan ondergeschikt:
g. tuinen en erven;
h. verhardingen;
i. water;
j. groenvoorzieningen;
k. parkeervoorzieningen;
l. nutsvoorzieningen;
m. speelvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.