Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2021 in de zaak tussen
[naam] , te [woonplaats] , eiser
De burgemeester van de gemeente Waadhoeke, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Op 7 mei 2020 is de woning van eiser gecontroleerd en is een hennepkwekerij met
58 hennepplanten en/of hennepstekken aangetroffen op de zolder van de aanbouw van de woning. De twee-onder-één-kap woning is eigendom van eiser en wordt bewoond door eiser en zijn partner.
artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet besloten om de woning te sluiten voor een periode van drie maanden om herhaling te voorkomen en verdere aantasting van de veiligheid van de directe woonomgeving te voorkomen. In het bestreden besluit is die beslissing gehandhaafd.
Over het brandgevaar is in de bestuurlijke rapportage opgenomen dat uit onderzoek blijkt dat de stroomvoorziening legaal werd afgenomen. In de meterkast was een koperen buis zichtbaar blauw verkleurd hetgeen duidt op extreme oververhitting. In de meterkast was een stop in de schakelkast aan de onderzijde zwartgeblakerd. Op de foto’s zijn zwarte delen zichtbaar op het koper.
Uit de door de politie naar waarheid op basis van op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakte bestuurlijke rapportage blijkt dat bij de stroomvoorziening aanwijzingen waren die duiden op extreme oververhitting. Van die informatie mocht verweerder uitgaan bij het nemen van zijn besluit, ook nu het onderliggende rapport van de fraude-inspecteur van Liander zich niet integraal bij de stukken bevindt. Door van een oude meterkast gebruik te maken voor de stroomvoorziening van de hennepkwekerij bestonden er risico’s voor het ontstaan van brand. Daarbij is niet relevant of de zwarte koperdelen door de nu aangetroffen hennepkwekerij zijn ontstaan of al voor die tijd bestonden. Feit is dat, zoals eiser ook ter zitting heeft verklaard, een zeer oude elektriciteitsinstallatie is gebruikt voor de kwekerij. Daarmee was de veiligheid van zowel eisers woning als de aangrenzende woning in het geding.
De rechtbank volgt eiser niet in het betoog dat sprake is van een soortgelijke situatie als in de uitspraak van de voorzieningenrechter van de AbRvS van 1 juni 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1150). De rechtbank overweegt daarover dat in deze zaak sprake is van verwijtbaarheid van eiser en geen bijzondere medische redenen zijn aangevoerd.
Beslissing
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
2.2 Doel van de last onder bestuursdwang