Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[de verhuurster],
[de huurder],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 498,00;
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurster en een huurder. De verhuurster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, vorderde dat de huurder zou meewerken aan bezichtigingen van de woning die te koop stond. De huurder had eerder toegezegd mee te werken, maar weigerde toegang te verlenen aan makelaars en potentiële kopers, onder andere omdat hij excuses wilde ontvangen van de zoon van de verhuurster. De kantonrechter oordeelde dat de huurder op grond van artikel 7:223 BW verplicht was om mee te werken aan de verkoop van de woning en dat zijn weigering om dit te doen geen valide reden was. De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld om de gemaakte afspraken na te komen, op straffe van een (gedwongen) gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van de woning. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten aan de verhuurster. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders bij de verkoop van gehuurde woningen en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen.