ECLI:NL:RBNNE:2021:3083

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
20 juli 2021
Zaaknummer
172077
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag in het belang van de kinderen na langdurige persoonlijke problematiek van de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 juli 2021 een beschikking gegeven inzake de wijziging van het gezag over twee minderjarige kinderen. De man, die al geruime tijd feitelijk alleen het gezag over de kinderen uitoefent, heeft verzocht om eenhoofdig gezag. De vrouw, die langdurige persoonlijke problematiek heeft en geen contact met de kinderen heeft, stemt in met dit verzoek. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft geadviseerd om het verzoek van de man toe te wijzen, gezien de huidige situatie waarin de man de opvoeder is en de vrouw geen rol speelt in het leven van de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, zoals het gebrek aan contact tussen de vrouw en de kinderen en de problematische situatie van de vrouw, die onder behandeling is en op een geheim adres woont.

De rechtbank overweegt dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is om het gezag te wijzigen. De man heeft de kinderen sinds juni 2019 bij zich en de vrouw heeft hen toen zelf ondergebracht bij de man vanwege haar problematische situatie. De rechtbank concludeert dat de vrouw niet in staat is om op een verantwoorde wijze invulling te geven aan het ouderlijk gezag. De rechtbank heeft het verzoek van de man toegewezen en bepaald dat hij voortaan alleen met de uitoefening van het gezag over de kinderen belast zal zijn. Tevens is er een regeling getroffen voor contact tussen de kinderen en de vrouw, waarbij de man de vrouw eens per twee maanden op de hoogte zal houden van het welzijn van de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/172077 / FA RK 20-340
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 9 juli 2021
inzake
[De man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna ook te noemen de man,
advocaat mr. D.M. Bos, kantoorhoudende te Sneek,
tegen
[De vrouw],
wonende op een geheim adres,
hierna ook te noemen de vrouw,
niet in rechte verschenen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 9 december 2020, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd, is de zaak naar een nadere zitting verwezen.
1.2.
Ter zitting van 8 juni 2021 is de zaak pro forma behandeld.
1.3.
Bij de stukken bevinden zich:
- een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: RvdK) van 7 mei 2021, vergezeld van een advies;
- een F9-formulier van 18 mei 2021 van de zijde van de man.

2.Motivering

2.1.
De RvdK adviseert de rechtbank het verzoek van de man tot eenhoofdig gezag toe te wijzen. Een gezagswijziging sluit aan bij de huidige situatie. De man is opvoeder van de kinderen en neemt alle beslissingen. De vrouw heeft al enige tijd geen contact met de kinderen. De RvdK verwacht niet dat de vrouw binnen haar (intensieve) behandeltraject in staat zal zijn het gezag over de kinderen uit te oefenen. Bij de man is er sprake van een stabiele opvoedingssituatie. De vrouw heeft vertrouwen in de opvoedingsvaardigheden van de man en de mogelijkheden van de man om alleen het gezag over de kinderen uit te oefenen.
2.2.
De RvdK vindt het van belang dat de vrouw eens per drie maanden door de man wordt geïnformeerd over het welzijn van de kinderen.
2.3.
Ook vindt de RvdK het van belang dat er een vorm van contact is tussen de kinderen en de vrouw en dat er statusvoorlichting plaats zal vinden voor [kind 1] De RvdK vindt het wenselijk dat er ondersteuning is voor de kinderen en de ouders. De RvdK kan zich voorstellen dat er eerst gewerkt wordt aan contactherstel op afstand, waarbij de vrouw kaartjes aan de kinderen kan sturen. De RvdK heeft er vertrouwen in dat partijen in staat zullen zijn om dit met het Gebiedsteam op te pakken.
2.4.
Partijen zijn het eens met het advies van de RvdK. De man stelt voor om, bij wege van contactherstel, te starten met het verzenden van een kaart aan de vrouw, eens per twee maanden.

3.Beoordeling

3.1.
De rechtbank overweegt het volgende. Ingevolge artikel 1:253n jo. 1:251a van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter - voor zover hier relevant - op verzoek van een van de - niet met elkaar gehuwde - ouders het gezamenlijk gezag beëindigen indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd. De rechter bepaalt alsdan dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
3.2.
De rechtbank stelt vast dat uit de stukken voldoende blijkt dat sprake is van een wijziging van omstandigheden in de zin van genoemd artikel. Dit is niet in geschil tussen partijen en is in ieder geval gelegen in het feit dat er tussen de vrouw en de kinderen al geruime tijd geen contact meer is.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat uit de stukken voldoende is komen vast te staan dat wijziging van het gezag in het belang van de kinderen noodzakelijk is. Hoewel er op dit moment niet direct sprake lijkt te zijn van een situatie waarin de kinderen klem of verloren dreigen te raken tussen hun ouders, acht de rechtbank wijziging van het gezag anderszins in het belang van de kinderen noodzakelijk.
3.4.
Onbetwist staat vast dat de man het gezag over de kinderen geruime tijd feitelijk alleen heeft uitgeoefend. Partijen hebben geen contact met elkaar. De kinderen verblijven sinds [dag] juni 2019 bij de man. De vrouw heeft de kinderen toen zelf ondergebracht bij de man. Het ging niet goed met de vrouw door haar middelengebruik en het (criminele) circuit waarin ze zich bevond. De vrouw was met de kinderen op de vlucht en ze kon de kinderen geen veilige en vertrouwde omgeving bieden. De kinderen hebben al veel meegemaakt met de vrouw. Bij [kind 1] lijkt er sprake te zijn van een trauma. De vrouw heeft op dit moment ambulante ondersteuning, bestaande uit vijf begeleidingsmomenten per week. De vrouw woont inmiddels zelfstandig op een geheim adres, gebruikt naar eigen zeggen sinds oktober 2020 geen methadon meer, en probeert te stoppen met blowen.
3.5.
Gelet op de langdurige persoonlijke problematiek van de vrouw en haar geringe betrokkenheid bij het leven van de kinderen, acht de rechtbank de vrouw niet in staat op een verantwoorde wijze invulling te geven aan het ouderlijk gezag en afwegingen te maken in het belang van de kinderen. De vrouw geeft aan achter het verzoek van de man te staan. De rechtbank zal het verzoek van de man toewijzen nu een wijziging in het huidige gezag in het belang van de kinderen is. Daarmee is de juridische situatie ook gelijk aan de feitelijke situatie.
3.6.
Met de RvdK is de rechtbank van oordeel dat het in het belang van de kinderen is dat zij een vorm van contact met de vrouw zullen hebben en dat er statusvoorlichting zal plaatsvinden voor [kind 1] De rechtbank geeft aan partijen mee dat zij contact op kunnen nemen met het gebiedsteam voor begeleiding en advies. In ieder geval vertrouwt de rechtbank erop dat de man, conform zijn toezegging, een keer per twee maanden de vrouw een kaart zal sturen en daarop zal vermelden hoe het met de kinderen gaat. Daartoe dient de vrouw wel haar adres bij de man kenbaar te maken, indien de man haar adres niet heeft. Nu aan de rechtbank geen verzoek is gedaan tot vastlegging van een dergelijke informatieregeling, zal de rechtbank deze toezegging niet opnemen in de hierna te noemen beslissingen.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
bepaalt dat de man voortaan alleen met de uitoefening van het gezag over de minderjarigen [kind 1] geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , en [kind 2] geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] , zal zijn belast;
4.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. G.J. Baken, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op
vrijdag 9 juli 2021in tegenwoordigheid van de griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat. worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn: 458