2.4.In bijlage 2 van de cao is het functiehandboek opgenomen. Het functieboek hoort bij artikel 6.2 en Bijlage 1 van de cao en maakt als zodanig onlosmakelijk deel uit van de cao. In dit functieboek zijn de beschrijvingen opgenomen van de in de sector Sociaal Werk meest voorkomende functies. In het functiehandboek staat onder meer het volgende opgenomen:
"(…)Sociaal Pedagogisch Werker 2
Algemene kenmerken
De Sociaal Pedagogisch Werker 2 is, evenals de Sociaal Pedagogisch Werker 1, een uitvoerende functie. De functionaris is werkzaam in instellingen voor de primaire - al dan niet vervangende - woon- en leefsituatie, zoals dak- en thuislozenzorg, diverse (crisis)opvangcentra, instellingen voor begeleid wonen en sociale pensions. De Sociaal Pedagogisch Werker 2 organiseert activiteiten, biedt dagelijkse ondersteuning en begeleiding aan individuele en groepen cliënten, maar verzorgt bijvoorbeeld ook (het begin van) de intake. De Sociaal Pedagogisch Werker 2 werkt zelfstandig en is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de groep, echter heeft geen pedagogische eindverantwoordelijkheid.
Doel van de functie
Het bieden van ondersteuning aan cliënten van alle leeftijden die onvoldoende gebruik maken van gangbare opvoedingsmogelijkheden of zich in hun (primaire) leefomgeving niet staande kunnen houden. Doel is cliënten zo goed mogelijk zelfstandig te laten deelnemen aan de maatschappij.
Organisatorische positie
De Sociaal Pedagogisch Werker 2 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Sociaal Pedagogisch Werker 2 kan functioneel leiding ontvangen van de Sociaal Pedagogisch Werker 3 en functioneel leidinggeven aan de Sociaal Pedagogisch Werker 1 en de Assistent Welzijn.
Behoefte signaleren
• Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden van de cliënt in overleg met collega's;
• Signaleert mogelijke knelpunten betreffende de directe hulpverlening en bespreekt dit met collega's;
• Verstrekt informatie aan de cliënt, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening;
• Verwijst cliënten met complexe problemen intern door.
Resultaat: Behoefte gesignaleerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een behandelplan kan worden opgesteld/bijgesteld.
Behandelplan mede vormgeven
• Denkt mee bij het vertalen van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden in een behandelplan;
• Geeft de inhoud van activiteiten vorm en denkt mee over de wijze van begeleiding. Doet voorstellen ter verbetering;
• Verzorgt de planning en organisatie van activiteiten.
Resultaat: Behandelplan mede vormgegeven, zodanig dat dit kan worden uitgevoerd en aansluit bij de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden van de cliënt.
Behandelplan uitvoeren
• Verzorgt en begeleidt cliënten en hun omgeving;
• Bevordert goede leefsituatie en ziet toe op de naleving van huisregels;
• Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen;
• Biedt ondersteuning bij de inrichting van het dagelijks leven;
• Geeft inzicht in eigen gedrag van de cliënt en diens leefomgeving
• Stimuleert participatie in groepen. Voert daartoe motiverende gesprekken met cliënten. Probeert in voorkomende gevallen te achterhalen waarom een cliënt niet deelneemt;
• Stimuleert en organiseert huishoudelijke en/of (re)creatieve activiteiten. Ziet toe op de uitvoering;
• Stimuleert betrokkenheid van ouders en/of relevante anderen;
• Voert indien noodzakelijk ondersteunende (bijvoorbeeld huishoudelijke) werkzaamheden uit;
• Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving;
• Signaleert knelpunten en bespreekt deze (indien de gewenste aanpak wijziging behoeft en de verantwoordelijkheid van de Sociaal Pedagogisch Werker 2 te boven gaat) met de leidinggevende.
Resultaat: Behandelplan uitgevoerd, zodanig dat de cliënt zo zelfstandig mogelijk kan functioneren in de groep en in staat is de gestelde doelen te behalen.
Dienstverlening optimaliseren
• Denkt actief mee over het verbeteren van de dienstverlening;
• Neemt deel aan werkoverleg.
Resultaat: Bijdrage geleverd aan de optimalisering van dienstverlening, zodanig dat de instelling kan inspelen op (maatschappelijke) ontwikkelingen.
Profiel van de functie
Kennis
• Mbo 3 of 4 werk- en denkniveau;
• Basiskennis van de sociale systemen voor zover van belang voor de begeleiding en ondersteuning van cliënten;
• Basiskennis van maatschappelijke ontwikkelingen en problematiek en de specifieke problematiek van de cliënt.
Specifieke functiekenmerken
• Sociale vaardigheden voor het (dagelijks) begeleiden van mensen met een specifieke problematiek en/of ontwikkelingsachterstand; het kunnen omgaan met fysiek geweld en verbale agressie van cliënten en het controlerend en corrigerend optreden hierbij;
• Motiveren en stimuleren van cliënten;
• Creativiteit voor het bedenken en organiseren van activiteiten;
• Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid nodig voor het verzorgen van rapportages;
• Probleemoplossend vermogen;
• Bewegingsvaardigheid voor de fysieke ondersteuning en verzorging van cliënten. (…)
Algemene kenmerken
De Maatschappelijk Werker 1 is werkzaam binnen verschillende instanties, zoals algemeen maatschappelijke dienstverlening, diverse soorten (welzijns-)instellingen en dak- en thuislozenopvang. De Maatschappelijk Werker 1 richt zich op kwetsbare (groepen) mensen die problemen hebben met of tekorten ondervinden in hun sociaal functioneren, in de wisselwerking met hun primaire leefomgeving en/of in de relatie met maatschappelijke instituties. De Maatschappelijk Werker 1 kan ook voorkomen als Budgetconsulent op hbo- niveau.
Doel van de functie
Het ondersteunen van de cliënt zodat deze zich na beëindiging van het contact, (weer) als zelfstandig persoon kan manifesteren in wisselwerking met de naaste omgeving en/of voorzieningen.
Organisatorische positie
De Maatschappelijk Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd.
Resultaatgebieden
• Hulpvraag inventariseren
• Verzamelt informatie over de cliënt en de leefomgeving, verkent daarmee de situatie, de psychosociale problematiek, de behoeften, het probleemoplossend vermogen en de motivatie van de cliënt;
• Legt zo nodig huisbezoeken af;
• Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening;
• Verwijst cliënten met complexe psychosociale problemen intern, dan wel extern door.
Resultaat: Hulpvraag geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en hulpverleningsplan kan worden opgesteld.
Hulpverleningsplan (mede) ontwikkelen
• Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden geanalyseerd, rekening houdend met het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines;
• Stelt een hulpverleningsplan op, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines;
• Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is;
• Indiceert andere voorzieningen en instellingen.
Resultaat: Hulpverleningsplan (mede) ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kunnen worden verleend.
Hulpverleningsplan uitvoeren
• Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen en adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties. Informeert de cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen;
Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend;
• Geeft waar nodig intensieve hulp aan cliënt;
• Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te verbeteren;
• Verleent concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven namens cliënt;
• Ondersteunt leefomgeving, zoals leden van het gezin, zodanig dat zij een constructieve bijdrage kunnen leveren in het hulpverleningsproces;
• Begeleidt activiteiten gericht op preventie;
• Verricht intermediaire activiteiten, zoals bemiddelen in conflicten;
• Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden;
• Onderhoudt contact met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau;
• Evalueert hulpverleningsplan en stelt dit zo nodig bij.
Resultaat: Hulpverleningsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.
Dienstverlening optimaliseren
• Coördineert de eigen hulpverlening;
• Signaleert maatschappelijke ontwikkelingen en wet- en regelgeving;
• Signaleert mogelijke knelpunten betreffende de directe hulpverlening en bespreekt deze;
• Houdt eigen deskundigheid op peil;
• Bewaakt en ontwikkelt eigen beroepsuitoefening en professie in het algemeen;
• Neemt deel aan intern en multidisciplinair overleg op lokaal niveau.
Resultaat: Dienstverlening geoptimaliseerd, zodanig dat cliënten zo effectief en efficiënt mogelijk kunnen worden geholpen.
Profiel van de functie
Kennis
• Hbo werk- en denkniveau;
• Afgeronde relevante hbo-opleiding Maatschappelijk Werk, zoals weergegeven in Bijlage 2.4 van het functieboek (voor zover deze functie wordt uitgeoefend binnen een instelling voor Maatschappelijk Werk);
• Kennis van de sociale kaart;
• Basiskennis van sociaal wetenschappelijke theorieën over menselijk gedrag, socialisatie- en systeemtheorieën.
Werknemers die nog in opleiding zijn voor deze functie, kunnen worden aangesteld in de genoemde functie. Het salaris van de werknemer wordt in dat geval vastgesteld volgens het bepaalde in artikel 6.3 van de cao.
Specifieke kenmerken
• Analytisch vermogen voor het vertalen van de hulpvraag naar een hulpverleningsplan;
• Vaardigheden in het onderkennen en analyseren van knelpunten;
• Sociale vaardigheden voor het onderhouden van intensieve contacten met de cliënt en de leefomgeving van de cliënt;
• Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van plannen en het schrijven en bijhouden van rapporten en registratiesystemen;
• Probleemoplossend vermogen;
• Stressbestendigheid en improvisatievermogen vereist bij interventie in crisissituaties.
Algemene kenmerken
De Maatschappelijk Werker 2 is werkzaam binnen verschillende instanties, zoals algemeen maatschappelijke dienstverlening, diverse soorten (welzijns-)instellingen en dak- en thuislozenopvang. Daarnaast werkt de Maatschappelijk Werker 2 ook binnen scholen en bedrijven. De Maatschappelijk Werker 2 richt zich op kwetsbare (groepen) mensen die problemen hebben met of tekorten ondervinden in hun sociaal functioneren, in de wisselwerking tussen deze personen en hun primaire leefgemeenschap en/of in relatie met maatschappelijke instituties. Het niveau van deze functie is hoger dan van de Maatschappelijk Werker 1, door bijvoorbeeld de meer complexe psychosociale problemen. Hierbij valt te denken aan minder toegankelijke of een extra problematische leefomgeving, en/of door het functioneren als Senior Maatschappelijk Werker in de groep. (…)"