Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
- met een mondkapje om zijn/hun mond, althans met gedeeltelijke gezichtsbedekking, de winkel [benadeelde partij] is/zijn ingegaan, en/of
- die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “dit is een overval, waar is de kassa" en/of "ik wil geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond aan en/of in de richting gehouden van die [slachtoffer] en/of daarmee stekende en/of zwaaiende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting van die [slachtoffer],
- met een mondkapje om zijn/hun mond, althans met gedeeltelijke gezichtsbedekking, de winkel [benadeelde partij] is/zijn ingegaan, en/of
- die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: “dit is een overval, waar is de kassa" en/of "ik wil geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond aan en/of in de richting gehouden van die [slachtoffer] en/of daarmee stekende en/of zwaaiende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting van die [slachtoffer],
Beoordeling van het bewijs
Ik denk dat om 16:55 uur persoon 1 binnenkwam en mij vroeg of hij nog even rond kon kijken. Toen ik naar buiten keek, zag ik daar persoon 2 staan. Ik zag dat persoon 2 ook naar mij keek. Ik zag dat persoon (de rechtbank leest: persoon 2) een wit mondkapje om zijn mond deed en hij maakte ook oogcontact met mij. Ik zag toen dat persoon 2 richting de ingang van de winkel liep. Hij is toen de winkel binnengekomen en is langs de etalagekant
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2020, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Aan mij werden de camerabeelden van kledingwinkel [benadeelde partij] ter beschikking gesteld.
De beelden starten te 16:26:14. De werkelijke tijd bedraagt 16:16:14 uur.
Na 36 minuten en 52 seconden is door mij het volgende waargenomen: Man1 en Man2 zijn door de winkelruit te zien. Ze staan buiten aan de zijkant van de winkel.
39:10: Man1 komt de winkel binnenlopen. Op dat moment bevinden zich nog twee klanten en de verkoper in de winkel.
39:54: Man1 staat bij een kledingrek bij een winkelruit. Aan de andere zijde van de ruit staat Man2 nog steeds buiten. Ze staan in elkaars directe zichtveld. Op dat moment bevinden de twee klanten zich nog steeds in de winkel.
41:42: De twee klanten verlaten de winkel.
41:53: Man1 en Man2 hebben kennelijk oogcontact waarna Man2 naar de ingang van de winkel loopt.
42:10: Man2 komt de winkel binnen. Hij trekt hierbij handschoenen aan en draagt een lichtkleurig mondkapje.
42:17: Man1 en Man2 lopen naar elkaar toe en lijken met elkaar te spreken/overleggen.
42:29: De verkoper is naar de achterzijde van de winkel gelopen. Man1 en Man2 praten/overleggen wederom met elkaar.
42:36: Man2 pakt een op een mes gelijkend voorwerp uit de binnenzak van zijn jas en loopt in de richting van waar de verkoper zich bevindt.
42:41: Man2 bedreigt de verkoper kennelijk met het mes welke hij in zijn rechterhand vasthoudt.
42:45: De verkoper loopt voor Man2 naar de voorzijde van de winkel.
43:36: Man2 legt het mes op de balie.
44:04: Man1 pakt een mes uit de binnenzak van zijn jas en legt deze achter de balie.
Aan mij werden de camerabeelden van [bedrijf], [straatnaam] te Groningen, ter beschikking gesteld. Dit perceel is direct naast de winkel [benadeelde partij] gelegen. In dit proces-verbaal zullen de beelden door mij worden beschreven. Twee personen, komen in beeld van de buitencamera. De twee personen worden door mij ambtshalve herkend als de later aangehouden verdachten [verdachte] en [medeverdachte]. Beiden dragen een mondmasker. [verdachte] opent zijn jas en 'rommelt’ wat in zijn linkerbinnenzak. [medeverdachte] gaat met zijn hand in de linkerbinnenzak van [verdachte]. [verdachte] zal later bij de overval uit deze linkerbinnenzak het mes pakken.
Bewezenverklaring
- met een mondkapje om zijn mond de winkel [benadeelde partij] is ingegaan, en
- die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “dit is een overval, waar is de kassa" en "ik wil geld", en
- een mes heeft getoond aan en in de richting heeft gehouden van die [slachtoffer],
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Motivering van de maatregel
Benadeelde partij
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank:
een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden.
[slachtoffer]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.