ECLI:NL:RBNNE:2021:2975
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening tegen oplegging Educatieve maatregel alcohol en verkeer
Op 28 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. K.E. Wielenga, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de algemeen directeur van het CBR, waarbij hem een Educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) was opgelegd. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij voor 12 juli 2021 de opleggingskosten van de EMA moest betalen. Hij stelde dat als hij dit niet deed, zijn rijbewijs ongeldig verklaard zou worden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In de overwegingen werd benadrukt dat een financieel belang op zichzelf geen reden is om een voorlopige voorziening te treffen, tenzij er sprake is van een actuele financiële noodsituatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij in een financiële noodsituatie zou komen door het betalen van de opleggingskosten. Bovendien werd opgemerkt dat er een betalingsregeling mogelijk was voor de cursuskosten, waardoor verzoeker de uitkomst van de bezwaarprocedure kon afwachten.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.W. de Jonge, in aanwezigheid van griffier mr. T.C.A. Hofman-Aupers, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.