Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
- het indicatiebesluit d.d. 19 mei 2020;
- de aanvraag d.d. 28 mei 2021;
- de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door J. van der Griend, specialist ouderengeneeskunde, d.d. 25 mei 2021;
- het zorgplan, geldend vanaf 28 mei 2021.
- het machtigingsformulier aanvraag voor een rechterlijke machtiging d.d. 27 mei 2021;
- het levenstestament d.d. 15 mei 2018;
- cliënt, bijgestaan door mr. A.A. Scholtmeijer;
- [naam], verpleegkundige;
- [naam], broer en mantelzorger van cliënt;
- [naam], neef van cliënt.
2.De beoordeling
ultimum remediumis. Nu de rechtbank van oordeel is dat het verzochte middel niet in proportie staat tot het door de psychogeriatrische aandoening veroorzaakte ernstig nadeel dat men beoogd weg te nemen en er is gebleken dat er een alternatief is om het in de stukken beschreven ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden, is het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd niet gerechtvaardigd.