Uitspraak
Rechtbank NOORD-NEDERLAND
[B],
V.O.F. [handelsnaam],
1.De procedure
2.De beoordeling
De toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat de schuldenaar met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen voortgaan, komt – kort gezegd – neer op het volgende. De schuldenaar is nog in staat om zijn lopende verplichtingen te voldoen. Tegelijkertijd voorziet hij dat er geen realistisch perspectief bestaat om een toekomstige insolventie af te wenden, als zijn schulden niet worden geherstructureerd”.
De WHOA staat verder ook open voor de homologatie van een akkoord waarbij een onderneming die geen overlevingskansen meer heeft, wordt afgewikkeld. De WHOA kan in die situatie worden toegepast als met een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering door middel van een akkoord buiten faillissement een beter resultaat behaald kan worden dan met een afwikkeling in faillissement”.
Steeds zal moeten worden afgewogen of de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige voor de gezamenlijke schuldeisers direct of indirect meerwaarde oplevert die opweegt tegen de daar tegenoverstaande kosten en mogelijke vertraging. Is het aanwijzings-verzoek ingediend door de schuldenaar zelf of wordt het verzoek gesteund door de meerderheid van de schuldeisers, dan wordt er in het derde lid van uitgegaan dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn bij de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige en zal de rechter het verzoek moeten honoreren”. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het “verplichte” karakter van het toewijzen van een verzoek om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige is ingegeven door de veronderstelling dat wanneer de schuldenaar er zelf om verzoekt, de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn bij de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Het verplichte karakter strekt zich derhalve niet uit tot de persoon van de herstructureringsdeskundige, indien door de schuldenaar om benoeming van een bepaald persoon is verzocht. De rechtbank kan het verzoek om een bepaald persoon te benoemen wel meewegen in haar beoordeling, al naar gelang dat verzoek steun geniet onder de betrokkenen.
Ook de schuldenaar kan vragen om de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Hij kan dit bijvoorbeeld doen om iedere schijn van belangenvermenging te voorkomen of om het vertrouwen in het proces en daarmee de slagingskans van het akkoord te vergroten (artikel 371, eerste lid)” en “
Als de poging om een akkoord tot stand te brengen wordt overgenomen door een externe onafhankelijke herstructurerings-deskundige, kan dit het vertrouwen in het proces en daarmee de slagingskans vergroten. De benoeming van een onafhankelijke door de rechtbank aangewezen herstructureringsdeskundige kan eventuele vrees voor misbruik helpen voorkomen. (…) De herstructureringsdeskundige zal zich altijd van vooraf af aan moet inwerken”.
Is er een herstructureringsdeskundige aangewezen om een akkoord voor te bereiden en vervolgens aan te bieden, dan is er al sprake van betrokkenheid van een onafhankelijk deskundige die optreedt voor de gezamenlijke schuldeisers. De aanstelling van een observator is dan niet nodig. Uitgangspunt van de onderhavige regeling is dat een herstructureringsdeskundige en een observator niet beiden tegelijkertijd in functie kunnen zijn”. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de taakomschrijving van een observator mede van toepassing moet worden geacht te zijn op die van de herstructureringsdeskundige en dat de wetgever het in het bijzonder van belang heeft geacht dat, indien een homologatieverzoek wordt gedaan ten aanzien van een akkoord waarbij niet alle klassen van schuldeisers hebben ingestemd, te allen tijde een onafhankelijke derde betrokken is die oog heeft voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Omdat van te voren doorgaans nooit duidelijk zal zijn of het aan te bieden akkoord uiteindelijk op de instemming van alle klassen van schuldeisers zal kunnen rekenen, en omdat geen observator meer kan worden benoemd nadat eenmaal een herstructureringsdeskundige is aangewezen, dient de rechtbank reeds bij de aanwijzing van de herstructureringsdeskundige groot gewicht toe te kennen aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
3.De beslissing
- stelt [A] en [B] in de gelegenheid hun verzoekschrift binnen twee weken aan te vullen met inachtneming van hetgeen overwogen onder nummer 2.27;
- houdt de beslissing aan.