ECLI:NL:RBNNE:2021:2822

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
18/207510-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en witwassen door middel van spoofing

In deze zaak heeft de rechtbank zich gebogen over de verdachte die zich in de maanden juni, juli en augustus 2020 schuldig heeft gemaakt aan meerdere gevallen van oplichting en witwassen. De verdachte en zijn mededaders maakten gebruik van een techniek genaamd 'spoofing', waarbij zij zich voordeden als bankmedewerkers om slachtoffers te misleiden. De slachtoffers werden telefonisch benaderd en kregen te horen dat er criminelen bezig waren om geld van hun rekening te halen. Vervolgens kregen zij instructies om hun geld over te maken naar zogenaamde 'kluisrekeningen', die in werkelijkheid toebehoorden aan de oplichters. De verdachte speelde een cruciale rol in deze oplichtingspraktijken door de goederen die met het geld van de slachtoffers waren aangeschaft, op te halen bij verschillende bedrijven. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de gepleegde feiten een gevangenisstraf van 15 maanden rechtvaardigt. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen betrokken was bij de oplichting, maar ook bij het witwassen van de opbrengsten van deze misdrijven. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld en gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/207510-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 juni 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 juni 2021.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. F. Visser, advocaat te Utrecht. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 juni 2020, te Kimswerd, in de gemeente Sûdwest-Fryslan, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot geldbedrag van (in totaal) ongeveer 46597,- euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- zich voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de ABN/Amro bank,
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 1] – zakelijk weergegeven- gewezen op een door de
ABN-Amro gestuurd SMS-bericht van ABN Amro fraudehelpdesk welke was voorzien van het (niet-bestaande nummer) [telefoonnummer] en/of gevraagd of die [benadeelde partij 1] 2400 euro naar Polen had overgemaakt en/of die [benadeelde partij 1] meegedeeld dat criminelen nog steeds probeerden geld van zijn bankrekening over te boeken naar een andere bankrekening en/of
- die [benadeelde partij 1] verzocht al zijn geld over te boeken naar (een) kluisrekening en/of
- die [benadeelde partij 1] medegedeeld dit geld één dag op deze kluisrekening moest blijven staan en dat het geld de volgende dag weer zou worden teruggeboekt naar zijn rekening, zodat zijn geld veilig stond en/of
- ( vervolgens) de rekeningnummers en/of namen gedicteerd aan die [benadeelde partij 1] , waardoor die [benadeelde partij 1] (telkens) werd bewogen tot bovengenoemd afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 1] geld overgeboekt naar (onder meer) de rekeningen:
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] , BIC: RABONL2U, Naam:
[bedrijfsnaam] ,Transactiedatum 29 juni 2020. Bedrag 1,00 euro en/of
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking. IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC:
INGBNL2A.
Naam: [bedrijfsnaam] . Omschrijving: 2020030-ROLEXHULK. Transactiedatum 29
juni 2020. Bedrag 14.000,00 euro en/of
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC: RABONL2U. Naam:
[bedrijfsnaam] .Omschrijving: 20200436/855. Transactiedatum 29 juni 2020.
Bedrag 7.396,00 euro en/of
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] BIC: INGBNL2A.
Naam: [bedrijfsnaam] , Omschrijving: 0097 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 6.700,00 euro en/of
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking. IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC: RABONL2U.
Naam: [bedrijfsnaam] Omschrijving: 326933 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 18.000,00 euro en/of
- [medeverdachte] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] BIC: ASNBNL21
Naam: [medeverdachte] Omschrijving: 1166 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 500,00 euro;
2.
hij op of omstreeks 29 juni 2020, te Deventer, in de gemeente Deventer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 2] , althans webshop/webwinkel, genaamd [bedrijfsnaam] heeft bewogen tot de afgifte van een horloge, van het merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , (ter waarde van 14.000 euro),
hebbende verdachte en/of verdachtes mededader met vorenomschreven oogmerk- zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [benadeelde partij 2] , via de website/webwinkel [bedrijfsnaam] , benaderd met de naam [medeverdachte] en/of (vervolgens) gemaild, met/via mailadres [mailadres] en/of (vervolgens) die [benadeelde partij 2] medegedeeld, dat hij een erfenis had gehad en van dat geld graag het horloge, merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , welk
horloge op de website [bedrijfsnaam] stond, wilde kopen en/of
- daartoe het aankoopbedrag van 14.000 euro, overgemaakt en/of laten overmaken naar de rekening ten name van [bedrijfsnaam] en/of
- aangegeven dat dat horloge bij zijn vader, dhr. [benadeelde partij 1] , wonende [straatnaam] te [woonplaats] , moest worden afgeleverd, waarna die [benadeelde partij 2] naar verdachte op voornoemd adres is gegaan, waarbij verdachte zich voorstelde als te zijn [benadeelde partij 1] , vader van [medeverdachte] en/of
waarbij hij, verdachte, een Identiteitsbewijs, op naam van [benadeelde partij 1] , heeft getoond aan die [benadeelde partij 2] ,
waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft
die [benadeelde partij 2] voornoemd horloge afgeleverd/afgegeven aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 29 juni 2020, te Arnhem, in de gemeente Arnhem, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een identiteitsbewijs, -zijnde een geschrift, dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –valselijk heeft opgemaakt of vervalst , door opzettelijk valselijk de naam op de Identiteitskaart te wijzigen in de naam [benadeelde partij 1] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken en/of
- gebruik heeft gemaakt van een Identiteitskaart (voorzien van het nummer [nummer [nummer] ], op naam gesteld van [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedatum] 1970, als ware het echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken hierin dat hij verdachte die valse Identiteitskaart heeft getoond bij de aankoop van een horloge, te weten een Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] ;
4.
hij op of omstreeks 18 juni 2020 te Oudorp, in de gemeente Alkmaar, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot
geldbedrag van (in totaal) 10.160 euro hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de ING bank te Amsterdam, Afdeling Fraudehelpdesk,
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 3] –zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geconstateerd dat er verdachte transacties vanaf haar bankrekening naar een bankrekening in Duitsland werden gedaan en/of aan die [benadeelde partij 3] gevraagd of zij op de hoogte was van deze transacties en/of gevraagd of zij de afgelopen tijd SMS-berichten had ontvangen van de bank en/of die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat de bank deze dag meer meldingen had ontvangen betreffende vreemde/verdachte transacties en/of
- die [benadeelde partij 3] verzocht haar geld over te maken naar een digitale kluis en/of
- die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat zij bij de "omschrijving" van deze overschrijvingen codes moest vermelden en dat zij die codes goed moest bewaren omdat deze codes nodig waren om het geld terug te storten en/of
- die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat haar geld die dag tussen 18:00 uur en 19:00 uur zou worden teruggestort, waardoor die [benadeelde partij 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 3] haar geld, in twee bedragen, te weten een bedrag van 5750 euro en een bedrag van 4410 euro, overgeboekt naar de bankrekening [bankrekeningnummer] op naam van [naam] . bv Omschrijving: V13317101B1X1 WART en Omschrijving: AB2030161C1S1;
5.
hij op of omstreeks 16 juli 2020 te Hoogezand, in de gemeente Midden-Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot geldbedrag van (in totaal) 24.390,- euro hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de ABNAMRO bank te Amsterdam
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) –zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geconstateerd dat criminelen op zijn/hun rekening bezig waren om er geld af te halen en/of dat zij de rekening wilde(n) blokkeren en/of
- die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) verzocht de rekening te splitsen en naar een andere rekening over te schrijven om dit veilig te stellen en/of
- die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) via (een) SMS bericht(en) instructies gegeven hoe het geld moest worden overgeboekt en/of
- die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) medegedeeld –zakelijk weergegeven- dat hij/zij de persoonlijke codes goed moest(en) bewaren en hij/zij de stappen van de adviseur moest(en) volgen, waardoor die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) werd(en) bewogen tot bovengenoemd
afgifte,
immers heeft/hebben die [benadeelde partij 4] (en/of [benadeelde partij 5] ) het geld overgeboekt naar (onder meer) de bankrekeningen:
- [bedrijfsnaam] [bankrekeningnummer] . Bedrag 14000 euro. Persoonlijke code: GMT Master 2 en/of
- [bedrijfsnaam] . [bankrekeningnummer] . Bedrag 10390 euro.persoonlijke code: Datejust Rhodium;
6.
hij op of omstreeks 29 juli 2020 te Broek op Langedijk, in de gemeente Langedijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot
geldbedrag van (in totaal) 7000 euro,
hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de ABNAMRO bank en/of
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 6] –zakelijk weergegeven- er op gewezen dat hij zijn geld veilig moest stellen en/of dat de ABNAMRO bank bezig was met een groot fraudeonderzoek en er van diverse rekeningen ongevraagd geld werd afgehaald en overgeschreven zonder dat klanten daarvan op de hoogte waren en/of
- die [benadeelde partij 6] medegedeeld hij blij mocht zijn dat hij door hen werd gebeld om hem te helpen zodat hij geen slachtoffer zou worden van deze fraude en/of
- die [benadeelde partij 6] op zijn mobiele telefoon (een) SMS-bericht(en) uit naam van de ABN AMRO bank gestuurd waarin stond dat hij stappen moest volgen welke door de adviseur hem telefonisch zouden worden doorgegeven, waardoor die [benadeelde partij 6] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 6] 7000 euro overgeboekt naar de bankrekening [bankrekeningnummer] , ten name van [bedrijfsnaam] bvn190 en de
omschrijving [benadeelde partij 6] -16233 rolex;
7.
hij op of omstreeks 4 augustus 2020 te Veldhoven, in de gemeente Veldhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot geldbedrag van (in totaal) 163.981 euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de Rabobank, fraudedesk uit Amsterdam en/of
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat er een ongebruikelijke transactie had plaatsgevonden en/of dat er nog meer transacties zouden plaatsvinden en/of dat hij een en ander op het spoor was en uit kwam op een adres in Polen en/of
- dat die [benadeelde partij 7] geld kwijt zou kunnen raken en/of
- die [benadeelde partij 7] geadviseerd om zijn geld naar meerdere andere veilige bankrekeningen over te maken en/of
- die [benadeelde partij 7] (een) SMS bericht(en) met instructies gestuurd en/of die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat hij de SMSjes goed moest bewaren omdat in die SMSjes een code stond die die [benadeelde partij 7] later nodig zou hebben bij de bank en/of
- zich (vervolgens )voorgedaan als een medewerker van de ING-bank en/of
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat hij contact had gehad met de medewerker van de Rabobank en adviseerde om (ook) geld over te maken naar een andere veilige rekening bij de ING,
waardoor die [benadeelde partij 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 7] geld werd overgeboekt naar (onder meer) de bankrekening(en):
- 9000 euro overgemaakt naar [naam] . reknr. [bankrekeningnummer] :
omschrijving code submariner [benadeelde partij 7] . vanaf rekeningnummer: [bankrekeningnummer] en/of
- 33500 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] : omschrijving code 3881J [benadeelde partij 7] . vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en/of
- 7250 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] : omschrijving code Datejust [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en/of
- 5746 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 9011, vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en/of
- 32500 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code AP [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer bouwdepot en/of
- 10500 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 116610LN, vanaf rekeningnummer bouwdepot en/of
- 27750 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code GMT, vanaf rekeningnummer bouwdepot en/of
- 27750 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] ,omschrijving code AP [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer]
- 4995 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 2119 [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer]
- 4990 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 2110 [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
8.
hij op of omstreeks 13 augustus 2020 te Soest, in de gemeente Soest, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een groot
geldbedrag van (in totaal) 8200 euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telefonisch)
- zich voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van/bij de ABN AMRO bank, Fraudehelpdesk uit Amsterdam en/of
- ( in die hoedanigheid) die [benadeelde partij 8] naar zijn mobiele telefoonnummer gevraagd en die [benadeelde partij 8] vervolgens een SMS-bericht gestuurd met de tekst: “'U bent op dit moment telefonisch in gesprek met dhr. [naam] van ABN AMRO te Amsterdam. Met vriendelijke groet, Fraudehelpdesk ABN AMRO te Amsterdam [nummer] ” en/of
- die [benadeelde partij 8] medegedeeld –zakelijk weergegeven- dat er problemen waren met haar bankrekening en/of dat er een dubieuze overboeking van 500 euro was gedaan en/of dat er een aanvraagformulier was van een verhuizing van Soest naar Deventer en/of dat zij haar geld veilig moest stellen en/of
- die [benadeelde partij 8] een SMS-bericht gestuurd –zakelijk weergegeven- dat zij 7720,- EURO over moest maken vanaf haar spaarrekening naar haar betaalrekening en/of
- die [benadeelde partij 8] (vervolgens) nog twee SMS-berichten gestuurd met instructies hoe en op welke rekening(en) het geld moest worden overgemaakt,
waardoor die [benadeelde partij 8] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 8] geld overgeboekt naar (onder meer) de bankrekening(en):
- 3950 euro naar [naam] , rekeningnummer [bankrekeningnummer] en/of
- 4250 euro naar [bedrijfsnaam] , rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
9.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juni 2020 tot en met 13 augustus 2020, (onder meer) te Nijmegen en/of te Deventer en/of te Duiven en/of te Wageningen en/of te Diepenveen en/of te Maastricht en/of te/bij Amersfoort en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n) in genoemde periode (telkens) (een) geldbedrag(en) (te weten (in totaal) 258.398,29 euro) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans (telkens) van die/dat geldbedrag(en) gebruik gemaakt door de aanschaf van een of meer luxe goed(eren), te weten (onder meer) op
- 18 juni 2020 te Nijmegen, in de gemeente Nijmegen, bij [bedrijfsnaam] ,
2 Breitling horloges ter waarde van (in totaal) 10.160 euro en/of
- 29 juni 2020, te Deventer, in de gemeente Deventer, en/of Arnhem, in de gemeente Arnhem, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] SEPA, een horloge van het merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , ter waarde van 14.000 euro en/of
- 29 juni 2020, te Duiven, in de gemeente Duiven, bij het [bedrijfsnaam] , 4 Microsoft Surface tablet/laptops, ( 2 Microsoft Surface Books 2, 15 inch, ter waarde van 2549 euro per stuk en/of een Surface Pro 6, met een Intel Core i7 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, ter waarde van 1299 euro en/of
een Surface Pro 6, met een Intel Core i5 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, ter waarde van 999 euro en/of
- 16 juli 2020, te Wageningen, in de gemeente Wageningen, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een Rolex Datejust, ter waarde van 10390 euro en/of
- 16 juli 2020, te Diepenveen, in de gemeente Deventer, bij [bedrijfsnaam] en/of
B. Matloub, een horloge, merk Rolex, ter waarde van 14.000 euro en/of
- 29 juli 2020, te Maastricht, in de gemeente Maastricht, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een horloge, merk Rolex, ter waarde van 7000 euro en/of
- 4 augustus 2020, te/bij Amersfoort, in de gemeente Amersfoort, van [naam] ,
2 horloges, merk Rolex Explore II en een Audemars Piquet, Royal Oak Offshore, serie nummer [nummer] , ter waarde van (in totaal) 55.500 euro en/of
- 13 augustus 2020 te Apeldoorn, in de gemeente Apeldoorn, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een horloge, merk Breitling, ter waarde van 4300 euro,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1., 2., 3., 4., 5., 6., 7., 8. en 9. ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in de kern deze oplichtingen een samenwerking betreft tussen meerdere personen, gelet op de intensiteit en de duur van de samenwerking. De korte tijd tussen het overmaken van het geld en het ophalen van de goederen duidt op een hele nauwe samenwerking. Verdachte heeft niet alleen de goederen opgehaald, hij heeft daarbij ook gebruik gemaakt van de namen van de aangevers.
Ten aanzien van feit 9. heeft de officier van justitie aangegeven dat het totale benadelingsbedrag € 122.746,00 bedraagt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak voor het onder 1., 4., 5., 6., 7. en 8 ten laste gelegde bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de bewijsmiddelen in het dossier op geen enkele wijze de conclusie kunnen dragen dat verdachte zich aan de telefoon heeft voorgedaan als bankmedewerker of dat hij de kwade genius achter deze spoofingzaak is. Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte uitvoeringshandelingen heeft gepleegd. Verdachte wist niet dat de spullen die hij op moest halen, betaald werden met geld dat afkomstig was van oplichting. De enkele vaststelling dat er korte periodes zaten tussen de oplichtingen en de momenten waarop verdachte de goederen ophaalde, is daarvoor onvoldoende. Opzet op oplichting kan dan ook niet worden bewezen. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat verdachte wel weet heeft gehad van de oplichtingen, dan kan naar de mening van de raadsman geen bewezenverklaring volgen. Volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is voor bewezenverklaring van medeplegen vereist dat de beoogd medepleger een bijdrage van voldoende gewicht levert aan het strafbare feit waarvan het medeplegen ten laste gelegd wordt. Deze bijdrage zou dan moeten bestaan uit een intellectuele of materiële bijdrage aan de verwezenlijking van de bestanddelen van de tenlastegelegde oplichtingen. Zelfs als ervan zou worden uitgegaan dat verdachte weet heeft gehad van verkrijging van de gelden waarmee betaald werd, kan niet méér bewezen geacht worden dan dat hij na voltooiing van de oplichting een voorwerp heeft opgehaald dat is betaald met de buit van de oplichting. Mocht de rechtbank medeplegen wel bewezen achten, dan verzoekt de raadsman om verdachte vrij te spreken van de transacties waarbij hij niet voorkomt in het natraject.
Ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de tenlastegelegde pleegplaats Deventer niet bewezen kan worden geacht en evenmin dat verdachte een identiteitsbewijs aan [benadeelde partij 2] heeft getoond.
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 3. tenlastegelegde vrijspraak dan wel ontslag van alle rechtsvervolging (hierna: OVAR) bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat de naam op een identiteitskaart is gewijzigd. Het lijkt er meer op dat de naam op een foto van een identiteitsbewijs is gewijzigd, gelet op de aanvullende verklaring van [benadeelde partij 2] . Verder kan niet worden vastgesteld dat de naam is gewijzigd in Arnhem zoals is tenlastegelegd. Ook ten aanzien van het tenlastegelegde gebruiken als echt en onvervalst moet vrijspraak volgen, nu niet bewezen kan worden dat verdachte een valse identiteitskaart heeft getoond.
Indien de rechtbank het onder 3. tenlastegelegde bewezen acht, is de raadsman van mening dat ontslag van alle rechtsvervolging moet volgen, omdat de tenlastelegging van feit 3. niet is toegesneden op artikel 231 Sr, maar op artikel 225 Sr. Uit jurisprudentie en wetsgeschiedenis volgt dat artikel 231 Sr een specialis vormt ten opzichte van artikel 225 Sr. Nu een identiteitskaart heeft te gelden als een identiteitsbewijs in de zin van artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht, komt op basis van artikel 55 lid 2 Sr slechts artikel 231 Sr voor toepassing in aanmerking. Nu niet alle bestanddelen van artikel 231 Sr tenlastegelegd zijn, levert een eventuele bewezenverklaring van het tenlastegelegde geen strafbaar feit in de zin van artikel 231 Sr op, zodat OVAR moet volgen.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 9. tenlastegelegde grotendeels gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat het medeplegen van het verwerven, voorhanden hebben of overdragen van enig geldbedrag niet bewezen geacht kan worden
Oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
In de maanden juni, juli en augustus 2020 werd bij de politie zes keer aangifte van oplichting gedaan waarbij een gelijksoortige werkwijze zou zijn gehanteerd. Uit deze aangiftes komt naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteerden om hun slachtoffers geld over te laten maken naar verschillende rekeningnummers. De slachtoffers werden allen gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de bank met een verhaal dat criminelen bezig waren om geld van hun rekening te halen. Daarbij was het telefoonnummer ‘gespoofd’, het bij de slachtoffers getoonde nummer leek van hun bank te zijn. Om te voorkomen dat geld naar criminelen zou gaan, werd er bij de slachtoffers op aangedrongen hun geld over te maken naar (verschillende) zogenaamde kluisrekeningen. Tijdens het telefoongesprek ontvingen de slachtoffers een SMS bericht dat (eveneens) van de fraudeafdeling van de bank leek te komen, waarin de naam werd genoemd van de persoon waarmee ze in gesprek waren. De slachtoffers ontvingen instructies voor het overmaken van het geld en de daarbij behorende betalingskenmerken.
De door de daders daarbij opgegeven rekeningnummers behoorden in werkelijkheid toe aan verkopers van dure horloges of elektronica. De daders plaatsten, dikwijls terwijl zij nog in contact waren met de slachtoffers, bestellingen die werden betaald met geld afkomstig van de rekeningen van de slachtoffers. Zodra de betalingen waren verricht, werden de goederen in de winkels afgehaald, waarbij meerdere keren gebruik is gemaakt van een valse ID-kaart op naam van het slachtoffer, zodat bij de winkels geen argwaan werd gewekt vanwege een verschil tussen de naam die behoorde bij het rekeningnummer van het slachtoffer en degene aan wie de goederen moesten worden afgegeven. De verkopers van de goederen waren in de veronderstelling met bonafide kopers te maken te hebben.
Tegen de tijd dat de slachtoffers beseffen te zijn opgelicht, waren de luxe goederen in de meeste gevallen al afgehaald bij de verkopers.
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen bij deze oplichting betrokken is geweest, gebruik heeft gemaakt van een vals identiteitsbewijs en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. Verdachte erkent dat hij 5 of 6 keer horloges heeft opgehaald bij bedrijven. [2]
Het bewijs
Feiten 1, 2, 3 en 9
Aangever [benadeelde partij 1]
Aangever [benadeelde partij 1] , wonende te Kimswerd, is op 29 juni 2020 omstreeks 16.50 uur thuis gebeld door een man die zich voorstelde als [naam] van de ABN AMRO bank. Hij verwees [benadeelde partij 1] naar een door de ABN AMRO gestuurde SMS met de tekst: “Bericht van ABN Amro fraudehelpdesk [telefoonnummer] . U bent op dit moment telefonisch in gesprek met onze adviseur van ABN Amro dhr [naam] van ABN AMRO te Amsterdam”. De man vroeg aan [benadeelde partij 1] of het klopte dat hij 2400 euro naar Polen had overgemaakt. De man zei tegen [benadeelde partij 1] dat criminelen nog steeds probeerden geld van zijn bankrekening over te boeken naar een andere bankrekening en dat hij al zijn geld moest boeken naar een kluisrekening. De man zei tegen [benadeelde partij 1] dat hij al het geld één dag op deze kluisrekening moest laten staan en dat het geld de volgende dag weer teruggeboekt zou worden naar zijn rekening. Op aanwijzing van de man, die [benadeelde partij 1] de gegevens letter voor letter doorgaf, heeft [benadeelde partij 1] vanaf zijn rekeningnummer [bankrekeningnummer] de volgende bedragen overgemaakt:
[bedrijfsnaam]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: RABONL2U
Naam: [bedrijfsnaam]
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
1,00 euro
[bedrijfsnaam]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: INGBNL2A
Naam: [bedrijfsnaam]
Omschrijving: 2020030-ROLEXHULK
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
14.000,00 euro
[bedrijfsnaam]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: RABONL2U
Naam: [bedrijfsnaam]
Omschrijving: 20200436/855
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
7.396,00 euro
[bedrijfsnaam]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: INGBNL2A
Naam: [bedrijfsnaam]
Omschrijving: 0097
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
6.700,00 euro
[bedrijfsnaam]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: RABONL2U
Naam: [bedrijfsnaam]
Omschrijving: 326933
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
18.000,00 euro
[medeverdachte]
SEPA Overboeking
IBAN: [bankrekeningnummer]
BIC: ASNBNL21
Naam: [medeverdachte]
Omschrijving: 1166
Transactiedatum
29 juni 2020
Bedrag
500,00 euro [3]

[bedrijfsnaam]

Op 29 juni 2020 is [benadeelde partij 2] , eigenaar van [bedrijfsnaam] , gevestigd te Deventer, telefonisch benaderd door een koper die hem daarna heeft gemaild vanaf het e-mailadres [mailadres] . De koper, die zich [medeverdachte] noemde, had interesse in een horloge van het merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" 116610LV. [medeverdachte] vertelde dat hij een erfenis had gehad en van dat geld een mooi horloge wilde kopen als investering. Het horloge zou door de vader van [medeverdachte] worden betaald en moest ook bij zijn vader worden afgeleverd. [medeverdachte] gaf aan dat zijn vader was genaamd: [benadeelde partij 1] en dat deze woonachtig was aan de [straatnaam] , te [woonplaats] . Nadat de koop was gesloten werd het geldbedrag van 14.000 euro meteen overgemaakt op de zakelijke rekening van [benadeelde partij 2] , met nummer [bankrekeningnummer] ten name van [bedrijfsnaam] . [benadeelde partij 2] zag dat het bedrag van 14.000 euro afkomstig was van rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van [benadeelde partij 1] . [benadeelde partij 2] heeft het horloge vervolgens afgeleverd op het opgegeven adres aan een meneer die zich voorstelde als [benadeelde partij 1] , de vader van [medeverdachte] . Deze [benadeelde partij 1] toonde aan [benadeelde partij 2] een identiteitsbewijs. [benadeelde partij 2] zag dat de man op de foto op het identiteitsbewijs dezelfde man was als die hij voor zich had staan. Daarnaast stuurde [benadeelde partij 1] een kopie van dit identiteitsbewijs via WhatsApp aan [benadeelde partij 2] toe. [4] Uit onderzoek van de politie blijkt dat de foto op het identiteitsbewijs van de persoon die zich uit gaf als [benadeelde partij 1] niet overeenkomst met de foto van aangever [benadeelde partij 1] . [5] Het adres [straatnaam] in [woonplaats] is het woonadres van verdachte, die daar ook ingeschreven staat. [6]
Op de telefoon van verdachte wordt een foto aangetroffen van een ID kaart met daarop een foto van verdachte en de naam van aangever [benadeelde partij 1] . [7] Volgens verdachte heeft hij de valse ID kaart via de app toegestuurd gekregen. Verdachte had een foto van zijn ID kaart aan een zekere [naam] toegestuurd. Deze [naam] paste dan zijn naam aan op de ID kaart. [8]

[bedrijfsnaam]

Op 29 juni 2020 omstreeks 16:00 uur wordt [naam] , eigenaar van [bedrijfsnaam]
gevestigd te Duiven gebeld door een man die aangaf interesse te hebben in Microsoft Surface tablet/laptops die [naam] via internet te koop aanbood. De man gaf aan de goederen te willen kopen en vroeg aan [naam] of hij deze diezelfde dag nog kon ophalen. De man zei daarbij dat hij in [woonplaats] woonde en dat hij op korte termijn kon langskomen. Het ging om de aankoop van de volgende 5 producten:
- 2x Microsoft Surface Book 2, 15 inch, kosten 2549,- per stuk;
- Surface Pro 6, met een Intel Core i7 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, kosten 1299,-;
- Surface Pro 6, met een Intel Core i5 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, kosten 999,-;
De man zei tegen [naam] dat het geen probleem was om de producten vooraf te betalen en zei dat hij dit via zijn privérekening wilde overboeken en dat dit zou kunnen resulteren in een andere naam dan op het factuuradres. [naam] zag om 18:10 uur dat het afgesproken bedrag van 7.396 euro was bijgeschreven op zijn rekening en gaf akkoord voor het ophalen van de producten. Rond 18:15/18:30 uur kwam een man de producten afhalen. [naam] heeft van deze man de volgende omschrijving gegeven: ongeveer 1.75-1.80 meter lang, een licht getinte huidskleur, leeftijd tussen de 45 en 55 jaar oud, kaal, stevig, maar niet dik.
De door [naam] genoteerde factuur gegevens waren:
[mailadres]
+ [telefoonnummer]
FACTUURADRES
[medeverdachte]
[adres]
[plaats]
Nederland
Bankrekening:
[benadeelde partij 1]
[bankrekeningnummer] [9]
Aan getuige [naam] is door de politie een foto van verdachte getoond. [naam] heeft de man op de foto voor 100% herkend als de man die op 29 juni 2020 in zijn zaak is geweest en de computers heeft opgehaald. [10] Verdachte heeft ook erkend dat hij computers heeft opgehaald bij [bedrijfsnaam] in Duiven. [11]

[bedrijfsnaam]

Vanaf de rekening van aangever [benadeelde partij 1] is een bedrag van 6.700 euro gestort op rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van [bedrijfsnaam] . Karabulut, eigenaar van [bedrijfsnaam] gevestigd te Deventer heeft aangegeven dat hij via Marktplaats computers had aangeboden en dat deze goederen door een man zijn opgehaald. [12] De aankoop betrof een MacBook pro en een Canon camera. De bestelling was geplaatst door de onderneming [bedrijfsnaam], door een persoon genaamd [medeverdachte] . De politie heeft op de door Karabulut beschikbaar gestelde beelden de medeverdachte [medeverdachte] herkend. [13]

[bedrijfsnaam]

Op 29 juni 2020 is er een bedrag van 18.000 euro van de rekening van aangever [benadeelde partij 1] overgeboekt naar het rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van [bedrijfsnaam] en of Haverkamp tegels te Hengelo. Het bedrijf is via internet benaderd door een persoon die interesse had voor een horloge. Na het sluiten van de koop is een man met rossig haar bij dit bedrijf verschenen. Aangezien men het niet vertrouwde, is de persoon niet benaderd en is het geld teruggestort. De naam van de persoon bij het WhatsApp-account waarmee contact was geweest over de aankoop betrof [medeverdachte] . [14] Mevrouw [naam] van [bedrijfsnaam] heeft op een door de politie getoonde foto van medeverdachte [medeverdachte] , hem herkend als de man die bij hun bedrijf is verschenen. [15]

[medeverdachte]

De bankrekening [bankrekeningnummer] waarop door [benadeelde partij 1] op 29 juni 2020 een bedrag van 500 euro is gestort staat op naam van medeverdachte [medeverdachte] . [16]
Feiten 4 en 9
Aangeefster [benadeelde partij 3]
Aangeefster [benadeelde partij 3] uit Oudorp is op 18 juni 2020 thuis gebeld door een man die zich voorstelde als een medewerker van de fraudehelpdesk van de ING-bank. De man vertelde dat er was geconstateerd dat er sprake was van verdachte transacties vanaf haar bankrekening naar een bankrekening in Duitsland. De man vroeg [benadeelde partij 3] of zij op de hoogte was van deze transacties en of zij de afgelopen tijd SMS-berichten had ontvangen van de bank. [benadeelde partij 3] ontving tijdens dit gesprek een SMS-bericht met de volgende inhoud: "U bent telefonisch in gesprek met de heer [naam] van de ING te Amsterdam. Fraudehelpdesk afdeling + [telefoonnummer] ". De man vertelde [benadeelde partij 3] dat de bank deze dag meer meldingen had ontvangen over vreemde/verdachte transacties. De man zei tegen [benadeelde partij 3] dat haar geld moest worden overgemaakt naar een digitale kluis, waarna [benadeelde partij 3] haar geld in twee gedeeltes heeft overgemaakt naar een rekening. Zij ontving van de man ook codes behorende bij de overschrijvingen. De man vertelde [benadeelde partij 3] dat zij deze codes goed moest bewaren, omdat zij deze op een later moment weer nodig had om het geld teruggestort te kunnen krijgen. De man zei dat [benadeelde partij 3] tussen 18.00 uur en 19.00 uur teruggebeld zou worden. Zij zou het geld dan weer teruggestort krijgen. [benadeelde partij 3] heeft de volgende bedragen overgemaakt:
Een bedrag van 5.750 euro naar tegenrekening [bankrekeningnummer] op naam van [bedrijfsnaam] , met omschrijving: V13317101B1X1 WART en een bedrag van 4.410 euro naar dezelfde rekening met als omschrijving: AB2030161C1S1. [17]

[bedrijfsnaam]

Het rekeningnummer [bankrekeningnummer] is van [bedrijfsnaam] , gevestigd te Nijmegen. Met het geld afkomstig van de rekening van aangeefster [benadeelde partij 3] zijn twee Breitling horloges betaald. Voorafgaand aan de aankoop is er mailcontact met de juwelier geweest. Op18 juni 2020 om 13:52 uur zijn een man en een vrouw in de winkel verschenen om de horloges op te halen. De man en de vrouw wisten de nummers en de naam van de betaling. [18] De politie heeft de door de juwelier verstrekte camerabeelden gezien en heeft verdachte en zijn vriendin [naam] herkend als de man en de vrouw die de horloges hebben opgehaald. Het mailadres waarmee contact is opgenomen met [bedrijfsnaam] betrof [mailadres] . [19]
Feiten 5 en 9
Aangever [benadeelde partij 4]
Aangever [benadeelde partij 4] uit Hoogezand is op 16 juli 2020 rond 12.00 uur thuis gebeld door een man die zich voorstelde als Boskamp van de ABN AMRO bank. De man vertelde [benadeelde partij 4] dat criminelen bezig waren geld van zijn rekening af te halen. De man zei dat de bank de rekening wilde blokkeren om dit te voorkomen, en dat [benadeelde partij 4] het geld dat op zijn rekening stond naar een andere rekening moest overschrijven om dit veilig te stellen. De man vertelde dat [benadeelde partij 4] berichten zou krijgen met instructies hoe hij dat zou moeten doen.
[benadeelde partij 4] kreeg vervolgens de volgende berichten op zijn 06-nummer:
  • “Geachte [benadeelde partij 5] . U bent op dit moment telefonisch in gesprek met onze adviseur K. Boskamp ABN Amro te Amsterdam. Volg de stappen met onze adviseur. Met vriendelijke groet, Fraudehelpdesk ABN AMRO [nummer] ”
  • “Geachte [benadeelde partij 5] . Uw geld word veiliggesteld op de volgende kluisrekening: [bedrijfsnaam] [bankrekeningnummer] . Bedrag 14.000 euro. Persoonlijke code: GMT Master 2. Bewaar uw persoonlijke codes goed! Vervolg de stappen met onze adviseur”
  • “Geachte [benadeelde partij 5] . Uw geld word veiliggesteld op de volgende kluisrekening: [bedrijfsnaam] . [bankrekeningnummer] . Bedrag 10.390 euro, persoonlijke code: Datejust Rhodium”
Nadat [benadeelde partij 4] de instructies had uitgevoerd, ontving hij het bericht: “Geachte [benadeelde partij 5] . Uw geld is veilig gesteld op onze kluisrekening. Wij hebben uw rekening kunnen deblokkeren en gaan uw geld terug storneren naar uw rekening. Geeft u per bedrag de persoonlijke codes door aan onze adviseur”. Vervolgens werd het gesprek overgenomen door een andere persoon die [benadeelde partij 4] meldde dat het geld veilig was. [20] [21]

[bedrijfsnaam]

Het bedrijf [bedrijfsnaam] gevestigd te Deventer werd benaderd voor de verkoop van een Rolex. Op 16 juli 2020 is er een bedrag van 14.000 euro betaald voor het horloge. Rond 13.00 uur die dag kwamen er een man en een vrouw aan de deur. De man en de vrouw kwamen aanrijden in een oud model Renault Scenic. Bij de overdracht is een foto gemaakt van het ID-bewijs van de vrouw. Deze stond op naam stond van [naam] . [22]

[bedrijfsnaam]

In de nacht van 15 juli 2020 kreeg [naam] , van [bedrijfsnaam] gevestigd te Wageningen via WhatsApp contact met een persoon die zich voorstelde als [naam], wonende aan de [straatnaam] te Heerlen. De persoon vroeg om een Rolex datejust, die hij op 16 juli 2020 op wilde halen en verder vroeg de persoon of [naam] de factuur wilde mailen naar [mailadres] . De persoon gaf aan dat [naam], samen met haar man, de Rolex rond 16.00 uur op zouden komen halen. Het bedrag van 10.390 euro zou naar [naam] worden overgemaakt via een rekening bij de ABN en rond 13.15 uur op de rekening van [naam] staan. Op de afgesproken tijd kwamen er een man en een vrouw langs bij [naam] . [naam] heeft een kopie gemaakt van het legitimatiebewijs waarmee de vrouw zich legitimeerde. Hij schat de man en de vrouw beide rond de 40-45 jaar. De vrouw had een klein en tenger postuur. [23] Het getoonde legitimatiebewijs staat op naam van [naam] , geboren op [geboortedatum] 1972. Op de camerabeelden die door [naam] ter beschikking zijn gesteld, heeft de politie verdachte en [naam] herkend als de personen die de Rolex hebben opgehaald. Door verdachte is de Rolex van [naam] aangepakt. [24]
Feiten 6 en 9
Aangever [benadeelde partij 6]
Aangever [benadeelde partij 6] uit Broek op Langedijk is op 29 juli 2020 rond 13.00 uur thuis gebeld door een man die zich voorstelde als een medewerker van de ABN-AMRO bank. De man meldde dat er bij de ABN AMRO op dat moment een grote fraudezaak bezig was en dat er van diverse rekeningen ongevraagd geld werd afgehaald en overgeschreven zonder dat klanten daarvan op de hoogte waren. De man zei dat [benadeelde partij 6] blij mocht zijn dat de man hem belde om hem te helpen zodat [benadeelde partij 6] geen slachtoffer zou worden van deze fraude en dat [benadeelde partij 6] het geld op zijn rekening veilig moest stellen. [benadeelde partij 6] kreeg op zijn mobiele telefoon vervolgens SMS-berichten op naam van de ABN AMRO bank waarin stond dat hij de stappen moest volgen die de adviseur telefonisch aan hem door zou geven. In de berichten werd een zekere [naam] genoemd als de medewerker van de bank waarmee hij telefonisch contact had. [benadeelde partij 6] heeft alle stappen die de medewerker aan hem doorgaf, doorlopen en heeft uiteindelijk een bedrag van 7.000 euro overgeschreven van zijn betaalrekening naar rekening [bankrekeningnummer] op naam van [bedrijfsnaam] bvnl90, omschrijving [benadeelde partij 6] -16233 rolex. Door het telefoongesprek en de manier waarop het is aangepakt, was [benadeelde partij 6] in de overtuiging dat hij er goed aan deed om zijn geld over te schrijven naar een vertrouwelijke rekening van de ABN-AMRO, zodat niemand meer ongevraagd iets van zijn rekening af kon halen. [25]

[bedrijfsnaam]

Op 29 juli 2020 is een bedrag van 7.000 euro gestort op de rekening van [bedrijfsnaam] , [straatnaam] te Maastricht, voor de aankoop van een Rolex. Dit horloge is op 29 juli 2020 opgehaald door een man en een vrouw. Bij de door [bedrijfsnaam] beschikbaar gestelde screenshots van het WhatsAppgesprek met betrekking tot de aankoop van de Rolex, bevindt zich een afbeelding van de overschrijving van 7.000 euro vanaf de rekening van [benadeelde partij 6] naar de rekening van [bedrijfsnaam] . Het betrof hier dezelfde afbeelding van een overschrijving als die is aangetroffen op de telefoon van de verdachte . Op de foto van de ID-kaart die de man heeft getoond bij het ophalen van de Rolex is zichtbaar dat deze mogelijk is vervalst was en het hier vermoedelijk de ID-kaart betrof van verdachte waarbij zijn naam was gewijzigd in de naam van aangever [benadeelde partij 6] . De aanwezige pasfoto betrof de foto van verdachte en het is ook zijn geboortedatum die op deze ID-kaart is vermeld. Een afbeelding van deze ID-kaart is aangetroffen op het telefoontoestel van verdachte. [26]
Op de telefoon van verdachte is bij de foto’s gemaakt op 29 juli 2020 een foto te zien van [naam] , de vriendin van verdachte, waarbij zij een Rolex om haar arm heeft, en ook een foto van een Rolex met een prijs van 7.000 euro, wat overeenkomt met de prijs die [bedrijfsnaam] voor de Rolex heeft ontvangen. [27]
Op de iPhone A1723 van verdachte is een afbeelding aangetroffen van de ID-kaart van verdachte met daarop zijn foto, maar met de naam van aangever [benadeelde partij 6] en een afbeelding van een Sepa overboeking van 7.000 euro van de rekening van aangever [benadeelde partij 6] naar rekening [bankrekeningnummer] op naam van [bedrijfsnaam] . In de TomTom navigatie, aangetroffen in de bij verdachte in gebruik zijnde auto, is als recente bestemming het adres van [bedrijfsnaam] ingevoerd. [28] Het telefoontoestel iPhone A1668 van verdachte heeft op 29 juli 2020 om 16:24 uur de Maasboulevard te Maastricht aangestraald. De Maasboulevard is in de nabijheid van [bedrijfsnaam] . [29] Verdachte heeft verklaard dat hij weet dat hij een keer in Maastricht is geweest. [30]
Feiten 7 en 9
Aangever [benadeelde partij 7]
Aangever [benadeelde partij 7] uit Veldhoven is op 4 augustus 2020 rond 11:30 uur thuis gebeld door een man die zich voorstelde als [naam] van de Rabobank fraudedesk uit Amsterdam. Deze man vertelde [benadeelde partij 7] dat er een ongebruikelijke transactie had plaatsgevonden en om te voorkomen dat er nog meer transacties plaats zouden vinden en [benadeelde partij 7] geld kwijt zou raken, adviseerde de man [benadeelde partij 7] om zijn geld naar andere veilige banknummers over te maken. De man zei tegen [benadeelde partij 7] dat hij het één en ander op het spoor was en kwam uit op een adres in Polen. De man gaf [benadeelde partij 7] instructies wat hij moest doen. De man stuurde [benadeelde partij 7] SMS-berichten met instructies en zei tegen [benadeelde partij 7] dat hij deze SMS-berichten moest bewaren, omdat er een code in zou staan die hij later nodig zou hebben bij de bank. De man kwam op [benadeelde partij 7] over als zeer professioneel en ook zijn taalgebruik klonk als afkomstig van een echte bankmedewerker. [benadeelde partij 7] heeft vervolgens de door de man geïnstrueerde transacties uitgevoerd. Later op de dag werd [benadeelde partij 7] gebeld door een man die zich voorstelde als een medewerker van de ING Bank. De man vertelde [benadeelde partij 7] dat hij contact had met de man van de Rabobank en adviseerde [benadeelde partij 7] om ook zijn geld bij de ING Bank veilig te stellen op een andere veilige bankrekening. Door [benadeelde partij 7] zijn de volgende transacties gedaan:
- 9.000 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code submariner [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- 33.500 euro overgemaakt naar leeuw
(de rechtbank leest [naam] )rek nr [bankrekeningnummer] omschrijving code 388 IJ [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- 7.250 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code
Datejust [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- 5.746 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code 9011 vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- 3.2500 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code AP [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer bouwdepot;
- 10.500 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code
116610LN vanaf rekeningnummer bouwdepot;
- 27.750 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code GMT vanaf rekeningnummer bouwdepot;
- 27.750 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code AP [benadeelde partij 7] vanaf mijn [bankrekeningnummer]
- 4.995 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code 2119 [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
- 4.990 euro overgemaakt naar [naam] reknr. [bankrekeningnummer] omschrijving code 1022 [benadeelde partij 7] vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] .
In het totaal is dit 163.981,- euro. [31]

[naam]

Op 4 augustus 2020 is 9.000 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam] . [naam] heeft een Rolex Submariner verkocht via Marktplaats. [naam] heeft via WhatsApp contact gehad met de koper, die zich John noemde. Deze maakte op dat moment gebruik van het telefoonnummer: + [telefoonnummer] . Op 4 augustus 2020 om 16:30 uur is de Rolex vervolgens bij [naam] thuis in Weesp opgehaald [32] Op de door [naam] aan de politie verstrekte camerabeelden, heeft de politie medeverdachte [medeverdachte] herkend als de man die het horloge heeft opgehaald. [33]
Door de politie is genoemdt telefoonnummer + [telefoonnummer] aangetroffen in de contactenlijst van de telefoon van verdachte onder de naam “ [naam] ”. De gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft op 4 augustus 2020 via WhatsApp contact opgenomen met [naam] voor de aankoop van een Rolex.
Uit de historische mastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , blijkt dat deze telefoon op 4 augustus 2020 om 16:30 uur in de directe omgeving van de locatie was in Weesp waar een horloge is afgehaald. [34] [35] De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] had op 4 augustus 2020 contact met drie personen die een exclusief horloge verkochten op die dag, waaronder [naam] . [36]

[naam]

Op 4 augustus 2020 is 33.500 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam] .
had een horloge van het merk Patek Philippe, type: Nautilus, met de nummers 298738 en 3021081 op Marktplaats te koop aangeboden. [naam] heeft na telefonisch contact het horloge verkocht aan een man voor een prijs van 33.500 euro. Het geld stond omstreeks 14:00 uur op zijn rekening. Hij had met de man contact op twee verschillende telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
en de man spraken af dat ze elkaar rond 15:40 uur zouden treffen in een café in Middenbeemster. De man noemde zichzelf [naam] . Toen [naam] bij het café aan kwam zag hij een man die hij als volgt kan omschrijven:
* Leeftijd: 35-40
* huidskleur: blank
* Haardracht: kort blond haar
* taal: normaal Nederlands
* lengte: ongeveer 175 cm
* kleding: spijkerbroek licht gekleurd shirt
* postuur: normaal, niet dik en ook niet te mager.
De man zei tegen [naam] dat hij met de auto was gekomen maar dat hij deze uit het zicht had gezet omdat hij straks met een duur horloge moest gaan rijden. [naam] verklaarde dat de persoon die het horloge ophaalde een andere man was dan de persoon waarmee hij de koop telefonisch had gesloten en dat de koper ook had gezegd dat hij iemand zou sturen. [37]
Uit de historische mastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , blijkt dat deze telefoon op 4 augustus 2020 om 15.40 uur in de directe omgeving van de locatie was in Middenbeemster waar een horloge is afgehaald. [38] [39] De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] had op 4 augustus 2020 contact met drie personen die een exclusief horloge verkochten op die dag, waaronder [naam] . [40]
Uit onderzoek van de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat met dit telefoonnummer uitsluitend op 4 augustus 2020 werd gebeld naar
- [telefoonnummer] , in gebruik bij aangever [benadeelde partij 7] , en naar de verkopers van exclusieve horloges, waaronder:
- [telefoonnummer] , op naam van [bedrijfsnaam] , [straatnaam] , [plaats] . [41]

[naam]

Op 4 augustus 2020 heeft [naam] door middel van telefonisch contact en WhatsApp-verkeer haar dameshorloge, Rolex Datejust voor 7.250 euro verkocht. De koper gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer] . De overdracht van het horloge zou plaatsvinden op dinsdag 4 augustus 2020 omstreeks 17.00 uur bij hotel [naam hotel] te Bussum. Voorafgaand is de koopprijs op de rekening van [naam] gestort. Het geld was afkomstig van rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten namen van [naam] eo [benadeelde partij 7] , met als omschrijving: ‘Datejust [benadeelde partij 7] ’. Toen de koper er om 17.15 uur nog niet was, heeft [naam] geprobeerd hem te bellen op nummer [telefoonnummer] maar zij werd weggedrukt. Meteen daarna werd [naam] teruggebeld vanaf telefoonnummer [telefoonnummer] . Om 17.27 uur arriveerde een persoon die aan [naam] bevestigde dat hij [benadeelde partij 7] was. [naam] overhandigde hem het horloge, waarna hij alles checkte en weer weg ging. De persoon die aangaf [benadeelde partij 7] te zijn had het volgende signalement: Lengte: tussen de 1.65 en 1.70 meter
Uiterlijk: Nederlands, geen accent
Leeftijd: tussen 40 en 50 jaar
Haar: blond, kort en stekelig (opgeschoren)
Ogen: lichtblauw
Kleding: jeans short (Korte broek) en jeans jack en wit T-shirt. [42]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] staat onder de naam “ [naam] ” in de contactenlijst van de telefoon van verdachte. [43]
Uit de historische mastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , blijkt dat deze telefoon op 4 augustus 2020 om 17.15 uur in de directe omgeving van de locatie was in Bussum waar een horloge is afgehaald. [44] [45] De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] had op 4 augustus 2020 contact met drie personen die een exclusief horloge verkochten op die dag, waaronder [naam] . [46]

[naam]

Op 4 augustus 2020 is 32.500 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam] . [naam] heeft een horloge, merk Audemars Piquet, serienummer [nummer] verkocht via Marktplaats voor een prijs van 32.500 euro. [naam] werd gebeld door een man die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Afgesproken werd dat de overdracht zou plaatsvinden bij het bedrijf van [naam] in Nijkerk. Op de afgesproken tijd, 18.30 uur kwam een man het horloge ophalen. Dit was volgens [naam] niet dezelfde man als de man die hij aan de telefoon had gehad. [naam] kan de man die bij hem langs kwam als volgt omschrijven:
* Blanke man met Nederlandse nationaliteit.
* 40-45 jaar oud.
* Afgeleefd gezicht
* grote ogen.
* Kort donkerblond haar met bovenop vrij lange stekels van zo?n 5 cm.
* Lengte: 170- 175 cm
* T-shirt
* blauwe spijkerbroek
* zwarte sportschoenen.
* slank postuur
* ongeveer 70 kilo [47]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] staat onder de naam “ [naam] ” in de contactenlijst van de telefoon van verdachte. [48]
Uit de historische mastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , blijkt dat deze telefoon op 4 augustus 2020 om 18.30 uur in de directe omgeving van de locatie was in Nijkerk waar een horloge is afgehaald. [49] [50]
Uit onderzoek van de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat dit met dit telefoonnummer uitsluitend op 4 augustus 2020 werd gebeld naar
- [telefoonnummer] , in gebruik bij aangever [benadeelde partij 7]
En naar de verkopers van exclusieve horloges, waaronder:
- [telefoonnummer] , in gebruik bij [naam] , [straatnaam] , [plaats] [51]

[naam]

Op 4 augustus 2020 is een bedrag van 10.500 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam] . [naam] heeft een horloge, merk Rolex, type Submariner, serienummer [nummer] verkocht via internet. [naam] verklaarde dat hij was gebeld door een man die hem vertelde dat hij een horloge handelaar was die het horloge wilde aankopen voor een klant in Zwitserland. Deze man maakte gebruik van het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Op 4 augustus 2020 om 20.30 uur kwam er een man naar zijn huis in Assen om het horloge op te halen. De man noemde zichzelf [benadeelde partij 7] Zoals afgesproken toonde de man een identiteitsbewijs. [naam] zag dat de naam op het identiteitsbewijs overeen kwam met de naam waarvan hij de betaling had ontvangen en dat de man op de foto op het identiteitsbewijs dezelfde man was als de man die voor hem stond. [naam] heeft een foto van het identiteitsbewijs gemaakt. [naam] gaf het volgende signalement van de man:
* ongeveer 1,75 meter
* Hij had blond haar
* blanke huidskleur
* sprak vloeiend Nederlands
* droeg een korte broek met een licht shirt
* normaal postuur
* hij rookte. [52]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] staat onder de naam “ [naam] ” in de contactenlijst van de telefoon van verdachte. De gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft op 4 augustus 2020 ingebeld met [naam] over de aankoop van een Audemars Piquet. [53]
Uit de historische mastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , blijkt dat deze telefoon op 4 augustus 2020 om 20.30 uur in de directe omgeving van de locatie was in Assen waar een horloge is afgehaald. [54] [55] De gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] had op 4 augustus 2020 contact met drie personen die een exclusief horloge verkochten op die dag, waaronder [naam] . [56]
Door de politie is vastgesteld dat de persoon die het horloge bij [naam] heeft opgehaald medeverdachte [medeverdachte] is. Medeverdachte [medeverdachte] is enkele uren na de aankoop van het horloge aangehouden door de politie. Hij was toen in het bezit van het horloge van [naam] . [57]
Uit onderzoek van de historische gegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat dit met dit telefoonnummer uitsluitend op 4 augustus 2020 werd gebeld naar
- [telefoonnummer] , in gebruik bij aangever [benadeelde partij 7]
En naar de verkopers van exclusieve horloges, waaronder:
- [telefoonnummer] , op naam van [naam] , [straatnaam] , [plaats] . [58]
[naam]
Op 4 augustus 2020 werd er tweemaal 27.500 euro overgemaakt naar een bankrekening die op naam stond van [naam] . [naam] verklaarde dat een opkoper contact met hen op had genomen voor de aankoop van twee horloges, een Rolex Explore II, serienummer onbekend en een Audemars Piguet, Royal Oak Offshore, serienummer [nummer] . De opkoper maakte gebruik van het telefoonnummer: [telefoonnummer] .
[naam] sprak met de opkoper af bij “De Kolk”. De opkoper had tegen [naam] gezegd dat hij niet zelf kwam om het horloge op te halen, hij zou daar iemand voor sturen. De horloges werden op 4 augustus 2020 rond 21.30 uur opgehaald door een man en een vrouw in een blauwe BMW. [59]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] staat onder de naam “ [naam] ” in de contactenlijst van de telefoon van verdachte. De gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft via WhatsApp contact opgenomen met [naam] en haar man over de aankoop van twee horloges. Deze horloges zijn vermoedelijk opgehaald door verdachte. [60]
De iPhone A1723 van verdachte straalde op 4 augustus 2020 om 21:42 uur aan op de [straatnaam] in Amersfoort. Dit is op dezelfde datum en rond hetzelfde tijdstip dat het horloge is opgehaald op het parkeerterrein bij de Kolk in Amersfoort. De [straatnaam] is in de nabijheid van het adres waar de horloges door [naam] zijn afgegeven aan de man en de vrouw in een blauwe BMW. [61]
Feiten 8 en 9
Aangever [benadeelde partij 8]
Aangeefster [benadeelde partij 8] uit Soest is op 13 augustus 2020 thuis gebeld door een man die zich voorstelde als de heer [naam] van de fraudehelpdesk van de ABN AMRO bank. De man vroeg [benadeelde partij 8] om haar mobiele telefoonnummer. Terwijl [benadeelde partij 8] met de man in gesprek was, ontving zij op haar mobiele telefoon een SMS-bericht met de tekst: “U bent op dit moment telefonisch in gesprek met dhr [naam] van ABN AMRO te Amsterdam”. De man gaf aan dat er problemen waren met haar bankrekening. De man vertelde [benadeelde partij 8] dat er onder andere een dubieuze overboeking van 500 euro was en dat er een aanvraagformulier voor een verhuizing van Soest naar Deventer was. De man zei tegen [benadeelde partij 8] dat zij haar geld veilig moest stellen. Vervolgens ontving [benadeelde partij 8] een SMS-bericht, waarin stond dat zij 7.720 euro over moest maken vanaf haar spaarrekening naar haar betaalrekening. Vervolgens stuurde de man haar twee keer een SMS-bericht met het over te maken bedrag. De man gaf aan [benadeelde partij 8] rekeningnummer [bankrekeningnummer] , ten namen van [naam] . Hierop maakte [benadeelde partij 8] een bedrag van 3.950 euro over. Daarna gaf de man de instructie om op het rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van [bedrijfsnaam] een bedrag van 4.250 euro te storten. De man vertelde dat bovengenoemde rekeningen zogenaamde veiligheidsrekeningen waren. [62]

[naam]

Op 13 augustus 2020 is een bedrag van 3.950 euro gestort op de bankrekening van [naam] . Dat was de helft van het aankoopbedrag van een Rolex horloge dat [naam] via Marktplaats had verkocht. [63]

[bedrijfsnaam]

Op 13 augustus 2020 is telefonisch een Breitling horloge ter waarde van 4.300 euro gekocht bij [bedrijfsnaam] te Apeldoorn. De koper gaf aan [naam] te zijn genaamd [benadeelde partij 8] , wonende te [woonplaats] , aan het [straatnaam] . Tevens gaf de persoon aan dat het horloge door zijn ouders zou worden opgehaald. Door [bedrijfsnaam] is vastgesteld dat er op 13 augustus 2020 een bedrag van 4.250 euro was gestort door [benadeelde partij 8] voor de betaling van het horloge. Omstreeks 16.50 uur die dag verschenen vervolgens een man en een vrouw bij de juwelier die het bestelde horloge kwamen ophalen. De man heeft contant nog 50 euro betaald om aan het bedrag van 4.300 euro te komen. [64]
De politie heeft op de beveiligingsbeelden van [bedrijfsnaam] verdachte en zijn vriendin [naam] herkend als de man en de vrouw die het horloge hebben opgehaald. [65]

Bewijsoverwegingen

Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte betrokken is geweest bij de oplichting van aangevers [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 6] , [benadeelde partij 7] , het gebruiken van een valse ID op naam van [benadeelde partij 1] en het witwassen van een geldbedrag van in totaal € 122.746,00 door de aanschaf van luxe goederen.
De verklaring van verdachte dat hij niet wist dat de goederen waren betaald met geld afkomstig van oplichting, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Verdachte heeft op verschillende adressen dure horloges en hardware opgehaald. Bij het in ontvangst nemen van de goederen heeft verdachte niet zijn eigen naam gebruikt, maar de naam van de aangevers of een andere naam. Ook heeft verdachte een valse ID gebruikt met daarop een foto van verdachte en de naam van [benadeelde partij 1] . Op de telefoon van verdachte is een foto van een SEPA-overschrijving van één van de aangevers en meerdere foto’s van onder andere Rolex horloges en valse ID’s met daarop een foto van verdachte en onder andere de namen van medeverdachte [medeverdachte] en aangever [benadeelde partij 6] aangetroffen. Ook is in de contactenlijst op de telefoon van verdachte het telefoonnummer + [telefoonnummer] aangetroffen. Met dit telefoonnummer is aangever [benadeelde partij 7] gebeld. Het telefoonnummer is ook een aantal keren gebruikt bij de koop van horloges. Uit deze feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte in ieder geval willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij meewerkte aan een vermogensdelict als oplichting en opzet daarop had.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat verdachte pas na voltooiing van de oplichting een voorwerp heeft opgehaald. De wederrechtelijke bevoordeling was pas voltooid met het in ontvangst nemen van de goederen. Verdachte heeft er dan ook actief aan bijgedragen om het geld uit de beschikkingsmacht van de aangevers te krijgen.
Verdachte heeft erkend dat hij meerdere keren goederen heeft opgehaald. Hiermee heeft verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte gemaakt, door de van misdrijven afkomstige geldbedragen om te zetten in luxe goederen, terwijl hij wist dat deze geldbedragen van misdrijf afkomstig waren.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict moet van voldoende gewicht zijn. (Vgl. Hoge Raad 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474)
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de rol van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten het volgende af.
Deze wijze van oplichting vergt een planmatige aanpak, intensieve samenwerking en duidelijke afstemming tussen de daarbij betrokken personen. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat verdachte heeft deelgenomen aan dit samenwerkingsverband en daarin zijn eigen taak had, die cruciaal was voor het voltooien van de oplichting. Onder andere de korte tijd tussen het overmaken van het geld en het afhalen van de goederen wijst erop dat verdachte in nauw contact met zijn mededaders stond en nauw met hen samenwerkte om het oplichtingstraject succesvol uit te voeren. Er was derhalve sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.
De handelingen van verdachte waren voorts van voldoende gewicht. Om het voordeel zeker te stellen was noodzakelijk dat verdachte, in nauwe overleg met zijn mededaders precies op het juiste moment de goederen in ontvangst nam, waarbij hij zich bovendien bediende van een valse identiteit. De handelingen van verdachte vormden daarbij een noodzakelijke en wezenlijke schakel voor het bereiken van het einddoel van de oplichting en het witwassen van de opbrengsten.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de feiten 1., 2., 3., 4., 5., 6., 7., 8. en 9. wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
Feit 3.
De raadsman heeft ter zitting betoogd dat nu niet alle bestanddelen van artikel 231 Sr tenlastegelegd zijn, een bewezenverklaring van het tenlastegelegde geen strafbaar feit in de zin van artikel 231 Sr.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 3. het volgende:
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat artikel 231 Sr ten opzichte van artikel 225 Sr een specialis is in de zin van artikel 55, tweede lid, Sr. Het openbaar ministerie had de tenlastelegging daarom moeten toesnijden op artikel 231 Sr. Nu de tenlastelegging is gebaseerd op artikel 225 Sr levert het bewezen verklaarde geen strafbaar feit op. De verdachte dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8. en 9. wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij op 29 juni 2020, te Kimswerd tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een groot geldbedrag van in totaal 46.597,- euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- zich voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de ABN Amro bank,
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 1] – zakelijk weergegeven – gewezen op een door de
ABN Amro gestuurd SMS-bericht van ABN Amro fraudehelpdesk welke was voorzien van het niet-bestaande nummer [nummer] en gevraagd of die [benadeelde partij 1] 2.400 euro naar Polen had overgemaakt en die [benadeelde partij 1] meegedeeld dat criminelen nog steeds probeerden geld van zijn bankrekening over te boeken naar een andere bankrekening en
- die [benadeelde partij 1] verzocht al zijn geld over te boeken naar een kluisrekening en
- die [benadeelde partij 1] medegedeeld dit geld één dag op deze kluisrekening moest blijven staan en dat het geld de volgende dag weer zou worden teruggeboekt naar zijn rekening, zodat zijn geld veilig stond en
- vervolgens de rekeningnummers en namen gedicteerd aan die [benadeelde partij 1] , waardoor die [benadeelde partij 1] telkens werd bewogen tot bovengenoemd afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 1] geld overgeboekt naar onder meer de rekeningen:
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] , BIC: RABONL2U, Naam:
[bedrijfsnaam] ,Transactiedatum 29 juni 2020. Bedrag 1,00 euro en
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking. IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC:
INGBNL2A.
Naam: [bedrijfsnaam] . Omschrijving: 2020030-ROLEXHULK. Transactiedatum 29
juni 2020. Bedrag 14.000,00 euro en
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC: RABONL2U. Naam:
[bedrijfsnaam] .Omschrijving: 20200436/855. Transactiedatum 29 juni 2020.
Bedrag 7.396,00 euro en
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] BIC: INGBNL2A.
Naam: [bedrijfsnaam] , Omschrijving: 0097 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 6.700,00 euro en
- [bedrijfsnaam] SEPA Overboeking. IBAN: [bankrekeningnummer] . BIC: RABONL2U.
Naam: [bedrijfsnaam] Omschrijving: 326933 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 18.000,00 euro en
- [medeverdachte] SEPA Overboeking IBAN: [bankrekeningnummer] BIC: ASNBNL21
Naam: [medeverdachte] Omschrijving: 1166 Transactiedatum 29 juni 2020
Bedrag 500,00 euro;
2
hij op 29 juni 2020, te Deventer tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 2] , althans webshop genaamd [bedrijfsnaam] heeft bewogen tot de afgifte van een horloge, van het merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , ter waarde van 14.000 euro,
hebbende verdachte en verdachtes mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- die [benadeelde partij 2] , via de webshop [bedrijfsnaam] , benaderd met de naam [medeverdachte] en vervolgens gemaild, met mailadres [mailadres] en vervolgens die
[benadeelde partij 2] medegedeeld, dat hij een erfenis had gehad en van dat geld graag het horloge, merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , welk horloge op de website [bedrijfsnaam] stond, wilde kopen en
- daartoe het aankoopbedrag van 14.000 euro laten overmaken naar de rekening ten name van [bedrijfsnaam] en
- aangegeven dat dat horloge bij zijn vader, dhr. [benadeelde partij 1] , wonende [straatnaam] te Arnhem, moest worden afgeleverd, waarna die [benadeelde partij 2] naar verdachte op voornoemd adres is gegaan, waarbij verdachte zich voorstelde als te zijn [benadeelde partij 1] , vader van [medeverdachte] en
waarbij hij, verdachte, een Identiteitsbewijs, op naam van [benadeelde partij 1] , heeft getoond aan die [benadeelde partij 2] ,
waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft
die [benadeelde partij 2] voornoemd horloge afgegeven aan verdachte;
4
hij op 18 juni 2020 te Oudorp, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 3] heeft bewogen tot de afgifte van een groot geldbedrag van in totaal 10.160 euro hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de ING bank te Amsterdam, Afdeling Fraudehelpdesk,
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 3] – zakelijk weergegeven – er op gewezen dat er was geconstateerd dat er verdachte transacties vanaf haar bankrekening naar een bankrekening in Duitsland werden gedaan en aan die [benadeelde partij 3] gevraagd of zij op de hoogte was van deze transacties en gevraagd of zij de afgelopen tijd SMS-berichten had ontvangen van de bank en die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat de bank deze dag meer meldingen had ontvangen betreffende vreemde verdachte transacties en
- die [benadeelde partij 3] verzocht haar geld over te maken naar een digitale kluis en
- die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat zij bij de "omschrijving" van deze overschrijvingen codes moest vermelden en dat zij die codes goed moest bewaren omdat deze codes nodig waren om het geld terug te storten en
- die [benadeelde partij 3] medegedeeld dat haar geld die dag tussen 18:00 uur en 19:00 uur zou worden teruggestort, waardoor die [benadeelde partij 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 3] haar geld, in twee bedragen, te weten een bedrag van 5.750 euro en een bedrag van 4.410 euro, overgeboekt naar de bankrekening [bankrekeningnummer] 06 op naam van [bedrijfsnaam] Omschrijving: V13317101B1X1 WART en Omschrijving: AB2030161C1S1;
5
hij op 16 juli 2020 te Hoogezand tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] heeft bewogen tot de afgifte van een groot geldbedrag van in totaal 24.390,- euro hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de ABN AMRO bank te Amsterdam
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] – zakelijk weergegeven – er op gewezen dat er was geconstateerd dat criminelen op hun rekening bezig waren om er geld af te halen en dat zij de rekening wilden blokkeren en
- die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] verzocht de rekening te splitsen en naar een andere rekening over te schrijven om dit veilig te stellen en
- die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] via SMS berichten instructies gegeven hoe het geld moest worden overgeboekt en
- die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] medegedeeld – zakelijk weergegeven – dat zij de persoonlijke codes goed moesten bewaren en zij de stappen van de adviseur moesten volgen, waardoor die [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] werden bewogen tot bovengenoemd afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 4] het geld overgeboekt naar onder meer de bankrekeningen:
- [bedrijfsnaam] [bankrekeningnummer] . Bedrag 14.000 euro. Persoonlijke code: GMT Master 2 en
- [bedrijfsnaam] . [bankrekeningnummer] . Bedrag 10.390 euro persoonlijke code: Datejust Rhodium;
6
hij op 29 juli 2020 te Broek op Langedijk tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 6] heeft bewogen tot de afgifte een groot
geldbedrag van in totaal 7.000 euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders zich met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de ABNAMRO bank en
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 6] – zakelijk weergegeven – er op gewezen dat hij zijn geld veilig moest stellen en dat de ABNAMRO bank bezig was met een groot fraudeonderzoek en er van diverse rekeningen ongevraagd geld werd afgehaald en overgeschreven zonder dat klanten daarvan op de hoogte waren en
- die [benadeelde partij 6] medegedeeld hij blij mocht zijn dat hij door hen werd gebeld om hem te helpen zodat hij geen slachtoffer zou worden van deze fraude en
- die [benadeelde partij 6] op zijn mobiele telefoon SMS-berichten uit naam van de ABN AMRO bank gestuurd waarin stond dat hij stappen moest volgen welke door de adviseur hem telefonisch zouden worden doorgegeven, waardoor die [benadeelde partij 6] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 6] 7.000 euro overgeboekt naar de bankrekening [bankrekeningnummer] , ten name van [bedrijfsnaam] bvn190 en de omschrijving [benadeelde partij 6] -16233 rolex;
7
hij op 4 augustus 2020 te Veldhoven, in de gemeente Veldhoven, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 7] heeft bewogen tot de afgifte van een groot geldbedrag van in totaal 163.981 euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders zich met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de Rabobank, fraudedesk uit Amsterdam en
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat er een ongebruikelijke transactie had plaatsgevonden en dat er nog meer transacties zouden plaatsvinden en dat hij een en ander op het spoor was en uit kwam op een adres in Polen en
- dat die [benadeelde partij 7] geld kwijt zou kunnen raken en
- die [benadeelde partij 7] geadviseerd om zijn geld naar meerdere andere veilige bankrekeningen over te maken en
- die [benadeelde partij 7] SMS berichten met instructies gestuurd en die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat hij de SMSjes goed moest bewaren omdat in die SMSjes een code stond die die [benadeelde partij 7] later nodig zou hebben bij de bank en
- zich vervolgens voorgedaan als een medewerker van de ING-bank en
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 7] medegedeeld dat hij contact had gehad met de medewerker van de Rabobank en adviseerde om ook geld over te maken naar een andere veilige rekening bij de ING,
waardoor die [benadeelde partij 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 7] geld overgeboekt naar onder meer de bankrekeningen:
- 9.000 euro overgemaakt naar [naam] . reknr. [bankrekeningnummer] :
omschrijving code submariner [benadeelde partij 7] . vanaf rekeningnummer: [bankrekeningnummer] en
- 33.500 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] : omschrijving code 3881J [benadeelde partij 7] . vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en
- 7.250 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] : omschrijving code Datejust [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en
- 5.746 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 9011, vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en
- 32.500 euro naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code AP [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer bouwdepot en
- 10.500 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 116610LN, vanaf rekeningnummer bouwdepot en
- 27.750 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code GMT, vanaf rekeningnummer bouwdepot en
- 27.750 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] ,omschrijving code AP [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en
- 4.995 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 2119 [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] en
- 4.990 euro, naar [naam] , reknr. [bankrekeningnummer] , omschrijving code 2110 [benadeelde partij 7] , vanaf rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
8
hij op 13 augustus 2020 te Soest tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 8] heeft bewogen tot de afgifte van een groot geldbedrag van in totaal 8.200 euro, hebbende verdachte en/of verdachtes mededaders met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid telefonisch
- zich voorgedaan als dhr. [naam] , zijnde een medewerker van de ABN AMRO bank, Fraudehelpdesk uit Amsterdam en
- in die hoedanigheid die [benadeelde partij 8] naar zijn mobiele telefoonnummer gevraagd en die [benadeelde partij 8] vervolgens een SMS-bericht gestuurd met de tekst: “'U bent op dit moment telefonisch in gesprek met dhr. [naam] van ABN AMRO te Amsterdam. Met vriendelijke groet, Fraudehelpdesk ABN AMRO te Amsterdam [nummer] ” en
- die [benadeelde partij 8] medegedeeld –zakelijk weergegeven- dat er problemen waren met haar bankrekening en dat er een dubieuze overboeking van 500 euro was gedaan en dat er een aanvraagformulier was van een verhuizing van Soest naar Deventer en dat zij haar geld veilig moest stellen en
- die [benadeelde partij 8] een SMS-bericht gestuurd – zakelijk weergegeven – dat zij 7.720,- euro over moest maken vanaf haar spaarrekening naar haar betaalrekening en
- die [benadeelde partij 8] vervolgens nog twee SMS-berichten gestuurd met instructies hoe en op welke rekeningen het geld moest worden overgemaakt,
waardoor die [benadeelde partij 8] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte, immers heeft die [benadeelde partij 8] geld overgeboekt naar de bankrekeningen:
- 3.950 euro naar [naam] , rekeningnummer [bankrekeningnummer] 78 en/of
- 4.250 euro naar [bedrijfsnaam] , rekeningnummer [bankrekeningnummer] ;
9
hij op meer tijdstippen in de periode van 18 juni 2020 tot en met 13 augustus 2020, onder meer te Nijmegen en te Deventer en te Duiven en te Wageningen en te Diepenveen en te Maastricht en te Amersfoort en te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben verdachte en/of zijn medeverdachten in genoemde periode telkens geldbedragen te weten in totaal 122.746 euro verworven, overgedragen en/of omgezet, althans telkens van die geldbedragen gebruik gemaakt door de aanschaf van luxe goederen, te weten onder meer op
- 18 juni 2020 te Nijmegen, bij [bedrijfsnaam] , 2 Breitling horloges ter waarde van (in totaal) 10.160 euro en
- 29 juni 2020, te Deventer, en Arnhem, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] SEPA, een horloge van het merk Rolex, type Submariner Date "Hulk" [nummer] , ter waarde van 14.000 euro en
- 29 juni 2020, te Duiven, bij het [bedrijfsnaam] , 4 Microsoft Surface tablet/laptops,
2 Microsoft Surface Books 2, 15 inch, ter waarde van 2.549 euro per stuk en een Surface Pro 6, met een Intel Core i7 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, ter waarde van 1.299 euro en
een Surface Pro 6, met een Intel Core i5 en 256 GB SSD en 8Gb RAM, ter waarde van 999 euro en
- 16 juli 2020, te Wageningen, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een Rolex Datejust, ter waarde van 10.390 euro en
- 16 juli 2020, te Diepenveen, bij [bedrijfsnaam] een horloge, merk Rolex, ter waarde van 14.000 euro en
- 29 juli 2020, te Maastricht, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een horloge, merk Rolex, ter waarde van 7.000 euro en
- 4 augustus 2020, te Amersfoort, van [naam] , 2 horloges, merk Rolex Explore II en een Audemars Piquet, Royal Oak Offshore, serie nummer [nummer] , ter waarde van in totaal 55.500 euro en
- 13 augustus 2020 te Apeldoorn, bij het bedrijf [bedrijfsnaam] , een horloge, merk Breitling, ter waarde van 4.300 euro,
terwijl hij en zijn mededaders wisten, althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
2. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
4. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
5. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
6. Medeplegen van oplichting.
7. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
8. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
9. Medeplegen van een gewoonte te maken van het plegen van witwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft forse matiging van de eis bepleit, indien de rechtbank komt tot strafoplegging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte moet worden gezien als een katvanger. Verdachte was verslaafd en heeft behalve wat shotjes heroïne niets overgehouden aan zijn rol in deze zaak. Gelet daarop is de raadsman van oordeel dat moet worden aangesloten bij de richtlijn strafvordering opzetwitwassen van het OM (2015RO52), waarbij katvangers in de lichtste categorie vallen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de rapportage de reclassering en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in de maanden juni, juli en augustus 2020 meerdere malen schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en medeplegen van witwassen.
Door middel van spoofing zijn de slachtoffers bewogen om grote geldbedragen over te maken naar zogenaamde “kluisrekeningen”. In werkelijkheid maakten de slachtoffers het geld over naar bonafide bedrijven of handelaren in dure horloges en computer hardware. Verdachte was een belangrijke en onmisbare schakel in het op grote schaal oplichten van de slachtoffers door het ophalen van deze dure goederen bij de bedrijven en handelaren. Uit de aangiftes en vorderingen tot schadevergoeding, blijkt dat de slachtoffers, veelal oudere mensen met deels een broze gezondheid, erg zijn aangedaan. Hun vertrouwen in de medemens is sterk aangetast. Daarnaast hebben zij financiële schade geleden.
Verdachtes aandeel in de oplichting is, anders dan is aangevoerd, naar het oordeel van de rechtbank allerminst gering geweest. Hoewel het niet aannemelijk is dat verdachte de persoon is geweest die de slachtoffers heeft opgebeld of die de dure goederen heeft besteld, was zijn taak echter cruciaal voor het voltooien van de oplichting die moest leiden tot het verkrijgen van de bestelde goederen. Hij was daarmee een onmisbare en belangrijke schakel in het op grote schaal benadelen van de slachtoffers.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten.
De reclassering meldt in haar rapport d.d. 18 mei 2021 dat verdachte al lang verslaafd is aan harddrugs, en daardoor ook in financiële problemen is geraakt. Daarnaast is bij verdachte sprake van ADHD-problematiek. In aanloop naar de inhoudelijke behandeling van deze strafzaak is verdachte uit de voorlopige hechtenis geschorst, met verschillende bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht, een verplichting tot deelname aan een leefstijltraining, een verplichting tot meewerken aan ambulante behandeling en een drugsverbod. Verdachte heeft genoemde bijzondere voorwaarden, één of meerdere keren overtreden. De reclassering heeft geadviseerd om de schorsing op te heffen. De officier van justitie heeft geen vordering tot opheffing van de schorsing ingediend omdat verdachte, hoewel gesignaleerd, niet is aangehouden. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet thans geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen. De rechtbank deelt dit standpunt.
Vastgesteld moet worden dat verdachte uit onmacht of uit onwil de in de schorsing geboden gelegenheid om zijn leven een andere wending te geven niet heeft benut.
De ernst van de door verdachte gepleegde feiten rechtvaardigt een gevangenisstraf van langere duur. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend. De rechtbank legt aan verdachte op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden. Daarnaast ziet de rechtbank aanleiding ambtshalve de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen, nu verdachte de schorsingsvoorwaarden heeft overtreden.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [benadeelde partij 1] , tot een bedrag van € 28.579,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Ter zitting van 1 juni 2021 heeft de benadeelde partij zijn vordering ingetrokken, nu de benadeelde partij door de ABN AMRO bank schadeloos is gesteld;
2. ING Bank N.V., tot een bedrag van € 34.371,10 ter vergoeding van materiële, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 3] , tot een bedrag van € 10.160,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 4] , tot een bedrag van € 24.390,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Ter zitting van 1 juni 2021 heeft de benadeelde partij zijn vordering ingetrokken, nu de benadeelde partij door de ABN AMRO bank schadeloos is gesteld;
4. [benadeelde partij 6] , tot een bedrag van € 7.000,00 ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 3.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
5. [benadeelde partij 7] , tot een bedrag van € 12.237,00 ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 10.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen op het volgende standpunt gesteld:
1. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] wordt niet gehandhaafd en leent zich dus niet voor toewijzing;
2. De vordering van de benadeelde partij ING Bank N.V. moet niet-ontvankelijk worden verklaard, nu deze vordering betrekking heeft op strafbare feiten die niet aan verdachte ten laste zijn gelegd;
3. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] is voldoende onderbouwd en kan hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
4. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] wordt niet gehandhaafd en leent zich dus niet voor toewijzing;
5. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] kan ten aanzien van de materiële schade geheel hoofdelijk worden toegewezen. De gevorderde immateriële schade is te hoog. Een bedrag van € 500,00 is redelijk en kan hoofdelijk worden toegewezen;
6. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] moet ten aanzien van de materiële schade niet-ontvankelijk worden verklaard, nu er onvoldoende rechtstreeks verband is het bewezen verklaarde. De gevorderde immateriële schade is te hoog. Een bedrag van € 1.000 is redelijk en kan hoofdelijk worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
1.De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] wordt niet gehandhaafd, daarmee vervalt deze vordering;
2. De vordering van de benadeelde partij ING Bank N.V. kan niet-ontvankelijk worden verklaard bij ontbreken van rechtstreeks verband met enig bewezen te verklaren feit, subsidiair bij gebrek aan voldoende onderbouwing;
3. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Primair op de grond dat een rechtstreeks verband met enig bewezen te verklaren feit ontbreekt en subsidiair op de grond dat verondersteld kan worden dat derden, gelet op de coulanceregeling bij spoofing, vergoeding van deze schade zouden kunnen overnemen;
4. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] wordt niet gehandhaafd, daarmee vervalt deze vordering;
5. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Primair op de grond dat een rechtstreeks verband met enig bewezen te verklaren feit ontbreekt. Subsidiair op de grond dat verondersteld kan worden dat derden, gelet op de coulanceregeling bij spoofing, vergoeding van deze schade zouden kunnen overnemen;
De vordering met betrekking tot de immateriële schade dient eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard.
6. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Primair op de grond dat een rechtstreeks verband met enig bewezen te verklaren feit ontbreekt.
De vordering met betrekking tot de immateriële schade dient eveneens niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Oordeel van de rechtbank
1. Nu de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] is ingetrokken, zal de rechtbank hier geen beslissing op nemen.
2. De vordering van de benadeelde partij ING Bank N.V. heeft betrekking op een strafbaar feit dat niet is vermeld op de tenlastelegging, zodat de bewezenverklaring hierop evenmin betrekking heeft. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk is.
3. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [benadeelde partij 3] de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 4. bewezen verklaarde. Nu niet is gebleken dat de schade door derden is vergoed zal de vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, worden toegewezen tot het bedrag van € 10.160,00 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 juni 2020.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte hoofdelijk veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
4. Nu de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] is ingetrokken, zal de rechtbank hier geen beslissing op nemen.
5. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [benadeelde partij 6] de gestelde materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 6. bewezen verklaarde. Nu niet is gebleken dat de schade door derden is vergoed zal de vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, worden toegewezen tot het bedrag van € 7.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 juli 2020.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van € 3.000,00 immateriële schade gevorderd. Voor toewijzing van een vordering als deze is op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) noodzakelijk dat de benadeelde partij ‘op andere wijze in zijn persoon is aangetast’. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst, onzekerheid, schrik, machteloosheid vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte hoofdelijk veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
6. De benadeelde partij [benadeelde partij 7] heeft € 12.237,00 materiële schade gevorderd, wegens annulering van de aankoop van een chalet. Naar het oordeel van de rechtbank is de door de benadeelde partij gestelde materiële schade geen rechtstreekse schade als gevolg van het onder feit 7. bewezen verklaarde. De benadeelde partij zal in dit deel van de vordering daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van € 10.000,00 immateriële schade gevorderd. Voor toewijzing van een vordering als deze is op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) noodzakelijk dat de benadeelde partij ‘op andere wijze in zijn persoon is aangetast’. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van angst, onzekerheid, schrik, machteloosheid vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het navigatiesysteem en het geld kunnen worden teruggegeven aan verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht tot teruggave van beide in beslag genomen voorwerpen. Ten aanzien van het geld heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte een bedrag van € 900,00 onder zich had van zijn toenmalige schoonvader en dat niet kan worden vastgesteld dat het geld voldoet aan een van de in artikel 33a Sr. opgesomde voorwaarden. Ten aanzien van het navigatiesysteem kan worden toegegeven dat dit kennelijk is gebruikt om naar een juwelier te navigeren. De raadsman is van mening dat dit niet een zodanige nauw verband met het tenlastegelegde oplevert, dat verbeurdverklaring van het navigatiesysteem in de rede ligt.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de in beslag genomen Tom Tom navigatie vatbaar voor verbeurdverklaring, nu dit een voorwerp betreft met betrekking tot welke het feit is begaan en deze toebehoort aan verdachte. Het geldbedrag van € 927,20 dient te worden teruggeven aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 56, 57, 326, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 3. ten laste gelegde bewezen als voormeld maar niet te zijn een strafbaar feit en ontslaat verdachte ter zake van alle rechtsvervolging.
Verklaart het onder 1., 2., 4., 5., 6., 7., 8. en 9. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft de schorsing van de voorlopige hechtenis op.
Ten aanzien van 18/207510-20:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
ING Bank N.V.af.
Bepaalt dat deze benadeelde partij haar eigen kosten draagt.
Ten aanzien van 18/207510-20, feit 4.:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 3]toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat voor zover verdachte of een mededader betaalt, de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
10.160,00(zegge: tienduizend honderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2020.
Veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat voor zover verdachte of een mededader betaalt, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] , te betalen een bedrag van € 10.160,00 (zegge: tienduizend honderdzestig euro), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2020. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 85 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte of een mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte of een mededader aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/207510-20, feit 6.:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 6]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat voor zover verdachte of een mededader betaalt, de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 7.000,00(zegge: zevenduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2020.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6] voor het overige af.
Veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat voor zover verdachte of een mededader betaalt, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 6] , te betalen een bedrag van € 7.000,00 (zegge: zevenduizend euro), te verhogen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2020. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling voor de duur van 70 dagen worden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte of een mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 6] , daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte of een mededader aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Ten aanzien van 18/207510-20, feit 7.:
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 7]ten aanzien van de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 7]ten aanzien van de gevorderde immateriële schade af.
Bepaalt dat deze benadeelde partij de eigen kosten draagt.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen navigatie TomTom.

Bepaalt dat het geldbedrag van € 927,20 moet worden teruggeven aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands, voorzitter, mr. M. Brinksma en
mr. K.A. de Groot, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2021.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt en bevinden zich, tenzij anders aangegeven, in het proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423 inzake verdachte [verdachte] (hierna PV 1), doorgenummerd van pagina 1 tot en met 520, gesloten op 2 april 2021 en in het proces-verbaal met nummer PL0100-202017443 inzake verdachte [medeverdachte] (hierna PV 2), doorgenummerd van pagina 1 tot en met 422, gesloten op 16 maart 2021.
2.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 15 oktober 2020, pagina 508 (PV 1).
3.Het proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juli 2020, pagina’s 14 tot en met 17 (PV 1)
4.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juli 2020, pagina’s 26 tot en met 29 (PV 1).
5.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juli 2020, pagina 51 (PV 1)
6.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 15 augustus 2020, pagina’s 495 en 496 (PV 1).
7.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2021, pagina 397. (PV 1)
8.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 15 oktober 2020, pagina 508 (PV 1)
9.Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 4 augustus 2020, pagina’s 62 tot en met 64 (PV 1).
10.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 augustus 2020, pagina 75 (PV 1).
11.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 15 oktober 2020, pagina 510 (PV 1).
12.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2020, pagina 26 (PV 2).
13.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2020, pagina 29 (PV 2).
14.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2020, pagina 39 (PV 2).
15.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 augustus 2020, pagina 44 (PV 2).
16.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2020, pagina 47 (PV 2).
17.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 25 juni 2020, pagina’s 97 tot en met 99 (PV 1).
18.Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 1 juli 2020, pagina’s 107 en 108 (PV 1).
19.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2020, pagina 118 (PV 1).
20.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juli 2020, pagina’s 121 tot en met 123 (PV 1).
21.Een proces-verbaal verhoor aangever d.d. 20 juli 2020, pagina’s 133 tot en met 135 (PV 1).
22.Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 9 september 2020, opgenomen op pagina 161 tot en met 165 (PV 1).
23.Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 29 augustus 2020, pagina’s 145 en 146 (PV 1).
24.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2020, pagina 160 (PV 1).
25.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 1 augustus 2020, pagina 166 en 167 (PV 1).
26.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2021, pagina 180 (PV 1).
27.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 februari 2021, pagina 397. (PV 1)
28.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 september 2020, pagina 174 (PV 1).
29.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 september 2020, pagina 178 (PV 1).
30.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 15 oktober 2020, pagina 509 (PV 1).
31.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 6 augustus 2020, pagina’s 227 en 228 (PV 1).
32.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 augustus 2020, pagina’s 331 en 332 (PV 1).
33.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2020, pagina 397 (PV 1).
34.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 26 mei 2021, opgenomen op blad 6 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423-83.
35.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
36.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
37.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2020, pagina 345 (PV 1).
38.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 26 mei 2021, opgenomen op blad 6 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423-83.
39.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
40.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
41.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2020, pagina 317 (PV 1).
42.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 13 augustus 2020, pagina’s 356 tot en met 359 (PV 1).
43.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2020, pagina 397 (PV 1).
44.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 26 mei 2021, opgenomen op blad 6 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423-83.
45.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
46.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
47.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 augustus 2020, opgenomen op pagina 339 en 340 (PV 1).
48.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2020, pagina 397 (PV 1).
49.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 26 mei 2021, opgenomen op blad 6 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423-83.
50.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
51.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2020, pagina 317 (PV 1).
52.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2020, pagina 367 (PV 1).
53.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2020, pagina 397 (PV 1).
54.Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 26 mei 2021, opgenomen op blad 6 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0100-2020174423-83.
55.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
56.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2020, pagina 301 en 302 (PV 1).
57.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 augustus 2020, pagina 372 en 373 (PV 1).
58.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2020, pagina 317 (PV 1).
59.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 augustus 2020, pagina’s 250 en 251 (PV 1).
60.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2020, pagina 397 (PV 1).
61.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 september 2020, pagina 257 (PV 1).
62.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2020, opgenomen op pagina’s 192 tot en met 194 (PV 1).
63.Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 12 november 2020, opgenomen op pagina 208 en 209 (PV 1).
64.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2020, opgenomen op pagina 217 en 218 (PV 1).
65.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2021, opgenomen op pagina 224 (PV 1).