In de PB van 1 april 2021 is met betrekking tot de in de Groene Ster voorkomende broedvogels onder meer het navolgende vermeld.
In de opgaande beplanting en op de met ruigte begroeide oevers binnen het plangebied is een aantal broedvogels te verwachten waarvan de soorten niet jaarrond beschermd zijn. Tijdens de broedvogelinventarisatie in 2019 zijn van 51 vogel-soorten één of meer territoria in De Groene Ster vastgesteld. Met name vogels van bossen en parken en water- en moerasvogels zijn vertegenwoordigd in het plangebied. Het betreft voor-namelijk algemene broedvogels, maar ook zijn enkele territoria van schaarsere soorten vast-gesteld, zoals blauwborst (1), spotvogel (2), koekoek (1) en roerdomp (3). Met name de roer-domp is een verstoringsgevoelige broedvogel. Van de roerdomp was niet zeker of de soort
ook daadwerkelijk broedt in het plangebied, omdat geen nest was vastgesteld (Kroezen, 2019). Daarom is in 2020 een nader onderzoek naar roerdomp uitgevoerd. Daarbij is één nest van deze soort aangetroffen aan de zuidzijde van het plangebied. Bij veruit de meeste soorten gaat het echter om algemene en weinig verstoringsgevoelige soorten, hetgeen gezien de hoge recreatiedruk in het plangebied niet verwonderlijk is.
In de afgelopen jaren is bij verschillende muziekevenementen in kaart gebracht of negatieve effecten op broedvogels optreden. Zo heeft Tauw (Reimerink & [naam 2] , 2018) bij verschillende ééndaagse muziekfestivals voor en na het festival broedvogels gekarteerd en in een aantal gevallen ook tijdens het festival in beeld gebracht of effecten op broedende vogels optreden. Hierbij werd vastgesteld dat bij geen van de festivals die over het algemeen een dag duurden negatieve effecten op broedvogels optraden. In geen geval werden bezette nesten met jongen verlaten. Ook bleven de vogels tijdens de festivals broeden, zingen en foerageren (Reimerink & [naam 2] , 2018). Ook Krijgsveld e.a. (2012) komen op grond van broedvogelmonitoring tijdens het dancefestival Amsterdam Open Air tot de conclusie dat het tweedaagse muziekfestival niet heeft geleid tot verlating van het nest. Oudega (2012) en De Vries (2014 en 2015) vonden eveneens geen negatieve effecten op broedvogels voor respec-tievelijk het Fusion of Dance festival in Zwolle en het Pussy Lounge festival in Breda. In het
plangebied is broedvogelmonitoring uitgevoerd in verband met het Promised Land festival in 2016 en 2017 (Schat, 2016; [naam 8] , 2017ab) en ook hierbij werd geen negatief effect op de aanwezige broedvogels vastgesteld. In 2018 werd bij broedvogelmonitoring in verband met Conference of the Birds en WttV eveneens geen negatief effect op aanwezige broed-vogels aangetoond ( [naam 8] , 2019f). Alleen na het Promised Land-festival in 2018 is bij drie vogels een verhoogde zangpiek (vink, houtduif en zwartkop) waargenomen op het festivalterrein na afloop van het evenement. Dit kan duiden op verstoring van een broedgeval tijdens het muziekevenement ( [naam 8] , 2019e). Ook in 2019 zijn de eventuele effecten van de evenementen op broedvogels onderzocht voor de twee festivals Promised Land en WttV ( [naam 8] , 2019a en 2019c). Al met al zijn er veel broedvogelonderzoeken uitgevoerd die aantonen dat muziekfestivals niet leiden tot het verlaten van bezette nestplaatsen.
Hille Ris Lambers et al. (2009) geven echter aan dat negatieve effecten op vogels door verstoring door evenementen wel aan de orde kunnen zijn tijdens de periode dat vogels een nest bouwen, eieren leggen of als de eieren nog niet allemaal zijn uitgekomen. In die periode verlaten de vogels het nest nog relatief snel, omdat zij nog relatief weinig hebben geïnves-teerd in het nest. Evenementen vroeg in het broedseizoen kunnen daarom wel schadelijk zijn
voor broedvogels.
Als gevolg van de evenementen worden geen nestplaatsen van ransuil vernietigd. Ransuilen broeden in de periode van half februari tot eind juli (www.sovon.nl). In deze periode dient ook verstoring te worden voorkomen die ertoe leidt dat een nestplaats wordt verlaten. Hierbij is belangrijk dat ransuilen net als veel andere vogels weinig gevoelig lijken te zijn voor muziekevenementen. Een paartje ransuilen met jonge kuikens van 1-2 weken oud in een nest op circa 20 meter afstand van een muziekpodium was tijdens en na dancefestival Amsterdam Open Air aanwezig in en rond het nest. Dit festival leidde niet tot verlies van deze nestplaats (Krijgsveld e.a., 2012). Hierbij was het bos en struweel niet toegankelijk voor de bezoekers, iets wat ook niet in de herziening van het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, met uitzondering van het kamperen in enkele bosschages. In één van de bosschages waar een bezet nest van ransuil is aangetroffen aan de noordwestzijde van het plangebied mag worden gekampeerd worden mits binnen een week voorafgaand aan het evenement door een des-kundig ecoloog is vastgesteld dat verstoring van nestplaatsen van vogels, waaronder ransuil,
wordt voorkomen. Daarbij kan worden meegewogen dat de locatie in gebruik is als homo-ontmoetingsplaats, waar in de huidige situatie al sprake is van verstoring. Door dit alles zijn als gevolg van het bestemmingsplan geen negatieve effecten op nestplaatsen van ransuil door verstoring te verwachten.
Als gevolg van het plan worden geen nestplaatsen van roek vernietigd. In potentie kunnen negatieve effecten optreden door verstoring indien evenementen tijdens het broedseizoen van deze soort worden gehouden. De kwetsbare periode voor broedende roeken loopt van februari tot en met juli (BIJ12, 2017). Tijdens het grootste deel van deze periode (tot en met 14 mei) worden geen evenementen gehouden, waaronder tijdens de kwetsbare vestigingsfase (inclusief nestbouw). Doordat roeken al erg vroeg in het jaar broeden, vergeleken met veel andere vogelsoorten, zijn de jongen al relatief groot tegen de tijd dat evenementen mogelijk zijn in het plangebied. Dit is vermoedelijk de reden dat de roeken die in het plangebied broeden niet zichtbaar verstoord zijn tijdens evenementen in het broedseizoen van 2018
( [naam 8] , mondelinge mededeling). Ook is bekend dat roekenkolonies geen reactie tonen op vuurwerk dat op een afstand van 150 meter afstand wordt afgestoken (Oudega
e.a.., 2018). Roeken lijken dan ook weinig verstoringsgevoelig, hetgeen ook kan verklaren dat roeken graag in opgaande beplanting langs drukke wegen broeden. Negatieve effecten op roek door verstoring van evenementen worden dan ook niet verwacht. Binnen het plangebied is in de huidige situatie al sprake van verstoring door recreanten en bovendien is in de directe omgeving in ruime mate alternatief en hoogwaardig foerageergebied voor onder meer roof-vogels, uilen en roeken aanwezig. Negatieve effecten op vogels met jaarrond beschermde
nesten door verlies van foerageergebied zijn niet te verwachten door de evenementen in het plangebied.
Tauw heeft in 2020 een nadere effectbeoordeling uitgevoerd in verband met het aangetroffen
broedgeval van de roerdomp aan de zuidzijde van de Groene Ster. Uit de studie blijkt dat
negatieve effecten op de roerdomp op de broedlocatie van 2020 achterwege zullen blijven als het gebruik van de Groene Ster voor muziekevenementen beperkt blijft tot een muziek-evenement met groot ruimtegebruik van 5 dagen na 1 augustus en twee evenementen met klein ruimtegebruik van 15 mei tot en met 14 oktober met tenminste twee weken tussen de evenementen. In dat geval heeft de verstoring een incidenteel karakter die niet leidt tot een blijvend effect, zoals het verlaten van de nestplaats. Het is niet helemaal uitgesloten dat de roerdomp op een andere locatie in de Groene Ster tot broeden komt. De kans daarop is echter klein, omdat de broedlocatie van 2020 in een voor recreanten niet toegankelijke locatie ligt en er bovendien op deze locatie voldoende riet op een geïsoleerde locatie in het water aanwezig is. Indien de roerdomp bij de broedvogelcheck voorafgaande aan een evenement in het broedseizoen op een andere locatie broedend wordt aangetroffen, zal (net als voor
bezette nesten van andere vogelsoorten) door de betrokken ecoloog worden bepaald of maatregelen moeten worden getroffen om verstoring te voorkomen.
Met betrekking tot overige broedvogelsoorten kan ervan uitgegaan worden dat geen verbods-bepalingen worden overtreden als activiteiten buiten het broedseizoen plaatsvinden. Een standaardperiode voor het broedseizoen is er niet - van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt. De broedvogels in het plangebied zijn in de huidige situatie ook al tot op zekere hoogte gewend aan geluidsverstoring en optische verstoring door recreanten in het gebied en door de jaarlijkse muziekfestivals. Daarom en op grond van de voorgaande analyse over de effecten van muziekevenementen op broedvogels, waaruit blijkt dat nesten niet verlaten worden tijdens muziekevenementen buiten de kwetsbare vestigingsperiode en geen aantoonbare verstoring optreedt, zijn geen negatieve effecten op broedvogels als gevolg van de evenementen te verwachten. Deze conclusie wordt ook getrokken in de rapportage van [naam 2] (2019b) waarin de geluidseffecten van de evenementen die het bestemmingsplan
mogelijk maakt nader zijn getoetst.