Op 18 juni 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die ter beschikking was gesteld. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar verlengd. De officier van justitie had op 4 februari 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling, welke behandeling op 11 maart 2021 plaatsvond. De rechtbank had eerder op 25 maart 2021 al een beslissing genomen om de termijn van terbeschikkingstelling te verlengen, maar de definitieve beslissing over de verpleging van overheidswege werd aangehouden om advies van de reclassering af te wachten. Tijdens de zitting op 4 juni 2021 waren de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig. De reclassering gaf aan dat de pathologie van de veroordeelde gedeeltelijk was bewerkt door de behandeling, maar dat zijn autisme altijd aanwezig zou blijven. De reclassering vond het noodzakelijk dat er stabiliteit en voorspelbaarheid was in het leven van de veroordeelde, en dat de resocialisatie zorgvuldig voorbereid moest worden. De rechtbank oordeelde dat, gezien de recente wijziging in de houding van de zoon van de veroordeelde ten aanzien van diens terugkeer naar Heerenveen, voorzichtigheid geboden was. De rechtbank concludeerde dat het op dat moment te vroeg was voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, en verlengde de maatregel met één jaar. De beslissing is genomen met inachtneming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid.