ECLI:NL:RBNNE:2021:2738
Rechtbank Noord-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek naar maagruptuur bij Friese paarden en tegenbewijslevering
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is op 6 juli 2021 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [A] c.s. en [D] c.s. De zaak betreft een geschil over non-conformiteit van een paard, waarbij de eisers, vertegenwoordigd door E.C.H. van der Woerdt, vorderden dat het gebrek aan het paard niet aanwezig was op het moment van levering. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 12 januari 2021 overwogen dat [D] c.s. tegenbewijs moeten leveren tegen het wettelijk vermoeden dat het gebrek al aanwezig was op 31 juli 2019. In de tussenuitspraak is een deskundigenonderzoek bevolen om de vragen te beantwoorden over de aard van de maagruptuur en de mogelijkheid van een genetisch defect als oorzaak. De deskundige, prof.dr. [naam deskundige], verbonden aan de Universiteit Utrecht, is benoemd om het onderzoek uit te voeren. De kantonrechter heeft het voorschot voor de kosten van de deskundige vastgesteld op € 1.452,00, te betalen door [D] c.s. De partijen zijn verplicht om mee te werken aan het onderzoek en moeten binnen vier weken na de betaling van het voorschot het volledige procesdossier aan de deskundige overhandigen. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van het deskundigenonderzoek.