ECLI:NL:RBNNE:2021:266

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
1 februari 2021
Zaaknummer
C/18/21/6 R
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling ondanks recente schulden en terugvorderingsbeschikking gemeente

In deze zaak heeft verzoekster, die sinds 14 november 2019 onder beschermingsbewind staat, een verzoekschrift ingediend voor de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het verzoekschrift is behandeld op 13 januari 2021, waarbij verzoekster en haar beschermingsbewindvoerder E.F. van Diepen zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen, en dat het redelijkerwijs te voorzien is dat zij niet in staat zal zijn om haar schulden te voldoen.

Verzoekster heeft meerdere verhuizingen ondergaan om aan een lastige ex-partner te ontkomen, wat heeft geleid tot recente schulden. De rechtbank oordeelt dat deze recente schulden een begrijpelijke reden hebben en dat verzoekster in haar huidige woonplaats tot rust is gekomen, zonder nieuwe schulden te maken. De rechtbank is van mening dat de verbeterde situatie van verzoekster, samen met de omstandigheden rondom de recente schulden, geen beletsel vormen voor toelating tot de schuldsaneringsregeling.

Daarnaast is er een vordering van de gemeente Beverwijk op basis van een terugvorderingsbesluit, maar verzoekster heeft uitgelegd dat deze vordering voortkomt uit een nabetaling van kinderbijslag die zij niet wist te moeten melden. De rechtbank vindt het niet wenselijk om verzoekster, die de zorg heeft voor een moeilijk opvoedbaar zoontje, de steun van de schuldsaneringsregeling te onthouden. De rechtbank spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit en benoemt mr. R.Tj. Terpstra tot rechter-commissaris.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Assen
zaaknummer: C/18/21/6 R

vonnis van 20 januari 2021

[naam] , wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter zitting van 13 januari 2021. Daarbij zijn verzoekster en haar beschermingsbewindvoerder E.F. van Diepen gehoord.
De rechtbank is gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 van Verordening 2015/848 van de Raad van de Europese Unie bevoegd deze hoofdprocedure te openen nu het centrum van de voornaamste belangen van verzoekster in Nederland ligt.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
Gebleken is dat verzoekster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet zal kunnen voortgaan met betaling van haar schulden.
Verzoekster staat sinds 14 november 2019 onder beschermingsbewind. Enige tijd daarvoor is zij na meerdere verhuizingen in [woonplaats] gaan wonen. De verhuizingen zijn noodzakelijk geweest om aan een “lastige ex-partner” te ontkomen. Die verhuizingen hebben de nodige, ook recente schulden, veroorzaakt. In [woonplaats] is verzoekster tot rust gekomen, wordt zij niet langer lastig gevallen en zijn geen nieuwe schulden ontstaan. Het beschermingsbewind verloopt goed. Omdat de recente schulden een begrijpelijke reden hebben en er sprake is van een zich bestendigende verbeterde situatie, zijn die schulden naar het oordeel van de rechter geen beletsel voor de toelating van verzoekster.
Dat geldt ook voor de vordering van de gemeente Beverwijk. Deze is weliswaar gebaseerd op een terugvorderingsbesluit – dat formele rechtskracht heeft omdat verzoekster daartegen geen bezwaar heeft gemaakt vanwege bovengenoemde verhuizingen – maar verzoekster heeft uitgelegd dat de reden een nabetaling kinderbijslag betrof waarvan zij niet wist dat die had moeten worden gemeld. Bovendien oordeelt de rechtbank het niet gewenst verzoekster, die de zorg heeft voor een moeilijk opvoedbaar zoontje van vijf met een achterstand, met de hierboven omschreven geschiedenis, de steun van de wettelijke schuldsaneringsregeling te onthouden.
Van verdere gronden voor afwijzing van het verzoek is niet gebleken.

BESLISSING

De rechtbank:
­ spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster]
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
­ benoemt tot rechter-commissaris mr. R.TJ. Terpstra,
en tot bewindvoerder C.A. Hassink,
gevestigd te Postbus 2231
7801 CE Emmen;
­ geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenares gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.