Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Overwegingen ten aanzien van de maatregel
Benadeelde partij
1. [benadeelde partij] , tot een bedrag van € 2.091,05 ter zake van materiële schade en € 20.000 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij] , tot een bedrag van € 5.908,90 ter vergoeding van materiële schade en € 17.500 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij] , tot een bedrag van € 17.500 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
[benadeelde partij]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 22.091,05, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020.
[benadeelde partij]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 23.408,90, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020.
[benadeelde partij]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 17.500, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020.
[benadeelde partij]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 1.827,65, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2020.