Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Voor motorvoertuigen bedroeg de ter plaatse toegestane maximumsnelheid 50 km/h.
Op de camerabeelden van de bewakingscamera van [bedrijf] gevestigd aan de Pieter Stuyvesantweg 1 te Leeuwarden, zagen wij dat deze gericht was schuin op de Pieter Stuyvesantweg, in de richting van de rotonde en de direct achtergelegen oversteekplaats, de plaats van het ongeval. Wij zagen dat, vlak nadat de bestuurder van de bromfiets op de parallelrijbaan naar links afsloeg, de betrokken auto in het beeld verscheen. Wij zagen dat de auto met een ogenschijnlijk behoorlijk hogere snelheid dan het eerder gepasseerde verkeer de rotonde naderde én overstak. Wij zagen dat de auto op de rotonde met zowel de linker- als de rechter wielen de linker doorgetrokken streep overschreed. Wij zagen dat de auto bij het verlaten van de rotonde in botsing kwam met de bromfiets. Op de camerabeelden zagen wij geen oplichtende remlichten van de auto.
Vermoedelijke toedracht
Het ongeval is te wijten aan bestuurdersafhankelijke gedragingen. De bestuurder van de bromfiets had gereden over de parallelrijbaan van de Pieter Stuyvesantweg komende vanuit de richting Julianastraat en gaande richting Drachtsterweg (zuidelijke richting). De auto had gereden over de hoofdrijbaan van de Pieter Stuyvesantweg, komende vanuit de richting Julianastraat en gaande richting Drachtsterweg (zuidelijke richting). Uit onderzoek en analyse door verbalisant [verbalisant] was gebleken dat de bestuurder van de auto op het moment van botsen een snelheid had gereden van minimaal 67 km/h en de maximum toegestane snelheid van 50 km/h had overschreden. De auto botste met de voorzijde tegen de linkerflank van de bromfiets. De bestuurder van de bromfiets werd omhoog geworpen en kwam uiteindelijk op de linker weghelft deels voor en deels onder de auto terecht. De bestuurder van de bromfiets overleed ter plaatse ten gevolge van inwendig letsel en inwendige bloedingen.
VR2004/99). De rechtbank overweegt dat zoals uit het hiervoor overwogene volgt, het voor het slachtoffer niet mogelijk is geweest om verdachte voorrang te verlenen omdat verdachte op het moment dat het slachtoffer ging oversteken nog niet in de buurt was. Het slachtoffer had er dan ook geen rekening mee kunnen houden dat verdachte met een te hoge snelheid en rechtdoor over de rotonde zou rijden. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat eventuele aanwezigheid van medeschuld aan de zijde van het slachtoffer, de schuld aan de zijde van de verdachte geenszins opheft.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
een gedeelte, groot vier maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.