Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de producties 17 tot en met 24 van de zijde van de gemeente
- de mondelinge behandeling die vanwege Covid 19 via een skype-verbinding heeft plaatsgevonden en welke mondelinge behandeling gelijktijdig heeft plaatsgevonden met die in de zaak onder kort geding nummer C/17/176005 / KG ZA 20-252
- de op voorhand toegezonden pleitnota van KMS
2.De feiten
3.De vordering
- de gemeente gebiedt binnen zeven (7) dagen na dit vonnis, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing om het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond te verkopen aan Fotocadeau in te trekken;
- de gemeente gebiedt de openbare verkoopprocedure voor het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond in te trekken;
- de gemeente gebiedt een nieuwe openbare verkoopprocedure te organiseren, als zij het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond nog wenst te verkopen;
- de gemeente gebiedt binnen zeven (7) dagen na dit vonnis, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing om het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond te verkopen aan Fotocadeau in te trekken;
- de gemeente gebiedt de ontvangen inschrijvingen opnieuw te beoordelen, door een nieuwe selectiecommissie, een nieuwe beslissing te nemen over de verkoop van het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond, een nieuwe opschortende termijn van ten minste 20 dagen in acht te nemen alvorens de met die beslissing beoogde overeenkomst te sluiten en het sluiten van de overeenkomst op te schorten totdat een uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter, indien binnen de opschortende termijn een kort geding aanhangig is gemaakt in verband met die beslissing, een en ander voor zover de gemeente het genoemde pand nog wenst te verkopen;
- de gemeente gebiedt binnen zeven (7) dagen na dit vonnis, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing om het pand aan de Van Limburg-Stirumweg 18 te Kollum voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond te verkopen aan Fotocadeau in te trekken;
- de gemeente gebiedt aan KMS een motivering te verstrekken voor de beslissing om het pand aan de Van Limburg Stirumweg 18 te Kollum, voorheen in gebruik als gemeentehuis, met bijgebouwen, erf en ondergrond aan Fotocadeau te gunnen, waarbij in elk geval de scores van Fotocadeau en KMS bekend worden gemaakt, zowel de eindscores als de scores op de criteria waarop door een selectiecommissie punten zijn toegekend en de redenen voor die puntentoekenning;
- de gemeente gebiedt na het verstrekken van een motivering een nieuwe opschortende termijn van ten minste 20 dagen in acht te nemen alvorens een koopovereenkomst te sluiten met Fotocadeau en het sluiten van die overeenkomst op te schorten totdat een uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter, indien binnen de opschortende termijn een kort geding aanhangig is gemaakt in verband met die beslissing, een en ander voor zover de gemeente het genoemde pand nog wenst te verkopen;
- bepaalt dat de gemeente aan KMS een dwangsom verbeurt van € 250.000,00 voor iedere overtreding van de veroordeling;
- de gemeente veroordeelt in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling, alsmede in de nakosten, ten bedrage van € 157,00 aan advocaatkosten en, indien niet vrijwillig aan de veroordeling wordt voldaan en betekening van het vonnis noodzakelijk is, € 82,00 aan advocaatkosten en de daadwerkelijke kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening.
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
€ 980,00