Op 30 april 2021 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden een verdachte veroordeeld voor bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht. De aangeefster heeft de situatie als zeer bedreigend ervaren en was bang dat de verdachte de bedreiging zou uitvoeren. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van één week opgelegd. De verdachte was eerder, in december 2020, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De proeftijd ging in op 1 januari 2021.
De officier van justitie heeft op 30 maart 2021 de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gevorderd, omdat de verdachte zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden. Tijdens de behandeling op 16 april 2021 waren de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsvrouw, een tolk en deskundigen van de reclassering aanwezig. De reclassering rapporteerde dat de veroordeelde na haar detentie niet meewerkte aan de behandeling en de aangewezen woonsetting had verlaten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde weigerde zich te laten behandelen en de voorwaarden niet naleefde. De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van vijf maanden bevolen, met inachtneming van de vrijheidsbeneming die reeds was ondergaan.