ECLI:NL:RBNNE:2021:1798

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 april 2021
Publicatiedatum
11 mei 2021
Zaaknummer
18/199561-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie van amfetamine in een drugslab te Eext

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 april 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van de productie van amfetamine in een drugslab te Eext. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij de productie van amfetamine en de voorbereidingshandelingen daartoe. De feiten vonden plaats in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020. De verdachte was aanwezig in het drugslab en hielp met het vervoeren van goederen die bestemd waren voor de productie van amfetamine. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder observaties, telefoongegevens en chatberichten. De verdachte had geen aannemelijke verklaring voor zijn betrokkenheid en de rechtbank concludeerde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. De rechtbank rekende het de verdachte zwaar aan dat hij geen verantwoordelijkheid nam voor zijn handelen en de risico's voor de volksgezondheid en het milieu negeerde. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die in lijn was met straffen in vergelijkbare zaken, maar lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/199561-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 april 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 augustus 2020, 17 september 2020, 14 oktober 2020, 22 maart 2021 (inhoudelijke behandeling) en 15 april 2021 (sluiting onderzoek).
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.G. van Wijk, advocaat te Hoorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Houwink.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.Productie van amfetamine

primairhij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te Eext, althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
(in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres 1] te Eext)
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te Eext, althans (ook) (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk (in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres 1] te Eext)
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B), en/of vervaardigd (D), en/of in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),
(een (hoeveelhe(i)d(en)) van (een) materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te Eext en/of Bergen op Zoom en/of Roosendaal en/of Schiedam, althans (ook) (elders) in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- een of meer goederen op te halen en/of vervoeren ten behoeve van voornoemd drugslab te Eext, te weten (onder meer) jerrycans en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen, en/of
- meermalen, althans eenmaal (voornoemde) goederen in voornoemd drugslab te tillen, en/of
- een of meer personen van en naar voornoemd drugslab te vervoeren, en/of

2.Voorbereiding van productie van amfetamine

hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te Eext en/of Bergen op Zoom en/of Roosendaal en/of Schiedam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het derde of vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B), en/of
- vervaardigen (D), en/of
- buiten het grondgebied van Nederland brengen (A), en/of
- aanwezig hebben (C),
van een of meer hoeveelhe(i)d(en) amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens),
(
LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020, drugslab te Eext op 1 mei 2020)
- een (complete) laboratorium-opstelling / productieplaats (drugslab) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA (conclusie LFO), en/of
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine en/of amfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (conclusie LFO en L-22), en/of
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en/of bij een vullingsgraad van 50%) (conclusie LFO), en/of
- in dat drugslab (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en/of voorhanden gehad, te weten
x. (in totaal) circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine) (conclusie LFO), en/of
x. circa 180 liter, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, zure (PH-3) vloeistof (L-2), en/of
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende (sporen van) BMK (L-11), en/of
x. circa 237 kilo, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, caustic soda
(L-20), en/of
x. circa 240 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, formamide (L-29), en/of
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en/of
x. 10, althans meerdere, althans een blauw(e) klemdeksel vat(en), inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-14), althans een zeer grote/aanzienlijke hoeveelheid, loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en/of
x. circa 100 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, zoutzuur (K1), en/of
x. circa 137 liter, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid, mierenzuur (O-2), en/of
x. diverse hardware, waaronder (46) maatbekers en/of (2) RVS reactieketel(s) (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en/of één resten bevat van N-formylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en/of (9) gasbranders en/of (10) rondbodemkolven en/of (10) spiraalkoelers en/of (25) propaan gasflessen en/of (10) brandersteunen en/of (30, althans 20) klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en/of lucht- en waterslangen en/of (3) RVS koelers en/of stoomgenerator (inhoud 292 liter) en/of stoomgenerator (inhoud 362 liter) en/of een destillatieketel (inhoud 227 liter) en/of (2) IBC's (inhoud 1.000 liter) en/of (74) jerrycans, en/of
x. een Gardena vierwegverdeler en/of slangklemmen (afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslab), en/of
(
overige handelingen)
- een of meer goederen opgehaald en/of vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslab te Eext, te weten (onder meer) jerrycans en/of witte zakken (van 20 kilo met caustic soda) en/of kartonnen dozen met glazen bollen, en/of
- meermalen, althans eenmaal de goederen in voornoemd drugslab getild, en/of
- een of meer personen vervoerd van en naar voornoemd drugslab, en/of
- BMK (Benzyl methylketon) en/of N-formylamfetamine ‘gekookt’ (bereid/bewerkt);
Beoordeling van het bewijs
De beschuldiging
Naar aanleiding van het opsporingsonderzoek Morris [1] wordt verdachte [verdachte]
- samengevat - verweten onder:
  • 1 primair, het medeplegen van de productie van amfetamine in een lab in een schuur (bij een boerderij) te Eext;
  • 1 subsidiair,de medeplichtigheid aan het medeplegen van de productie van amfetamine;
  • 2,het medeplegen van voorbereiding van de productie van amfetamine.
Standpunt van de officier van justitie
Op de in het schriftelijk requisitoir uitgewerkte gronden heeft de officier van justitie een bewezenverklaring van de feiten 1 primair en 2 gevorderd. Hij acht telkens het medeplegen van de feiten bewezen, en ten aanzien van feit 1 primair, (het medeplegen van) het vervaardigen en het aanwezig hebben van amfetamine.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft gepleit voor een integrale vrijspraak. Hij heeft daartoe aangevoerd, dat verdachte nooit in het drugslab is geweest en geen betrokkenheid heeft gehad bij de productie van amfetamine. Verdachte heeft alleen maar een paar keer gereden, waaronder een keer op een bus.
Oordeel van de rechtbank
bewijsoverwegingen
De rechtbank gaat van het navolgende uit.
Observatie en bevindingen met betrekking pand aan de [adres 1] te Eext
Naar aanleiding van de op 1 mei 2020 binnengekomen schriftelijke informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) [2] die luidde: "Op de [adres 1] te Eext bevindt zich een drugslaboratorium waar op dit moment wordt geproduceerd.", werd diezelfde dag aldaar een observatie uitgevoerd.
Uit die observatie [3] bleek dat op de oprit van de woning aan de [adres 1] te Eext een Ford Fiësta met kenteken [kenteken] stond. De woning betrof een boerderij, te weten een hoofdgebouw met twee losstaande bijgebouwen (genoemd 1 en 2). Gezien werd dat omstreeks 15:55 uur een man - naar later bleek: medeverdachte [medeverdachte 3] - vanuit het hoofdgebouw naar bijgebouw 1 liep. Hij ging bijgebouw 1 in via deur 2. Omstreeks 15:57 uur kwam hij uit de richting van de linker toegangsdeur van bijgebouw 1 en ging hij het hoofdgebouw in. Omstreeks 16:07 uur liep [medeverdachte 3] samen met een man - naar later bleek: verdachte [verdachte] - vanuit het hoofdgebouw in de richting van de losstaande bijgebouwen. Daarna liepen zij samen via deur 2 bijgebouw 1 in. Na enige tijd, omstreeks 16:13 uur, kwamen zij via deur 2 uit bijgebouw 1. Omstreeks 16:49 uur stond een derde man - naar later bleek: medeverdachte [medeverdachte 2] - in de deuropening van achterdeur 2 van het hoofdgebouw.
Omstreeks 17:10 uur zijn vier mannen ter plaatse aangehouden. De (mede)verdachten bleken te zijn [4] : [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), [verdachte] (hierna: [verdachte] ), [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ). [medeverdachte 1] is tijdens de observatie niet waargenomen. De woning bleek te zijn gehuurd door (mede)verdachte [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ). De sleuteloverdracht had plaatsgevonden op 21 maart 2020. [5]
In het dossier is vermeld dat waargenomen is dat achter deur 2 van bijgebouw 1 het drugslab zat, deze was direct zichtbaar wanneer de deur werd geopend. [6]
Aantreffen, omschrijving en onderzoek (goederen) drugslab in pand aan de [adres 1] te Eext
De groep Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO) heeft op 1 mei 2020 de schuur op perceel [adres 1] te Eext onderzocht. [7] Omschreven wordt dat die schuur twee uitbouwtjes heeft, die in gebruik waren als respectievelijk fietsenstalling-opslag tuinmaterialen en als afscheiding-loogruimte. Aan de voorzijde was de schuur voorzien van 2 maal 2 naar buiten openslaande deuren. Via 2 openslaande deuren kon toegang worden verkregen tot de grote ruimte in de schuur. In deze ruimte stonden diverse grote ketels, glazen rondbodemkolven, jerrycans en vaten. Er werd een sterke geur van amfetamine geroken. Nader onderzoek wees uit dat alle ruimtes behorende bij de schuur in gebruik waren genomen voor de productie van amfetamine. Diverse voorwerpen/producten (waaronder die in feit 2 omschreven) werden aangetroffen. Monsters werden genomen, met unieke SIN nummering gewaarmerkt en (door het NFI) geanalyseerd.
De onderzochte ruimtes werden van de volgende codering voorzien:
Laboratorium ruimte, code L; Opslag ruimte, code O; Afscheiding - loogruimte, code A; Ketelopslag ruimte, code K.
Er werd door de LFO geconstateerd dat:
• In de schuur aan de [adres 1] te Eext, een laboratorium was gebouwd waarin met behulp van een professionele reactieketel Benzylmethylketon (BMK) was geproduceerd. BMK is de grondstof voor respectievelijk amfetamine en/of metamfetamine. Tevens was met behulp van een professionele reactieketel BMK omgezet in N-formylamfetamine (halfproduct wat in vervolgstappen dient te worden omgezet in amfetamine olie). Ook werd in een glazen rondbodemkolf amfetamine aangetroffen in een sterk zure oplossing;
• Voor de productie van BMK de prerecursor Methyl 3-oxo-2-phenylbutanoate (MAPA) was gebruikt;
• Het laboratorium ten tijde van het binnentreden niet in bedrijf was, maar gereed was om in bedrijf te worden genomen. In de 4 glazen 20 liter rondbodemkolven was in totaal 36 liter
N-formylamfetamine aanwezig welke na toevoeging zoutzuur kon worden omgezet in amfetamine. De rondbodemkolven waren alle voorzien van een glazen spiraalkoeler - reflux welke was aangesloten op een gaswasser. Tevens stond onder iedere rondbodemkolf een gasbrander;
• Tevens waren 10 x 200 liter vaten aanwezig waarin een niet gebruikte loogoplossing zat. Deze oplossing is bestemd voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven;
• Dat de in het laboratorium aangetroffen apparatuur en inrichting professioneel van constructie was en geschikt voor grootschalige vervaardiging van BMK (reactieketel inhoud 981 liter) en N-formylamfetamine (reactieketel inhoud 981 liter en destillatieketel inhoud 227 liter);
• Een reactieketel met een inhoud van 981 liter kan bij een vullingsgraad van 50% een vloeistof mengsel van 490 liter bevatten. Bij een verhouding van BMK-Formamide, mierenzuur van 1:1,5:0,7 zal van de 490 liter 153 liter uit BMK bestaan. Bij een omzetting van 153 liter BMK zal tussen de 275 en 367 kg onversneden amfetamine pasta kunnen worden gemaakt.
• In totaal circa 36 liter N-formylamfetamine is aangetroffen. Deze kan worden omgezet naar tussen de 70 kg en 85 kg oversneden amfetamine pasta.
• In een rondbodemkolf 12 liter sterk zure vloeistof werd aangetroffen welke amfetamine bevatte.
Geconcludeerd wordt door de LFO dat er in de schuur aan de [adres 1] te Eext een professioneel laboratorium gebouwd was waarin BMK, N-formylamfetamine en
amfetamine zijn geproduceerd. Tevens stonden daar 4 rondbodemkolven gereed om de daarin aanwezige N-formylamfetamine om te zetten naar amfetamine. In een rondbodemkolf was amfetamine in een sterk zure oplossing aanwezig. Daarnaast waren loogoplossingen aanwezig voor de scheiding van de amfetamine en een destillatieketel met stoomgenerator ten behoeve van de zuivering van de amfetamine. Het productproces om BMK om te zetten naar amfetamine was gestart maar nog niet alle productiestappen waren doorlopen. Hiervoor waren wel alle voorzieningen en chemicaliën aanwezig.
Het NFI heeft gerapporteerd [8] dat de (met SIN-nummers voorziene) materialen aangetroffen op 1 mei 2020 op locatie [adres 1] te Eext bevatten:
Laboratorium ruimte
- AAIY47B9NL /L-1: bevat N-formylamfetamine;
- AAIY4795NL /L-2: bevat N-formylamfetamine op een zwak zure waterige vloeistof;
- AAHL4033NL /L-3: bevat N-formylamfetamlne op een zwak zure waterige vloeistof;
- AANK6482NL /L-9: bevat BMK;
- AANK6475NL /L-11: bevat BMK op een sterk zure waterige vloeistof ;
- AANK6476NL /L-16: bevat N-formylamfetamine op een zwak zure waterige vloeistof;
- AANK6477NL /L-22: bevat amfetamine in een sterk zure vloeistof;
- AANK6478NL /L-28: bevat mierenzuur;
- AANK6479NL /L-29: bevat formamide;
- AANK6480NL /L-32: bevat MAPA;
Ketelruimte
- AANK6483NL /K1: bevat zoutzuur.
Geconcludeerd wordt door het NFI dat in het onderzoeksmateriaal amfetamine is aangetoond. Amfetamine is vermeld op lijst 1 van de Opiumwet. Tevens zijn in het onderzoeksmateriaal BMK en zoutzuur aangetoond. BMK (benzyimethylketon; 1-fenyi-2-propanon) en zoutzuur zijn vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Aanvullend is vermeld dat, in relatie tot drugs, formamide en mierenzuur worden gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine met de Leuckartmethode. In relatie tot drugs wordt MAPA (methyl 3-oxo-2-fenylbutanoaat) gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine. N-formylamfetamine is het tussenproduct in de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode.
Onderzoek aan broeken van de (mede)verdachte(n) [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1]
Nadat de hiervoor genoemde medeverdachten ter plaatse waren aangehouden werden de door hen gedragen broeken veiliggesteld en onderzocht door het NFI. Uit dat onderzoek [9] bleek dat:
- op de broek van [medeverdachte 2] bruine en gebleekte vlekken zichtbaar waren. Op de uitgesneden stukjes van de broek werden N-formylamfetamine en andere aan de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stoffen aangetoond;
- op de broek van [medeverdachte 1] bruine en gebleekte vlekken zichtbaar waren. Op de uitgesneden stukjes van de broek werden amfetamine, N-formylamfetamine en andere aan de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stoffen aangetoond;
- op de broek van [medeverdachte 3] bruine vlekken zichtbaar waren. Op de uitgesneden stukjes van de broek werd in één van de bemonsteringen een relatief kleine hoeveelheid van een vluchtige aan de vervaardiging van amfetamine gerelateerde stof aangetoond.
- op de broek van [verdachte] bruine vlekken zichtbaar waren. Op uitgesneden stukjes
van de broek werd een relatief kleine hoeveelheid N-formylamfetamine aangetoond.
(DNA-)onderzoek in de woning en het aangetroffen drugslab
Op aangetroffen sporen/sporendragers [10] op 1 mei 2020 in het laboratorium:
3 blikjes (AANO3886NL, AANO3849NL, AANO3848NL): DNA-profiel van [medeverdachte 2] ;
1 blikje (AANO3851NL): DNA-profiel van [medeverdachte 1] ;
1. paar werkhandschoenen (AANO3863NL en AANO3864NL): DNA-profiel van [medeverdachte 1] ;
1 paar werkhandschoenen (AANO3854NL en AANO3856NL): DNA-afgeleid profiel van [medeverdachte 1] .
Aangetroffen buiten, nabij de woning, in bloempot naast schuifpui:
lege blikken en cola fles (AANO3837NL, AANO3833NL, AANO3835NL, AANO3836NL en AANO3838NL): DNA-profiel van [medeverdachte 1] en (AANO3834NL#01): afgeleid DNA-hoofdprofiel van [verdachte] .
Aangetroffen in de woning:
paar laarzen (AANO3862NL): DNA afgeleid profiel van [medeverdachte 1] ;
paar laarzen (AANO3857NL): afgeleid DNA-hoofdprofiel van [medeverdachte 2] .
In Aldi tas:
blikje (AANO3843NL): DNA-profiel van [verdachte] .
In de trommel van de wasmachine lagen handdoeken [11] . Uit die trommel kwam een zeer sterke amfetamine lucht. De handdoeken waren mogelijk doordrenkt met amfetamine of met een op amfetamine ruikende stof.
In de woning werden twee heuptasjes aangetroffen. In het ene heuptasje zat een huurcontract Ford Fiësta [kenteken] ten name van [verdachte] en in het andere een aankoopbonnetje van de Gamma te Assen op 27 april 2020. [12]
Op opgenomen camerabeelden van de Gamma [13] op 27 april 2020 worden [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] herkend. Op de kassabon [14] stonden de volgende goederen vermeld die gerelateerd kunnen worden aan processen in het aangetroffen laboratorium:
- 2 x slangklem met vleugelmoer 4st -€ 4,99 per stuk- totaal € 9,98
- 2 x [bedrijfsnaam artikel] 2-weg -€ 9,99 per stuk- totaal € 19,98
- 1 x 4-weg waterverdeler 8194 - per stuk € 38,99.
De in de fietsenschuur aanwezige 4-wegwaterverdeler is soortgelijk als de Gamma 4-weg
waterverdeler die op het bonnetje staat vermeld en waarvan de foto op de Gamma website overeenkomt met de foto's van de 4-wegwaterverdeler genomen in en rond het
laboratorium. De aangetroffen 4-wegwaterverdeler was bestemd voor de aanvoer van koelwater naar de reactieketels L2 en L9, welke zijn gebruikt voor de productie van respectievelijk BMK en N-formylamfetamine. De aangetroffen 4-wegwaterverdeler maakte derhalve deel uit van het productieproces. Een nieuwe Gamma 4-wegwaterverdeler, een Gamma -2-wegwaterverdeler en diverse slangklemmen met vleugelmoer zijn in het laboratorium op de werkbank naast de partij blauwe jerrycans L28 (die restanten mierenzuur bevatten) aangetroffen.
Aantreffen van medeverdachten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] in personenauto en aantreffen goederen in die personenauto
Op 28 april 2020 omstreeks 21.54 uur was er een ANPR-hit op de A28 bij Hoogeveen,
op het traject Groningen in de richting van Utrecht. Na ongeveer 10-15 minuten werden door de politie in een personenauto medeverdachten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] aangetroffen. [15] Op de achterbank en in de kofferruimte van de personenauto werden tassen met kleding en meerdere paren snijwerende handschoenen aangetroffen. In de voetenruimte voor de bestuurdersstoel werd een PGP-telefoon aangetroffen. In de voetenruimte voor de bijrijdersplaats lag een losse afstandsbediening van een alarm behorende bij de boerderij in Eext waar zich in de schuur het drugslab bevond. In het voertuig werd een chemische lucht, als die van amfetamine geroken.
Onderzoek aan aangetroffen mobiele telefoons
Op 1 mei 2020 werden in de woning aan de [adres 1] te Eext vier mobiele telefoons aangetroffen [16] , namelijk een zwarte Samsung, een goudkleurige Iphone Xr, een zwarte Iphone 8 en een zwarte BQ (een zogeheten PGP telefoon). In de Ford Fiësta met kenteken
[kenteken] werd een goudkleurige Iphone Xs aangetroffen.
Uit onderzoek aan de mobiele telefoons van verdachten bleek van veelvuldige onderlinge contacten en het, in de pleegperiode, aanstralen van die telefoons van masten in de buurt van het pand/drugslaboratorium te Eext.
A.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] [17] , had op 29-04-2020 4x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 2] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , had van 14-04-2020 t/m 29-04-2020 43x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 2] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 2] , straalde in de periode 08-04-2020 t/m 01-05-2020 71x een telefoonmast aan in Gieten (ongeveer 3 km van het drugslab te Eext), te weten op de volgende dagen: 08-04-2020, 09-04-2020, 10-04-2020, 17-04-2020, 20-04-2020,
29-04-2020, 30-04-2020 en 01-05-2020.
B.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] [18] , had op 25-04-2020 contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , had van 22-02-2020 t/m 30-04-2020 169x contact met een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] . Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , had van 23-04-2020 t/m 29-04-2020 32x contact met een ander telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , had van 14-04-2020 t/m 29-04-2020 42x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 2] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , straalde in de periode 21-03-2020 t/m 19-04-2020 23x een telefoonmast aan in Gieten en 13x een telefoonmast in Eext. De telefoonmasten werden aangestraald op 21-3-2020, 01-04-2020, 09-04-2020 en 19-04-2020.
C.
Van 02-03-2020 t/m 25-05-2020 had een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] [19] , 146x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , en voorts 7x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] . Daarnaast bleek dat een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , [20] 63x contact had met het telefoonnummer ten name van [bedrijf] te Goes en 17x met het telefoonnummer ten name van [bedrijf] te Goes.
Een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , straalde de volgende telefoonmasten aan (beide vlak bij het drugslab): [adres 2] te Gieten, 103x en [adres 3] te Wildervank, 22x.
Een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] straalde in Gieten telefoonmasten aan op 23-04-2020, 24-04-2020, 25-04-2020, 26-04-2020, 27-04-2020, 28-04-2020 en 01-05-2020.
D.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] [21] , had van 01-04-2020 t/m 22-04-2020 3x contact met een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] . Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , had van 24-04-2020 t/m 29-04-2020 32x contact met een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , had van 21-03-2020 t/m 28-04-2020 66x contact met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] . Er was contact op 16-03-2020, 21-03-2020, 24-03-2020, 27-03-2020, 28-03-2020, 29-03-2020, 02-04-2020, 03-04-2020, 04-04-2020, 06-04-2020, 07-04-2020, 08-04-2020, 09-04-2020, 11-04-2020, 12-04-2020, 14-04-2020, 17-04-2020, 18-04-2020, 20-04-2020, 22-04-2020, 26-04-2020 en 28-04-2020.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , straalde op 28 maart 2020, 17 april 2020, 19 april 2020 en 26 april 2020 een telefoonmast aan in Eext ( [adres 2] ).
Uit de Whatsapp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , gevoerd op 10-04-2020, blijkt dat [medeverdachte 1] vanaf 17:28:02 uur berichten verstuurt naar [medeverdachte 4] waarin [medeverdachte 1] schrijft dat ze moeten laten weten wanneer ze vertrekken, dat ze rustig moeten rijden, en dat [medeverdachte 4] straks foto's van alles moet maken. [medeverdachte 4] vraagt vervolgens aan [medeverdachte 1] hoe de beide deuren open gaan, omdat ze de vorige keer niet open gingen met die hendel.
Uit foto's van de LFO blijkt dat de toegang tot de schuur van het drugslab voorzien was van twee deuren met een hendel.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , straalde op 10-04-2020 om 19:45:31 uur een telefoonmast aan in Hooghalen, dit is 23 km van Eext. Vanaf 20:29:35 uur worden met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , foto's van het drugslab verzonden naar het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] .
E.
Op 20-04-2020 straalde het telefoonnummer, in gebruik bij [verdachte] [22] , om 19:38:31 uur een telefoonmast aan te Assen. Op 29-04-2020 om 15:14:38 uur straalde dit telefoonnummer een telefoonmast aan in Eext ( [adres 2] ). Op 30-04-2020 om 23:22:20 uur straalde dit telefoonnummer eveneens deze telefoonmast aan. Hierna blijft dit telefoonnummer masten aanstralen in (de omgeving van) Eext.
F.
Ten aanzien van alle telefoonnummers, in gebruik bij verdachte en de medeverdachten, [23] blijkt voor wat betreft het aanstralen van (een) zendmast(en) in (de omgeving van) Eext in de periode van 21-03-2020 t/m 01-05-2020 het volgende:
- [medeverdachte 1] : 16 keer [de rechtbank begrijpt: op 16 verschillende dagen] (8 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald en 8 keer is er sprake van een reisbeweging vanuit de omgeving van Bergen op Zoom/Roosendaal naar Noord-Nederland waarbij het toestel plots geen masten meer aanstraalt en vermoedelijk wordt uitgeschakeld);
- [medeverdachte 4] : 11 keer (9 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald en
2 keer is er sprake van een reisbeweging vanuit de omgeving van Bergen op Zoom/Roosendaal naar Noord-Nederland waarbij het toestel plots geen masten meer aanstraalt en vermoedelijk wordt uitgeschakeld);
- [medeverdachte 3] : 8 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald;
- [verdachte] : 8 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald;
- [medeverdachte 2] : 8 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald;
- [medeverdachte 5] : 8 keer heeft het toestel een zendmast in Eext of omgeving aangestraald.
G.
Uit digitaal onderzoek aan de iPhone 7, met het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] [24] , blijkt dat [medeverdachte 2] op 30-04-2020 via Whatsapp om 15:01:52 uur een foto naar [medeverdachte 1] verstuurt. Het betreft een foto van een zekering in een groepenkast. [medeverdachte 2] vraagt daarbij aan [medeverdachte 1] wat hij met die zekering moet doen. De zekering vertoonde sterke overeenkomst met die in groepenkast van de woning aan de [adres 1] te Eext. [25]
H.
Uit digitaal onderzoek aan de iPhone, met het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] [26] , blijkt dat [medeverdachte 1] via Whatsapp contact had met het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] (contactnaam “ [contactnaam] ”). Op 10-04-2020 vanaf 20:29 uur verstuurt [contactnaam] verschillende foto's van het drugslab in Eext naar [medeverdachte 1] waarbij [medeverdachte 1] aangeeft dat hij dit niet moet doen.
Op deze iPhone staan diverse foto's, waaronder een foto gemaakt op 13-04-2020 van een gesprek via Encrochat op de PGP telefoon, in gebruik bij [medeverdachte 1] (zie hieronder). De versturende partij heet [naam 2] . [naam 2] stuurt berichten over koelers, op ketel stomen, een bocht op die grote koeler zetten voor destilleren.
Encrochat-berichten [medeverdachte 1] , met de gebruikersnaam [gebruikersnaam]
[medeverdachte 1] maakte, met de gebruikersnaam [gebruikersnaam] , gebruik van een PGP telefoon voorzien van Encrochat. [27] Uit verstrekte data [28] bleek dat [gebruikersnaam] met twee andere Encrochat gebruikers, [e-mailadres 1] (hierna: [e-mailadres 1] ) en [e-mailadres 2] (hierna: [e-mailadres 2] ) gesprekken had over het drugslab in Eext.
Encrochat-berichten met [e-mailadres 1] [29]
Omwille van de leesbaarheid zijn onderstaande chatberichten -al dan niet in combinatie met, in het bijzonder, het proces-verbaal van bevindingen omtrent reisbewegingen van verdachten (pagina 373 e.v. van het dossier; zie ook noot 23)- zoveel mogelijk vermeld in chronologische volgorde
I.
Uit chatberichten van 03-04-2020 blijkt dat [gebruikersnaam] grondstoffen nodig heeft, zoals “caustic” (caustic soda), “mier” (mierenzuur), “for” (formamide) en “zout” (zoutzuur). [gebruikersnaam] vraagt [e-mailadres 1] naar de kosten ervan.
Al deze grondstoffen zijn aangetroffen in het drugslab te Eext.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij “witte zakken” heeft vervoerd naar het drugslab die leken op cementzakken. Uit foto’s, behorend bij het proces-verbaal van de LFO blijkt dat in het drugslab witte zakken met opdruk “caustic soda” zijn aangetroffen, die lijken op cementzakken.
Op 03-04-2020 vanaf 11:35:29 uur antwoordt [gebruikersnaam] op de vraag, of hij geen andere locatie voor het drugslab kan regelen: “Jawel maar niet waar de eigenaar het vanaf weet.”
In het dossier is beschreven dat uit verdere chats in combinatie met andere bevindingen blijkt dat met “de eigenaar” [medeverdachte 5] wordt bedoeld.
J.
Uit chatberichten van verschillende data in april 2020 en op 01-05-2020 blijkt dat [gebruikersnaam] veel problemen ondervindt bij het kookproces. Verder zijn er veel problemen met de stroomvoorziening (geen licht in de schuur/het drugslab) waarvoor op verschillende momenten contact wordt gezocht met “de eigenaar” om de problemen op te lossen.
K.
Op 15-04-2020 om 07:57:30 uur antwoordt [gebruikersnaam] op de vraag, of hij een chauffeur heeft: “ [medeverdachte 2] die,kan jeniet.mocro”.
[medeverdachte 2] heeft hierover verklaard dat dit over hem gaat. [medeverdachte 2] is van Marokkaanse komaf.
L.
Op 23-04-2020 om 10:33:44 uur antwoordt [gebruikersnaam] op de vraag, wie die mongool is: “De pandeigenaar”.
In het dossier is beschreven dat [gebruikersnaam] op 23-04-2020 om 10:33:26 uur (vermoedelijk) een foto naar [e-mailadres 1] stuurt, gezien de reactie van [e-mailadres 1] ; en dat onderzoek naar de telefoongegevens heeft opgeleverd dat het telefoonnummer van [medeverdachte 1] en dat van [medeverdachte 5] rond dat tijdstip telefoonmasten in de omgeving van Eext aanstralen.
Op 23-04-2020 vanaf 23:12:20 uur bericht [gebruikersnaam] over problemen met de stroomvoorziening; ineens gaan de lichten niet aan. [gebruikersnaam] geeft aan dat de eigenaar het weet maar dat het laat is en dat die eigenaar bij zijn vrouw in het ziekenhuis in Rotterdam is en dat die nu zeker niet gaat opnemen.
In het dossier is beschreven dat [medeverdachte 5] in zijn eerste verhoor heeft aangegeven dat zijn vrouw ziek is en dat hij huwelijksproblemen heeft. De getuigen [getuige] en diens echtgenote (de verhuurders van het pand aan de [adres 1] te Eext) hebben verklaard dat [medeverdachte 5] hun heeft verteld dat hij met zijn vrouw of zijn vriendin [naam 4] in het ziekenhuis was. Tevens geldt dat [medeverdachte 5] en getuige [getuige] onderling sms-verkeer hebben waarbij ook wordt gesproken over het ziekenhuis. Op basis van het voorgaande - aldus het beschrevene in het dossier - kan worden geconcludeerd dat “de eigenaar” in voorgaande chat [medeverdachte 5] betreft.
M.
Onderzoek naar de telefoongegevens heeft opgeleverd dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 4] , zich op 25-04-2020 beweegt richting Eext en om 18:30 uur uitgaat. Op 26-04-2020 om 06:29 uur gaat het telefoonnummer weer aan en straalt alsdan masten aan in Eext en Wildervank. Daarna beweegt het telefoonnummer zich naar Bergen op Zoom en blijft daar gedurende die avond en nacht.
De telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] maken nagenoeg dezelfde bewegingen maar deze telefoonnummers bewegen zich op 26-04-2020 weer naar het noorden waarbij het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , om 19:51 uur weer masten aanstraalt in Gieten.
Blijkens chatberichten van 26-04-2020 geeft [gebruikersnaam] vanaf 20:33:28 uur aan: “Ja ik ben solo. Die andere is gisteren geschrokken en die zout pompen en er in doen heeft hem een beetje verkracht vroeg of tie even thuis kon blijven. (,..) Ja hij is gewoon bang”.
N.
Op 28-04-2020 vanaf 10:37:04 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij nog 50 euro heeft “voor tank”, dat hij daar gewoon geld wil verdienen, het is een leuke plek en het is nu zijn kans, dat hij niet alleen is maar “met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] ”.
In het dossier is beschreven dat [medeverdachte 4] de voornaam is van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] een oudere man is die vaker “ opa ” is genoemd.
Op 28-04-2020 om 14:09:41 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij “op de plek is”.
Onderzoek naar de telefoongegevens heeft opgeleverd dat de telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , zich aan het einde van de ochtend van 28-04-2020 naar het noorden bewegen. Een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , beweegt zich rond hetzelfde tijdstip eveneens naar het noorden en straalt omstreeks 14:09:41 uur telefoonmasten aan in de omgeving van Eext.
Uit chatberichten van 28-04-2020 blijkt dat er later die dag een voorval is bij het kookproces in het drugslab waarbij veel rookontwikkeling is ontstaan. Uit de chatberichten volgt dat er paniek is in het drugslab. Om 21:34:14 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij “weg is daar”. [gebruikersnaam] geeft om 21:36:15 uur aan dat de rook helemaal over de weilanden heen trok en dat hij “met bange gasten werkt”. Er wordt besproken dat [gebruikersnaam] nu naar huis gaat, en hen ergens afzet.
Op 28-04-2020 omstreeks 22:00 uur vond op de A28 ter hoogte van Hoogeveen een (hiervoor in dit vonnis reeds vermelde) controle van een personenauto plaats door de politie. De personenauto was afkomstig vanuit het noorden en reed over de A28 richting het zuiden. In de personenauto zaten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .
Vanaf 23:26:02 uur bericht [gebruikersnaam] aan [e-mailadres 1] dat hij “door mag”, dat hij zich had omgekleed en niet stinkt, dat “ze” (de rechtbank begrijpt: de politie) dachten aan een stash-auto, dat “ze” handschoenen en Encro hebben gevonden, maar omdat de auto op naam van iemand anders staat, kon hij ( [gebruikersnaam] ) die ander de schuld geven. [gebruikersnaam] geeft daarna aan dat hij naar Bergen (de rechtbank begrijpt: Bergen op Zoom) rijdt en “met een andere auto en twee andere gasten” terugrijdt. Vervolgens geeft [gebruikersnaam] aan dat “hij had verwacht op deze ouwe en [medeverdachte 4] te kunnen bouwen”.
In het dossier is beschreven dat uit de chatberichten volgt dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op 28-04-2020 bezig waren met het kookproces in het drugslab. Na het voorval in het drugslab, ontstond paniek en zijn zij drieën uit Eext gevlucht. Vervolgens zijn zij door de politie gecontroleerd. [gebruikersnaam] is van plan terug te rijden naar het drugslab met een andere auto en twee andere personen.
O.
Op 29-04-2020 vanaf 11:27:36 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij weer teruggaat naar die plek en dat hij niet alleen gaat maar “met de mocros”.
Op 29-04-2020 vanaf 12:10:19 uur geeft [gebruikersnaam] aan: “En die huiseigenaar belt nu naar die andere bel.me dringend (…) hij was boos dat huisdeur open was gelaten aan de zijkant”, waarna [e-mailadres 1] reageert met: “jaa jullie zijn mongole, gaotische weg rennen ipv helder nadenken en weg gaan”.
Op 29-04-2020 vanaf 12:45:46 uur vraagt [e-mailadres 1] : “Waarom moet je 2 man meenemen (…) je mag niet met 3 man in de auto zitten”, waarop [gebruikersnaam] reageert met: “Chauffeur zet ons af en rijd terug”.
Onderzoek naar de telefoongegevens heeft opgeleverd dat de telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] , zich aan het einde van de ochtend van 29-04-2020 naar het noorden bewegen. De telefoonnummers van [medeverdachte 2] en [verdachte] stralen om 14:30 uur en 15:15 uur telefoonmasten aan in de omgeving van Eext.
In het dossier is beschreven dat [medeverdachte 2] en [verdachte] beiden van Marokkaanse komaf zijn en dat de mededeling van [gebruikersnaam] , inhoudende dat de chauffeur hen afzet en terugrijdt, overeenkomt met de daarover afgelegde verklaring van [verdachte] en voorts met de gegevens van de telefoon, in gebruik bij [verdachte] , die betrekking hebben op zijn reisbewegingen die dag.
P.
Op 28-04-2020 om 21:44:49 uur had [gebruikersnaam] bericht dat “de huiseigenaar rond 12 uur thuis is”. Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , straalt op 29-04-2020 omstreeks 12:00 uur een telefoonmast aan in de omgeving van Eext.
Op 29-04-2020 vanaf 21:48:36 uur bericht [gebruikersnaam] dat een zekering is uitgeslagen en dat “die vent” de hele tijd ermee bezig was.
In het dossier is beschreven dat gezien de bevindingen en andere chats over “de huiseigenaar” het aannemelijk is dat hiermee [medeverdachte 5] wordt bedoeld.
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , straalt op 29-04-2020 meerdere uren telefoonmasten aan in de omgeving van Eext. Dit telefoonnummer heeft die dag meerdere malen contact met een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] en met dat, in gebruik bij [medeverdachte 2] . Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , beweegt zich omstreeks 14:30 uur weer naar het zuiden.
Q.
Op 29-04-2020 vanaf 23:15:42 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat ze die dag met drie man zijn gekomen en nu met twee man in de auto weggaan en dat hij “die opgever die zogenaamd soldaat” straf heeft gegeven, die moet blijven slapen. Op de vraag van [e-mailadres 1] naar het waaarom, reageert [gebruikersnaam] met: “Straf voor die mocro bro stoer praten ik blijf slapen ik doe dit ik doe dat zus zo en dan niks uitfrete. Ik zeg tegen hem doe die zakken erin water had ik al gedaan en doe roeren hij zeg ik voel me niet goed ben misselijk”.
In het dossier is beschreven dat [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij denkt dat deze chatberichten over hem gaan.
De beschreven reisbewegingen (op 29-04-2020 met drie man richting het noorden en met twee man terug, richting het zuiden) komen overeen met de gegevens van de telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] .
R.
Op 30-04-2020, om 17:37 uur geeft [gebruikersnaam] aan “over twee uur op de plek te zijn”. Om 19:34:22 uur geeft hij aan er over 15 minuten te zijn. De telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 1] en [verdachte] , bewegen zich op 30-04-2020 omstreeks 16:40 uur naar het noorden waarbij het telefoonnummer, in gebruik bij [verdachte] , omstreeks 21:04 uur een telefoonmast in de omgeving van Eext aanstraalt.
Op 30-04-2020 vanaf 23:38:20 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij net is begonnen (…) en dat “deze mensen om me heen” zijn kop neuken, waarop [e-mailadres 1] reageert met: “Gewoon in huis laten zitten dan”. Daarop antwoordt [gebruikersnaam] : “Heb ze naar binnen gestuurd (…) beter alleen werken”.
Op 01-05-2020 vanaf 01:41:47 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij nog maar 1 bol heeft gedaan. [gebruikersnaam] vervolgt met: “Die mocro was gekomen toen zag tie dit is tie weer gevlucht”.
In het dossier is beschreven dat hieruit de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte 2] bij het drugslab blijkt. Beiden hebben verklaard dat zij zich op 30-04-2020 op de [adres 1] te Eext bevonden en dat zij daar zijn blijven slapen. Met “mocro” kan [verdachte] of [medeverdachte 2] zijn bedoeld. Ten aanzien van [verdachte] geldt voorts dat [medeverdachte 2] heeft verklaard dat diens rol meer was dan alleen het optreden als chauffeur; [verdachte] zou tevens hebben geholpen met het ophalen en lossen van goederen voor het drugslab.
S.
Op 01-05-2020 om 06:02:06 uur bericht [gebruikersnaam] dat als die vent die stroom niet regelt, hij ermee stopt en dat hij het nu echt beu is.
Op 01-05-2020 vanaf 09:59:06 uur bericht [gebruikersnaam] : “Ja wacht ga eerst ff die huiseigenaar bellen ff simkaart pakken en in tel doen dan gaan we (…) Voor stroom (…)”.
In het dossier is beschreven dat onderzoek naar de telefoongegevens heeft opgeleverd dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , op 01-05-2020 om 17:34 uur een telefoonmast in de buurt van Eext aanstraalt.
Encrochat-berichten met [e-mailadres 2] [30]
T.
Op 23-04-2020 om 10:56:44 uur noemt [gebruikersnaam] de naam “ [naam 3] de huurder”. Die dag om 11:30:27 uur bericht [gebruikersnaam] : “Ja ik ben onderweg kan die spullen rond 18 ophalen [medeverdachte 3] is daar met die man hun gaan zo boodschappen doen we moeten nu een andere auto regelen en dan haal ik [medeverdachte 4] op en kunnen we rond 18 uur vertrekken terug daarheen. (…) Maar de huur bedrag is hoger dan 3,5 en er is tot nu toe maar 4 kop betaald aan die man en wat heb ik jou gezegd brother vanaf begin HUUUUR IS BELANGRIJKSTE IN DIT WERK WAT ER IS (…)”.
In het dossier is beschreven dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , op 23-04-2020 aan het eind van de ochtend telefoonmasten in de buurt van Eext aanstraalt. Ook het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] straalt rond dat moment telefoonmasten in de buurt van Eext aan. Verder is in het dossier beschreven dat uit het bericht van 23-04-2020, 11:30:27 uur volgt dat [gebruikersnaam] onderweg is om spullen op te halen en om 18:00 uur met [medeverdachte 4] (de voornaam van [medeverdachte 4] ) weer teruggaat. [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) is daar gebleven met een andere man.
De telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , bewegen zich na 18:00 uur naar het noorden en het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , straalt vanaf 09:29 uur telefoonmasten in de buurt van Eext aan.
Ook wordt er door [gebruikersnaam] gesproken over de huur en dat het hoger is dan 3,5. Uit het huurcontract van de [adres 1] te Eext blijkt dat [medeverdachte 5] het pand huurde voor € 3500 per maand.
U.
(Ook) in de chatberichten met [e-mailadres 2] (op verschillende data in april 2020 en op 1 mei 2020) is veelvuldig aan de orde dat er problemen zijn met de stroomvoorziening waaromtrent contact wordt opgenomen met de verhuurder/ “eigenaar” ( [medeverdachte 5] ). Uit de telefoongegevens blijkt dat er, in de pleegperiode, veelvuldig contact is tussen de telefoonnummers, in gebruik [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] en het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] . Er is sprake van reisbewegingen van [medeverdachte 5] naar (de omgeving van) Eext op in totaal acht dagen in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020.
V.
Op 27-04-2020 vanaf 10:55:16 uur bericht [gebruikersnaam] : “Ja hij belt nu (…) die [getuige] ”.
In het dossier is beschreven dat een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] , vlak daarvóór, te weten op 27-04-2020 om 10:53:27 uur, wordt gebeld door het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] . Mogelijk dat [medeverdachte 5] zich voordoet als [getuige] (de rechtbank begrijpt: eigenaar/verhuurder [getuige] ).
W.
Op 28-04-2020 vanaf 23:46:51 uur bericht [gebruikersnaam] dat hij is weggegaan na die rook; dat hij niet kan werken en dingen doen die gedaan moeten worden omdat hij geen elektriciteit heeft (,,.); dat hij [getuige] de huiseigenaar belt die zegt dat hij in België is (…)”.
In het dossier is beschreven dat het weggaan “na die rook” slaat op het weggaan na het eerder beschreven voorval op 28-04-2020, waarna [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] zijn gecontroleerd door de politie.
Uit de telefoongegevens blijkt dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , op 28-04-2020 tussen 19:06:00 uur en 22:01:58 uur meerdere keren contact heeft met een telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 3] .
X.
Op 29-04-2020 vanaf 15:14:05 uur bericht [gebruikersnaam] over de problemen met de stroomvoorziening waarbij hij aangeeft: “Ik ken nika doen kom hier net aan maar die gozer was al weg (…) Hij zei ja ik zou er half 4 zijn maar ben eerder gekomen dacht dat jullie er waren (…) ik heb hem duidelijk gezegd wacht op mij we moeten praten die man is gewoon weggegaan (…) wat nu (…) geen stroom weer zelfde verhaal (…) kom met (…) oplossingen (…) elektrigien nodig deze tjappie gaat die niet regelen hij was met zijn scharreltje (…)”.
In het dossier is beschreven dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , op 29-04-2020 rond 12:00 uur telefoonmasten aanstraalt in de buurt van Eext en rond 14:30 uur daarvandaan weer vertrekt. Tevens heeft [medeverdachte 5] verklaard dat hij huwelijksproblemen heeft en een vriendin heeft.
Y.
Op 29-04-2020 om 15:34:28 uur geeft [e-mailadres 2] aan: “Geef is die andere, [medeverdachte 2] ”, waarna [gebruikersnaam] reageert met: “555 is aanwezig”. [e-mailadres 2] geeft aan dat moet worden gezocht naar een oplossing voor de problemen met de stroom en meldt: “Op zijn ergst pak kabel van binnen”. [e-mailadres 2] vraagt of [verdachte] daar ook is, waarop wordt geantwoord: “Ja hij is er ook”. Aan [e-mailadres 2] wordt bericht: “Ik ga nou die kabel goed doen”. Om 16:33:24 uur geeft [gebruikersnaam] aan: “Maat zeg bismillah en hoop dat er niks gebeurd binnen nu en 3 tot 6 uur”. [e-mailadres 2] reageert met: “Is [medeverdachte 2] naast he, laat hem die in de gaten houden, die kabel (…), geef hem is”. [gebruikersnaam] reageert met: “5555 Yo”, waarna [e-mailadres 2] vraagt: “Kan dat zo effe, die kabel eerlijk, wat zegt joi gevoel”. Daarop antwoordt [gebruikersnaam] : “We hebben zonder kabel gedaan”. [e-mailadres 2] reageert met: “Dus alles is oké toch”. [gebruikersnaam] meldt: “Dat weten we over 100 graden”.
In het dossier is beschreven dat uit deze chatgesprekken is op te maken dat [gebruikersnaam] zijn encro-telefoon aan [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) geeft omdat [e-mailadres 2] met hem wil praten. [medeverdachte 2] moet een oplossing vinden voor het stroomprobleem. [medeverdachte 2] geeft desgevraagd aan dat [verdachte] ( [verdachte] ) er ook is. Later geeft [medeverdachte 2] aan dat ze het zonder kabel hebben gedaan en dat ze over 100 graden weten of alles oké is.
De telefoonnummers, in gebruik bij [medeverdachte 2] en [verdachte] , stralen beide op het moment van deze chatgesprekken masten aan in de buurt van Eext. Tevens hebben zowel [medeverdachte 2] als [verdachte] verklaard dat zij op 29-04-2020 naar de [adres 1] in Eext zijn gereisd. Uit de chatgesprekken blijkt in ieder geval dat [medeverdachte 2] handelingen heeft verricht in het drugslab.
Z.
Op 30-04-2020 vanaf 22:58:31 uur vraagt [gebruikersnaam] of [e-mailadres 2] ervoor wil zorgen dat “die gozer”, “die huiseigenaar” hier naartoe komt omdat er nog steeds geen stroom is en geen stroom is geen werk en dat irriteert hem de tering. [gebruikersnaam] stuurt [e-mailadres 2] vervolgens het telefoonnummer (…).
In het dossier is beschreven dat het telefoonnummer dat [gebruikersnaam] aan [e-mailadres 2] stuurt, het telefoonnummer is dat in gebruik is bij [medeverdachte 5] .
AA.
Op 01-05-2020 vanaf 05:36:15 uur geeft [gebruikersnaam] aan dat hij straks, om 9/10 uur, die kanker man, die eigenaar, gaat bellen en hem gaat zeggen dat hij gewoon vandaag moet komen.
Op 01-05-2020 vanaf 12:41:03 uur vraagt [e-mailadres 2] of [gebruikersnaam] de eigenaar heeft gesproken. [gebruikersnaam] antwoordt: “Half 5 hier”.
Op 01-05-2020 vraagt [e-mailadres 2] : “Ben je slapen?” [gebruikersnaam] antwoordt: “Ik wacht op die huiseigenaar kwart over 5 is tie er”.
In het dossier is beschreven dat uit deze chatberichten blijkt dat [gebruikersnaam] de huiseigenaar verwacht om half 5/kwart over 5. In het dossier is verder beschreven dat het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , die dag vanaf 10:00 uur meerdere keren is gebeld door een telefoonnummer van [medeverdachte 3] .
Het telefoonnummer, in gebruik bij [medeverdachte 5] , straalt omstreeks 17:34 uur telefoonmasten aan in de buurt van Eext.
De verklaringen van de verdachte
Verdachte [31] heeft verklaard dat hij mensen op en neer moest rijden, dat wil zeggen naar en van de boerderij in Eext. Hij heeft één keer in Eext overnacht en is de daaropvolgende middag aangehouden. De woensdag vóór zijn arrestatie is hij met twee andere personen naar Eext gereden. Toen is daar één iemand achter gebleven en is hij met één persoon teruggereden naar Bergen op Zoom. Op donderdag is hij weer naar Eext gereden en toen zaten er twee personen bij hem in de auto. Toen is hij daar blijven overnachten, samen met de persoon die woensdag was achtergebleven in Eext en de twee personen die hij die donderdag naar Eext had gereden. In totaal is hij drie of vier keer in Eext geweest. Hij heeft ook in een bus gereden. Die aangetroffen blauwe Ford Fiësta heeft hij gehuurd. Hij vermoedde wel dat ze in Eext ergens mee bezig waren. Hij wil liever niet zeggen wie wat bepaalde in het drugslab. Hij had enkel de opdracht om hen op en neer te rijden.
Verdachte [32] heeft tevens verklaard dat hij een keer in Eext is geweest met een bus. Hij reed via Hoek van Holland. Daar werd zijn bus geladen. Hij was toen met een medeverdachte. Zij zijn vervolgens naar Eext gereden. Op 29 april 2020 is hij met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar Eext gereden.
De verklaringen van de medeverdachten
Medeverdachte [medeverdachte 4] [33] heeft verklaard [medeverdachte 3] te kennen. Hij heeft hem wel eens bij een boerderij opgehaald. Op 28 april 2020 is verdachte in een auto gecontroleerd door de politie, dichtbij Hoogeveen. Bij hem in de auto zaten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Verdachte heeft [medeverdachte 1] wel vaker met de auto gehaald en gebracht.
Medeverdachte [medeverdachte 2] [34] heeft verklaard dat hij op 1 mei 2020 is aangehouden aan de [adres 1] te Eext. Hij was daar met [verdachte] , [medeverdachte 1] en een oude man die hij heeft herkend van een hem getoonde foto, als [medeverdachte 3] . Hij is met [verdachte] en [medeverdachte 1] naar Eext gereden in die blauwe auto (Ford). In de kleine woonkamer in de boerderij in Eext lag zijn iPhone. [medeverdachte 2] verklaarde [35] dat hij spullen daarheen heeft vervoerd als bijrijder. Hij is één keer met [medeverdachte 1] geweest. Zij hebben toen die gasflessen gebracht. Ook is hij twee keer met [verdachte] geweest. Toen hebben ze die jerrycans en die grote ketel gebracht. [medeverdachte 1] heeft gezegd wat hij moest vervoeren. Hij dacht dit zal wel voor een drugslab ofzo zijn. Er ging bij hem wel het lampje branden. Er stonden daar ook al goederen, van die grote jerrycans en blauwe vaten. [verdachte] was chauffeur. Ze zijn daar toen heen gereden en hebben die spullen daar in de schuur gelegd. Toen [medeverdachte 1] hem had opgehaald met dat busje zaten die gasflessen daar al in. Die goederen zijn neergezet in die schuur waar het drugslab is aangetroffen. [medeverdachte 2] is daar heen gereden met [medeverdachte 1] en [verdachte] in een blauwe Ford, dat was de 4e keer. Hij is daar toen blijven slapen en de volgende dag kwamen [medeverdachte 1] en [verdachte] terug met die oude man. De stroom viel ook uit, dat was waarom hij toen die foto naar [medeverdachte 1] stuurde van die schakelaar. Hij bleef daar toen slapen en [medeverdachte 1] en [verdachte] reden weer terug naar het zuiden. Hij moest daar blijven slapen van [medeverdachte 1] omdat hij de volgende dag misschien nodig was. De volgende dag kwamen ze terug, [medeverdachte 1] , [verdachte] en die oude man. Zij zijn toen allemaal daar blijven slapen en de dag erna kwam dat arrestatieteam. De schakelaar zat in de woning. De tweede keer dat hij in Eext was, was met [verdachte] . De spullen zaten al in het busje toen hij instapte. Die lege jerrycans en ook van die zakken die leken op cementzakken. Als je de schuur binnen ging dan zag je ze rechts liggen. Hij denkt een stuk of 20. Ook kartonnen dozen lagen daar met van die glazen bollen erin. Toen dacht hij dat dit wel eens voor een drugslab zou kunnen zijn. Dat heeft hij ook tegen [verdachte] gezegd. [verdachte] had dat idee volgens hem ook. Op een gegeven moment heeft hij ook tegen [verdachte] gezegd, zo van ik denk dat dit voor een drugslab is. [verdachte] hielp ook mee met het uitladen en de spullen neerzetten in de schuur. De 3e keer dat hij in Eext was, was met een Turkse jongen genaamd [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ). Hij komt ook uit Bergen op Zoom. Ze hebben toen een ketel vervoerd en ijzeren buizen. Er stond al een ketel in de schuur. [medeverdachte 2] herkende [medeverdachte 4] van een getoonde foto. [medeverdachte 4] zei dat ze even een ketel moesten lossen. [medeverdachte 1] had een PGP telefoon. Toen ze daar die 4e keer aankwamen zag [medeverdachte 2] alles staan in de schuur. Op 16 april 2020 heeft hij met [verdachte] spullen uit Schiedam opgehaald. [medeverdachte 1] wist het adres, en daarna zijn zij naar Eext gereden.
Geconfronteerd met het encro-chatgesprek van [gebruikersnaam] - [e-mailadres 1] van 29 april 2020, vanaf 23:15:42 uur (hiervoor in dit vonnis vermeld onder Q.) heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij denkt dat het gesprek over hem gaat. Hij had woorden gehad met [medeverdachte 1] . Toen zei [medeverdachte 1] , blijf maar lekker hier slapen dan en toen zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] weggegaan en is hijzelf in Eext gebleven.
Medeverdachte [medeverdachte 3] [36] heeft verklaard dat hij op verzoek van [medeverdachte 1] in Eext is gekomen. Vrijdag is hij daar aangehouden en donderdag is hij daar gekomen. Hij is in die schuur geweest. Hij rook daar azijn of ammonia of iets soortgelijks. Hij denkt dat hij bij de Gamma in Assen is geweest. Hij herkent [medeverdachte 1] van de daar gemaakte beelden.
Medeverdachte [medeverdachte 1] [37] heeft verklaard dat het daar in Eext chaos was. Hij is geen chemicus of kok. Niemand van de aanwezigen was dat. [medeverdachte 4] bracht en haalde hem naar en van Eext. Hij herinnert zich dat hij wel eens samen met [medeverdachte 3] in de auto heeft gezeten. Wat betreft de chemische sporen die het NFI op zijn onderzochte broek heeft aangetroffen, heeft [medeverdachte 1] verklaard dat het wel zal komen omdat hij in die loods is geweest, waar het laboratorium is aangetroffen. Er staan mensen boven hem. [medeverdachte 2] heeft inderdaad die ketel vervoerd. De camerabeelden waarop hij samen met [medeverdachte 3] in de Gamma staat, kloppen wel. Hij kan zich dat wel herinneren.
Beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De vraag of aan de vereisten voor de kwalificatie medeplegen is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Daarbij kan van belang zijn in hoeverre de concrete omstandigheden van het geval door de rechter kunnen worden vastgesteld, in welk verband de procesopstelling van de verdachte een rol kan spelen.
De rechtbank is op grond van vorenstaande bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - van oordeel dat kan worden vastgesteld dat de tenlastegelegde feiten onder 1 primair en 2 door meerdere personen, onder wie verdachte, tezamen en in vereniging zijn gepleegd.
De rechtbank is daarbij van oordeel dat de hierboven vermelde feiten en omstandigheden ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde,
waaronder:
  • het meermalen met medeverdachten vanuit Noord-Brabant naar Eext afreizen (vervoeren van verdachten), dan wel aldaar bij en in het lab aanwezig zijn;
  • de inhoud van de Encrochat-gegevens;
  • het met [medeverdachte 2] vervoeren naar en plaatsen in de schuur van goederen ten behoeve van het drugslab (jerrycans, grote zakken caustic soda en dozen met glazen bollen);
  • zijn aanwezigheid ten tijde van de inval van de politie op 1 mei 2020, waarbij is waargenomen dat verdachte gedurende een langere tijd in de schuur (drugslab) aanwezig is geweest,
in onderling verband en samenhang bezien, redengevend kunnen worden geacht voor het bewijs van de nauwe betrokkenheid en significante rol van verdachte bij het aangetroffen amfetaminelaboratorium. Onder deze omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijke, de hiervoor bedoelde redengevendheid, ontzenuwende verklaring van belang is voor de beantwoording van de vraag of het ten laste gelegde medeplegen kan worden bewezen.
Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor de inhoud van de aangetroffen chatgesprekken, de aard en veelheid van de (telefonische) contacten met de medeverdachten, het vervoer en plaatsen van goederen ten behoeve van het drugslab, en zijn aanwezigheid in en bij het drugslab. Niet is gebleken dat er contra-indicaties met betrekking tot het medeplegen door verdachte bestaan.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in voldoende mate is komen vast te staan en dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het produceren van amfetamine en de voorbereidingshandelingen daartoe.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1.Productie van amfetamineprimairhij op tijdstippen in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 te Eext, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk(in een drugslab in een schuur gelegen op of aan de [adres 1] te Eext)heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervoerd (B), en vervaardigd (D), en opzettelijk aanwezig heeft gehad (C),een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

2. Voorbereiding van productie van amfetaminehij op tijdstippen in de periode van 21 maart 2020 tot en met 1 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, vervoeren (B), en
- vervaardigen (D),
van een hoeveelheid amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen,
-voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van die delicten,
immers, heeft hij, verdachte en een of meer van zijn mededaders in voornoemde periode in Nederland telkens,
(
LFO-rapport d.d. 12 oktober 2020, drugslab te Eext op 1 mei 2020)
- een complete laboratorium-opstelling / productieplaats (drugslab) opgezet, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en amfetamine (gereed om in gebruik te worden genomen), waarbij
x. reeds BMK was geproduceerd met behulp van de preprecursor MAPA (conclusie LFO), en
x. BMK was omgezet in N-formylamfetamine en/of amfetamine (in 12 liter sterk zure vloeistof) (conclusie LFO en L-22), en
x. de aangetroffen apparatuur geschikt was voor de productie van 275 tot 367 kilogram onversneden amfetamine pasta (per ketel en/of bij een vullingsgraad van 50%) (conclusie LFO), en
- in dat drugslab in ieder geval de volgende voorwerpen/producten gebruikt en/of bereid en voorhanden gehad, te weten
x. (in totaal) circa 36 liter N-formylamfetamine (die na toevoeging van zoutzuur kon worden omgezet in circa 70 en 85 kilogram amfetamine) (conclusie LFO), en
x. circa 180 liter, althans een (zeer grote/aanzienlijke) hoeveelheid, zure (PH-3) vloeistof (L-2), en
x. circa 470 liter zuur afval, bevattende (sporen van) BMK (L-11), en
x. circa 237 kilo, , caustic soda (L-20), en
x. circa 240 liter, formamide (L-29), en
x. circa 225 kilogram MAPA (L-32), en
x. meerdere blauwe klemdeksel vaten), inhoud 200 liter, elk gevuld met circa 60-70 liter (pH-14), loogoplossing die bestemd is voor het scheiden van de amfetamine na het koken in zoutzuur in de rondbodemkolven (A1), en
x. circa 100 liter zoutzuur (K1), en
x. circa 137 liter mierenzuur (O-2), en
x. diverse hardware, waaronder (46) maatbekers en RVS reactieketels (inhoud 981 liter, waarvan één resten bevat van BMK (L9) en één resten bevat van N-formylamfetamine (op een zwak zure waterige vloeistof) (L2)) en (9) gasbranders en (10) rondbodemkolven en (10) spiraalkoelers en (25) propaan gasflessen en (10) brandersteunen en klemdekselvaten (inhoud 200 liter) en lucht- en waterslangen en (3) RVS koelers en stoomgenerator (inhoud 292 liter) en stoomgenerator (inhoud 362 liter) en een destillatieketel (inhoud 227 liter) en 2 IBC's (inhoud 1.000 liter) en (74) jerrycans, en
x. een Gardena vierwegverdeler en slangklemmen afkomstig van de Gamma en gebruikt in het drugslab, en
(
overige handelingen)
- goederen opgehaald en vervoerd ten behoeve van voornoemd drugslab te Eext, te weten jerrycans en witte zakken van 20 kilo met caustic soda en kartonnen dozen met glazen bollen, en
- de goederen in voornoemd drugslab getild, en
- personen vervoerd van en naar voornoemd drugslab, en
- BMK (Benzyl methylketon) en N-formylamfetamine ‘gekookt’ (bereid/bewerkt).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair: eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en D, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
2. medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 42 maanden, met aftrek van voorarrest. Hij heeft bij de bepaling van zijn vordering uitdrukkelijk rekening gehouden met de Richtlijn voor strafvordering voorbereiding/bevordering synthetische drugs (art. 10a Opiumwet), Stcrt. 2020, nr. 49836 en de oplegde straffen in vergelijkbare gevallen.
Daarnaast heeft de officier van justitie bij vonnis opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd, gelet op de ernst van de feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft, bij een veroordeling, gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke straf voor de duur gelijk aan het voorarrest. Daarnaast kan een voorwaardelijke straf opgelegd worden, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de justitiële documentatie, waaruit naar voren komt dat verdachte eerder voor Opiumwet feiten is veroordeeld, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de grootschalige productie van amfetamine en het aanwezig hebben daarvan. Daarnaast heeft hij, wederom samen met anderen, zich schuldig gemaakt aan voorbereiding van productie van amfetamine.
Het is algemeen bekend dat de productie van synthetische drugs, en verdovende middelen in het algemeen, zeer schadelijk is voor de volksgezondheid en bovenal voor de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Amfetamine is een zeer verslavende drug. Het is wetenschappelijk aangetoond dat het frequent gebruik van harddrugs de volksgezondheid kan schaden, met name ook waar het geestelijke aandoeningen betreft. Bovendien bekostigen gebruikers hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast wordt toegebracht aan anderen.
Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie vrijwel altijd illegaal gedumpt, hetgeen zeer schadelijk is voor het milieu. Zowel de productie van een synthetische drug zoals amfetamine, als het daaruit voorkomende chemische afval en het dumpen van dat afval, zijn dan ook maatschappelijk ontwrichtend.
Voorts wijst de rechtbank op de vele risico’s die gepaard gaan met het opslaan en bewerken van diverse chemicaliën in een illegaal drugslaboratorium, zoals brand, ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige en bijtende dampen, niet alleen levensgevaarlijk voor de producenten van de drugs, maar ook voor mensen die in de omgeving van het drugslaboratorium wonen. De rechtbank wijst hierbij in het bijzonder op de in de bewijsmiddelen omschreven situatie op 28 april 2020, waarbij er paniek was in het drugslab. Er waren problemen met het kookproces, waardoor de rook over de weilanden trok en zijn medeverdachten halsoverkop het drugslab hebben verlaten, waarbij zij zelfs een huisdeur hebben opengelaten. Zijn medeverdachten zijn vertrokken naar hun woonplaatsen in het zuiden van het land zonder zich te bekommeren om de eventuele gevolgen van de over de weilanden trekkende wolk met mogelijke gevaarlijke stoffen er in.
Verdachte heeft kennelijk enkel gedacht aan zijn eigen financiële gewin en zich totaal niet bekommerd om de risico’s voor omwonenden en de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu. De rechtbank rekent verdachte dit alles zwaar aan.
Ook rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij geen volledige openheid van zaken heeft gegeven en aldus op de keper beschouwd geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Wat betreft de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en komt tot een lagere straf dan door de officier van justitie gevorderd, maar wel tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden passend en geboden is.
Ten aanzien van de gevorderde opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, overweegt de rechtbank als volgt.
Nadat verdachte op 2 mei 2020 in verzekering is gesteld, is hij op 4 mei 2020 in bewaring gesteld. De rechtbank heeft op 13 mei 2020 de gevangenhouding van verdachte bevolen. Vervolgens heeft de rechtbank op 17 september 2020 de voorlopige hechtenis geschorst met ingang van 22 september 2020, en heeft aan die schorsing een aantal voorwaarden verbonden. Naar het oordeel van de rechtbank kon door het stellen van die voorwaarden het met voorlopige hechtenis nagestreefde doel - kort gezegd: het voorkomen van herhaling - toereikend worden gewaarborgd. Gesteld noch gebleken is dat verdachte zich vervolgens niet aan enige aan die schorsing verbonden voorwaarde heeft gehouden. Echter de officier van justitie heeft zich destijds, blijkens het proces-verbaal van de zitting, verzet tegen de schorsing van de voorlopige hechtenis. De raadkamer van de rechtbank heeft bepaald dat de persoonlijke belangen van verdachte “op dat moment” zwaarder wegen dan het strafvorderlijk belang. De medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zijn in voorlopige hechtenis gebleven. Na de schorsing van de voorlopige hechtenis is het eind proces-verbaal tot stand gekomen. De rechtbank zal verdachte veroordelen voor medeplegen, evenals de voornoemde medeverdachten. Het strafvorderlijk belang geldt bij verdachte even sterk als bij de medeverdachten, die blijven vastzitten. De rechtbank zal de schorsing van verdachtes voorlopige hechtenis opheffen. Het strafvorderlijk belang weegt thans zwaarder dan de persoonlijke belangen van verdachte.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 55, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Beveelt met ingang van heden
de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter,
mr. R. Depping en mr. J. Edgar, rechters,
bijgestaan door J. Hoogeveen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 april 2021.

Voetnoten

1.proces-verbaal van Politie Noord-Nederland, onderzoek: MORRIS/NN3R020060 van 2 oktober 2020, bestaande uit in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en andere schriftelijke bescheiden (hierna te noemen: het dossier)
2.pagina 18 e.v. van het dossier
3.pagina 20 e.v. van het dossier
4.pagina 27 e.v. van het dossier
5.pagina 246 e.v. van het dossier
6.pagina 27 e.v. van het dossier
7.een (afzonderlijk) naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie, Landelijke Eenheid, groep Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (LFO), nummer 2020-05-01-Eext – AvR-II, van 12 oktober 2020, met bijlagen.
8.een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2020.05.07.057, van 19 juni 2020 (bijlage bij proces-verbaal genoemd in voetnoot 7).
9.een deskundigenrapport afkomstig van het NFI, zaaknummer 2020.05.07.057, van 20 november 2020
10.sporenlijst forensische opsporing met resultaten vervolgonderzoeken amfetamine laboratorium Eext, pagina 152 e.v. en drie NFI-rapporten, pagina’s 160 e.v., 168 e.v. en 175 e.v. van het dossier
11.pagina 90 e.v. van het dossier
12.pagina 91 e.v. van het dossier
13.pagina 324 e.v. van het dossier
14.pagina 329 e.v. van het dossier
15.pagina 295 e.v. van het dossier
16.pagina 80 e.v. van het dossier
17.pagina 339 e.v. van het dossier
18.pagina 341 e.v. van het dossier
19.pagina 346 e.v. van het dossier
20.pagina 349 e.v. van het dossier
21.pagina 355 van het dossier
22.pagina 372 en 372a van het dossier; pagina 372a is in het dossier ingevoegd bij proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2021
23.pagina 373 e.v. van het dossier
24.pagina 389 van het dossier
25.pagina, 418 van het dossier
26.pagina 413 e.v. van het dossier
27.pagina 449 e.v. en pagina 456 e.v. van het dossier
28.pagina 459 t/m 514 van het dossier en een (afzonderlijk) proces-verbaal van bevindingen van 18 maart 2021, met bijlage
29.pagina 524 e.v. van het dossier
30.pagina 524 e.v. van het dossier
31.pagina 780 e.v. van het dossier
32.ter terechtzitting van 22 maart 2020 afgelegd
33.getuigenverhoor op 8 maart 2021 bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken
34.pagina 627 e.v. van het dossier
35.pagina 647 e.v. van het dossier
36.pagina 729 e.v. van het dossier
37.getuigenverhoor op 5 februari 2021 bij de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken