Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] ;
- het verweerschrift van TVM c.s.;
- de nadere producties 15-22, 19b-d-21b-c, 23-24 en 25 van [verzoeker] ;
- de mondelinge behandeling van 24 maart 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van [verzoeker] .
2.De feiten
Voorgeschiedenis: 2013 crushletsel onderbeen rechts zonder fractuur.
enkeldistorsie mediaal en lateraal. In februari 2016 is [verzoeker] drie keer door de fysiotherapeut behandeld. In zijn verslag d.d. 17 februari 2016 meldt de fysiotherapeut als resultaat:
nagenoeg klachtenvrij.
2.De situatie zonder ongeval
3.Het verzoek
4.Het verweer
namensTVM Verzekeringen aansprakelijkheid heeft erkend. Daarmee heeft zij naar het oordeel van de rechtbank voor zichzelf geen aansprakelijkheid jegens [verzoeker] erkend. Dat TVM Letselschaderegeling zich op een andere manier zelfstandig tot betaling aan [verzoeker] heeft verbonden, is niet gebleken. [verzoeker] zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover zijn verzoeken tegen TVM Letselschaderegeling zijn gericht.
deelgeschil in de zin van de wet waarvan de beslechting kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. [verzoeker] gebruikt de deelgeschilprocedure daarmee voor een ander doel dan waarvoor deze in het leven is geroepen.
als gevolg van dit ongevalondervond, hebben zij in 2019 in gezamenlijk overleg de orthopedisch chirurg [naam 2] benaderd voor een medische expertise. Uit het deskundigenonderzoek van [naam 2] volgt, kort gezegd, dat het ongeval
nietheeft geleid tot een instabiele enkel en evenmin tot fysieke beperkingen voor [verzoeker] .
Zwolsche Algemeene/De Greef [1] , maar dat kan hem niet baten. Uit dit arrest en daarop gebaseerde latere rechtspraak vloeit voort dat het juridische causaal verband tussen een gebeurtenis en daarna ondervonden klachten en beperkingen onder omstandigheden kan worden aangenomen ook als een medische diagnose waaruit de klachten en beperkingen kunnen worden verklaard, ontbreekt. Subjectieve klachten van de benadeelde kunnen toch worden aangenomen wanneer kan worden vastgesteld dat deze klachten, aanwezig, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. In dat geval kunnen aan het aannemen van het causaal verband tussen het ongeval en de gezondheidsklachten geen al te hoge eisen worden gesteld. De reikwijdte van bedoelde rechtspraak is echter beperkt tot whiplashklachten, die naar hun aard lastig medisch te constateren zijn. Het arrest kan om die reden hier dus al geen toepassing vinden. In dit geval al helemaal niet, omdat er anders dan in de zaak
Zwolsche Algemeene/De Greefwel een medische diagnose is gesteld. [naam 2] is namelijk tot de conclusie is gekomen dat van enige enkelinstabiliteit of daarmee verband houdende fysieke beperkingen als gevolg van het ongeval
geensprake is.