ECLI:NL:RBNNE:2021:163
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Opheffing van faillissement bij gebrek aan baten en de mogelijkheid tot procederen tegen de curator pro se
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in het faillissement van Breinverruimers B.V. De curator, mr. M.P. Waninge, had verzocht om opheffing van het faillissement wegens gebrek aan baten. De (middellijk) bestuurder van Breinverruimers had bezwaar gemaakt tegen deze opheffing. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen baten beschikbaar zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en andere boedelschulden. De curator had geen beroep gedaan op de Garantstellingsregeling curatoren 2012, omdat er geen concrete verhaalsmogelijkheden waren.
De rechtbank overwoog dat de opheffing van het faillissement op grond van artikel 16 van de Faillissementswet (Fw) in beginsel gerechtvaardigd is, tenzij een (boedel)crediteur aannemelijk maakt dat er baten te realiseren zijn. De rechtbank concludeerde dat de boedel leeg is en dat de curator niet in staat was om de proceskosten te voldoen. Monte en [A], die zich benadeeld voelden door de curator, dienden hun vordering tegen de curator pro se buiten het faillissement om aanhangig te maken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om het faillissement op te heffen, omdat er geen baten zijn en de curator niet onrechtmatig heeft gehandeld in de context van de opheffing. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.