ECLI:NL:RBNNE:2021:1603

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2021
Publicatiedatum
26 april 2021
Zaaknummer
18/151256-20
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van kinderporno met gevangenisstraf en taakstraf

Op 22 april 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1978, werd bijgestaan door advocaat mr. M.R.M. Schaap, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. M.H.G. Scharenborg. De tenlastelegging betrof het bezit van 204 foto's en 147 video's met daarop seksuele gedragingen waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 20 maart 2019 in Uithuizen een computer/laptop in bezit had met kinderpornografisch materiaal. De rechtbank achtte het bezit van deze afbeeldingen wettig en overtuigend bewezen, ondanks de ontkenning van de verdachte. De rechtbank weigerde het verweer van de verdachte dat een ander verantwoordelijk was voor de afbeeldingen, omdat dit niet aannemelijk was gemaakt. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 119 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 220 uren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het delict en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en middelengebruik. De rechtbank besloot dat de verdachte zich gedurende de proeftijd moest houden aan verschillende voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/151256-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 april 2021 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 april 2021.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M.H.G. Scharenborg.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 8 januari 2019 tot en met 20 maart 2019 te Uithuizen, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot) aantal afbeelding(en), te weten 204 foto(’s) en/of 147 video(’s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten een computer/laptop heeft
verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt,
was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand
en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt bij zichzelf
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] .avi en/of [bestandsnaam] .avi en/of [bestandsnaam] .avi
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten
met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten met (een)
vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen met (een)
vinger(s)/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt bij zichzelf
Bestandna(a)m(en):
[bestandsnaam] en/of
[bestandsnaam] .avi
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en)
gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving
en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
Bestandna(a)m(en): [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam]
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling, van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde. Gelet op de te bewijzen pleegperiode heeft verdachte naar het oordeel van de officier van justitie een gewoonte gemaakt van het voorhanden hebben van kinderpornografische afbeeldingen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de bewezenverklaring van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen geen verweer gevoerd. Wel heeft zij betoogd dat, gelet op de korte pleegperiode, geen sprake is van een gewoonte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 8 april 2021 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
De inbeslaggenomen notebook was van mij. Ik heb daarop wel porno gekeken. Ik zocht via internet naar pornografische afbeeldingen en films. Ik maakte daarbij gebruik van diverse websites. Het programma ‘Shareaza’ ken ik wel.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2020, opgenomen op pagina 45 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019081883-2019069982 d.d. 9 juni 2020, inhoudend als relaas van verbalisant:
Onder verdachte [verdachte] werd onderstaande gegevensdrager in beslag genomen.
Beslagnr.: 1118599
Gegevensdrager: Notebook, merk HP, 17-E188sd.
De gegevensdrager werd nader onderzocht. Voor dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van 'Axiom'. Deze tool kan je zicht geven op de internethistorie van de gebruiker(s) van de onderzochte gegevensdrager. In diverse onderwerpen komt het woord “[zoekterm]” voor. Dit is een bekende verwijzing naar een internetsite waarop veelvuldig kinderpornografisch materiaal wordt aangetroffen. Ik zag in het onderwerp Peer to Peer (P2) diverse verwijzingen naar diverse (P2P) programma’s, zoals Ares Search Keywords, Shareaza Liberary Files, Shareaza Search Keywords, Shareaza Search Results en Torrent file Fragments. Ik zag diverse P2P programma’s die zijn gebruikt. Ik zag dat Shareaza Liberary files was benaderd op 8-1-2019. In Shareaza Search Keywords zag ik in “Search” woorden/letters als [zoekterm] lsm, showstars, [zoekterm], vladmodels. In Shareaza Search Results zag ik [zoekterm], [zoekterm] als Search Keyword. Ik zag dat Torrent File Fragments was benaderd op 8-1-2019 (Created Date). Ik zag in de onderzochte data diverse verwijzingen naar Refined Results. In het item Google Searches zag ik dat op Date/Time 8-1-2019 diverse zoektermen (Search Term) waren gedaan naar o.a. [zoekterm] , [zoekterm] , [zoekterm] en limewire.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 10 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Plaats inbeslagneming: Uithuizen
DO nr: 19-0323-003-01
Beslagnr: 1118599
Object: computer (notebook)
Merk/type: Hp 17-E188sd.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 21 mei 2019, opgenomen op pagina 52 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
In het opsporingsonderzoek contra [verdachte] werden op 20 maart 2019 te Uithuizen goederen in beslag genomen. Alle in het onderzoek betrokken goederen hebben wij visueel gecontroleerd op de kennelijke aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal. Vervolgens hebben wij vastgesteld dat hierop in totaal 351 afbeeldingen voorkwamen die volgens de bovengenoemde criteria kinderpornografisch zijn. Het betreft hier 204 foto's en 147 films/video's. Deze afbeeldingen zijn alle bekeken en de inhoud daarvan is verwerkt in de bijgevoegde collectiescan, die als bijlage II bij dit proces-verbaal is gevoegd.
De als bijlage II [1] gevoegde collectiescan, bevat een weergave van de in het in beslag genomen materiaal aangetroffen strafbare elementen. In deze collectiescan is door het plaatsen van een X aangegeven welke vormen van seksuele handelingen zichtbaar waren op de foto's en films/video's. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in een film sprake kan zijn van meerdere vormen van seksuele handelingen, terwijl doorgaans op een foto één handeling te zien is. De collectiescan geeft dan ook weer welke verschillende vormen van seksuele handelingen door ons op de kinderpornografische afbeeldingen zijn waargenomen.
Bijlage III [2] bevat een overzicht van de aantallen aangetroffen kinderpornografische foto's en films/video's (Evidence Overview). Het overzicht geeft per in beslag genomen voorwerp weer in welke hoeveelheden de foto's en/of films/video's aanwezig waren.
- In de rij "Aanwezig" staan de normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen en zichtbare bestanden ("A", "accessible").
De kinderpornografische afbeeldingen troffen wij aan op de gegevensdrager met het serienummer 19-0323-003-01-1118599.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft het bezit van kinderpornografische afbeeldingen ontkend. Deze verklaring wordt weerlegd door de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen. Op grond van deze bewijs-middelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 20 maart 2019 een gegevensdrager met kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad. Het betreft 193 foto’s [3] en 147 video’s, de ‘accessible’ bestanden. Het verweer van verdachte dat niet hij, maar een ander verantwoordelijk zou zijn geweest voor het feit dat deze afbeeldingen op zijn computer zijn aangetroffen, verwerpt de rechtbank, nu verdachte dit op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt, maar heeft volstaan met niet nader onderbouwde speculaties.
Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte deze afbeeldingen gedurende de gehele ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Dat sprake is geweest van een gewoonte, acht de rechtbank daarom niet bewezen, mede gelet op het – naar verhouding beperkte – aantal aangetroffen afbeeldingen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 20 maart 2019 te Uithuizen afbeeldingen, te weten 193 foto’s en 147 video’s en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een computer/laptop in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand
en/of
het vaginaal en/of anaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt bij zichzelf
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen met (een) vinger(s)/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt bij zichzelf
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of
waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 228 uur subsidiair 114 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaar met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, en daarnaast ook nog als bijzondere voorwaarde het steekproefsgewijs controleren van digitale gegevensdragers door de politie.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, hoewel het taakstrafverbod van toepassing is, gepleit voor een straf zoals gevorderd door de officier van justitie. Zij heeft aangevoerd geen bezwaar te hebben tegen de gevorderde bijzondere voorwaarden, met uitzondering van de controle van digitale gegevensdragers. Deze voorwaarde is niet noodzakelijk om recidive te beperken, mede gelet op het tijdsverloop en het redelijk beperkte aantal kinderpornografische afbeeldingen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Verslavingszorg Noord Nederland, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 20 maart 2019 kinderporno in bezit gehad. De strafbaarstelling van dit feit heeft als achtergrond de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik en tegen de nadelige gevolgen die het maken en verspreiden van opnames van seksueel gedrag, waarbij jeugdigen betrokken zijn, met zich brengen. Verdachte heeft met het plegen van dit feit een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken jeugdige personen. De vraag naar kinderporno houdt immers het aanbod en daarmee het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno in stand. Het nadeel voor de betrokken kinderen bestaat niet alleen uit de directe ernstige gevolgen van het seksueel misbruik zelf, maar ook uit de omstandigheid dat eenmaal op internet gepubliceerde foto’s of films - door de snelheid en het gemak waarmee dergelijke bestanden kunnen worden vermenigvuldigd - daar feitelijk niet meer van kunnen worden afgehaald. Die kinderen kunnen daardoor nog op latere leeftijd met deze foto’s of films worden geconfronteerd. Verdachte was enkel gericht op zijn eigen lustgevoelens en heeft geen oog gehad voor de positie en het leed van de slachtoffers, die nog jarenlang, zo niet hun hele leven, niet alleen psychische, maar vaak ook lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan.
Als uitgangspunt voor het bezit van kinderporno wordt volgens de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten een taakstraf gehanteerd van 240 uur en een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk.. Het uitgangspunt dat in dit soort zaken een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd, is mede ingegeven door de beslissing van de wetgever om middels artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht het opleggen van (enkel) een taakstraf onmogelijk te maken. Daarmee heeft de wetgever de ernst van het delict en de maatschappelijke verontwaardiging daarover tot uitdrukking willen brengen.
In het rapport van 23 februari 2021 constateert de reclassering dat verdachte op een aantal leefgebieden problemen heeft, waarbij het gaat om middelengebruik, psychische problematiek en sociaal isolement. De problemen kunnen in het algemeen meer kans geven op recidive. Om dit risico te verminderen heeft de reclassering de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, het meewerken aan middelencontrole en het meewerken aan dagbesteding. De reclassering acht de oplegging van een gevangenisstraf niet wenselijk, omdat detentieschade zou kunnen optreden en een gevangenisstraf het reeds ingezette zorgtraject zou kunnen doorkruisen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd van 120 dagen, waarvan 119 dagen voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijke deel zal een proeftijd worden gekoppeld van 2 jaar, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. Daarnaast acht de rechtbank een taakstraf van 220 uur passend en geboden, te vervangen door 110 dagen hechtenis indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht. Bij het bepalen van de proeftijd en de duur van de taakstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met het tijdsverloop in deze zaak. Gelet op dit tijdsverloop en het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte zich sinds het plegen van dit feit opnieuw schuldig heeft gemaakt aan vergelijkbaar of ander strafbaar handelen, acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde voorwaarde van controle aan digitale gegevensdragers niet aangewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 119 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaar, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt op afspraken met de reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde zich gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat behandelen door VNN en Lentis of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde -zo vaak als de reclassering nodig vindt- meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs, waarbij de reclassering gebruik kan maken van urineonderzoek, speekselonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
dat de veroordeelde, indien de reclassering dit nodig vindt, meewerkt aan dagbesteding en zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de instelling voor dagbesteding geeft.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Veroordeelt verdachte voorts tot:

een taakstraf voor de duur van 220 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 110 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door A.W. ten Have-Imminga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 april 2021.
Mr. Krijger en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.opgenomen op pagina 75 e.v. van het dossier
2.opgenomen op pagina 78 e.v. van het dossier
3.Blijkens het overzicht in “Bijlage III” op pagina 78 bevinden zich van de 204 foto’s 193 foto’s in de rij “accessible” en 11 in de rij “deleted”.