Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 26 april 2020 en 27 april 2020 te Dokkum, in elk geval in de gemeente Noardeast-Fryslân, in een woning (gelegen aan of bij de [adres] ) op een of meerdere plaats(en) in die woning opzettelijk brand heeft gesticht door (telkens) in die woning op een of meer plaats(en)(een) brandbare en/of vluchtige
Beoordeling van het bewijs
1. het aantreffen van de slachtoffers
Bewezenverklaring
hij in de periode omvattende de dagen 26 april 2020 en 27 april 2020 te Dokkum, in een woning, gelegen aan of bij [adres] , op meerdere plaatsen in die woning opzettelijk brand heeft gesticht door telkens in die woning op meerdere plaatsen een brandbaar en/of vluchtige en/of brand versnellend middel en/of vloeistof te sprenkelen en/of uit te gieten en/of vervolgens telkens open vuur in aanraking te brengen met
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
1.
[slachtoffer 1], tot een bedrag van € 546.372,03, ter terechtzitting van 29 maart 2021 vermeerderd met een bedrag van € 41,60 ter zake van materiële schade en € 75.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2.
[slachtoffer 2], via haar wettelijk vertegenwoordiger, tot een bedrag van € 401,43 ter vergoeding van materiële schade en € 750,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van dertien jaren.
[slachtoffer 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 46.897,23(zegge: zesenveertig duizend achthonderd zevenennegentig euro en drieëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2020.
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 1.231,43(zegge: éénduizend tweehonderd en éénendertig euro en drieënveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2020.